Brief regering : Stand van zaken universitair medische centra (umc’s)
33 278 Interdepartementaal Beleidsonderzoek: Universitair Medische Centra (UMC's)
Nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Den Haag, 8 oktober 2020
In Nederland hebben we momenteel acht universitair medische centra (umc’s), vertegenwoordigd
in de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). Deze umc’s hebben
niet alleen een ziekenhuisfunctie maar vervullen daarnaast drie publieke functies,
namelijk het leveren van topreferente patiëntenzorg, het verrichten van (bio)medisch
wetenschappelijk onderzoek en het aanbieden van medisch onderwijs en opleidingen.
Zij hebben daarmee een unieke plek in het zorglandschap. Door deze bijzondere positie,
en de beschikbaarheid van voldoende specifieke middelen, wordt ervan umc’s een actieve
bijdrage verwacht ten aanzien van de vraag hoe de zorg voor de patiënt beter kan en
tegelijkertijd op de lange termijn houdbaar kan blijven.
Stand van zaken maatschappelijke opgaven umc’s
Op 12 juli 2019 heeft de toenmalige Minister voor Medische zorg en Sport uw Kamer
per brief geïnformeerd over een geactualiseerd beeld van de rol van umc’s in het zorglandschap
(Kamerstuk
33 278, nr. 8). In deze brief zijn meer specifiek acht maatschappelijke opgaven beschreven die
van belang zijn en waarvan juist van umc’s een belangrijke bijdrage wordt verwacht.
De umc’s hebben destijds aangegeven zich op deze onderwerpen (mede-) verantwoordelijk
te voelen en daarover aan mij ook verantwoording af te willen leggen. Ik ben over
de voortgang op de acht maatschappelijke opgaven door de Nederlandse Federatie van
Universitair Medische Centra (NFU) via bijgaande brief geïnformeerd1.
Uit de brief van de umc’s blijkt dat er op de acht maatschappelijke opgaven veel voortgang
is geboekt en dat er uit ieder umc mooie aansprekende voorbeelden zijn. Deze voorbeelden
laten zien hoe de umc’s, naast hun ziekenhuisfunctie, hun drie publieke functies,
het bieden van topreferente zorg, het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en
het bieden van medisch onderwijs en opleidingen, vervullen. Op een speciaal ingerichte
website zijn voor alle acht opgaven voorbeelden terug te lezen, zie hiervoor: www.maatschappelijkeopgaven.nfu.nl.
Monitor NZa
Daarnaast informeer ik u met deze brief ook graag over de aangenomen motie van het
Kamerlid Van Den Berg over het monitoren van de inspanningen van een umc om basiszorgpatiënten
te verwijzen naar een algemeen ziekenhuis (Kamerstuk
32 864, nr. 8). In deze motie wordt verzocht om de Kamer jaarlijks te informeren over de uitkomsten
van de monitoring. Naar aanleiding hiervan heeft de toenmalige Minister voor Medische
Zorg en Sport de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) verzocht om jaarlijks, gedurende
drie jaar, deze monitoring uit te voeren. Na deze drie jaar zullen VWS en de NZa gezamenlijk
bepalen of de monitor ook nog in 2023 en 2024 voortgezet zal worden. In de bijlage
bij deze brief vindt u de eerste monitor die door de NZa is uitgebracht2.
Op verzoek van het Ministerie van VWS heeft de NZa gekeken naar de bezoeken van patiënten
aan de umc’s. Uitgangspunt is de eerder gemaakte afspraak dat umc’s zich inspannen
om patiënten die geen complexe zorg nodig hebben, te verwijzen naar een ander (algemeen)
ziekenhuis. Op basis van deze eerste monitor, een 0-meting, ziet de NZa mogelijkheden
tot verbetering van de patiëntenstromen binnen umc’s. De NZa nodigt alle betrokken
partijen uit om kritisch te kijken naar deze vormen van zorg; de mate waarin zij die
wenselijk achten binnen een umc en de mogelijkheid te verkennen om deze zorg in de
regio met andere zorgaanbieders op te pakken. Dit gaat bijvoorbeeld om oncologische
zorg, diabeteszorg, korte consulten en SEH-zorg. Op dit moment is de NZa samen met
de umc’s bezig om de monitor verder te ontwikkelen, zodat er beter inzicht ontstaat
in de patiëntenpopulaties en patiëntenstromen in umc’s en ziekenhuizen. Daarmee wordt
het mogelijk om passende zorg in de regio aan te bieden die aansluit bij het uitgangspunt
van de juiste zorg op de juiste plek. De NZa zal deze ontwikkelingen via de monitors
blijven volgen.
Tot slot
Ik vind het van belang dat umc’s zich richten op de taken waar zij binnen het domein
van de patiëntenzorg écht meerwaarde scheppen; de complexe derdelijnszorg en zorginnovatie.
Patiënten kunnen juist voor deze zorg bij uitstek in umc’s terecht. Daarnaast zal
basiszorg in een zekere omvang ook in de umc’s van belang blijven, wat ook tijdens
de eerste COVID-golf is gebleken. De behandeling van COVID-patiënten in umc’s was
alleen al vanwege noodzakelijke capaciteit noodzakelijk, maar heeft ook in belangrijke
mate bijgedragen aan de grote onderzoeksproductie van en de vele zorginnovaties door
de umc’s. Onderzoek en innovaties die van groot belang zijn voor de behandeling van
COVID-patiënten. Daarnaast zijn de umc’s nauw betrokken geweest bij de totstandkoming
van het «Opschalingsplan COVID-19» voor de opschaling van de IC-bedden met bijbehorende
klinische bedden.
Ik beschouw de motie van Kamerlid Van Den Berg en toezegging over de stand van zaken
van de umc’s daarmee deels als afgedaan. Zoals aangegeven zal de NZa de monitor jaarlijks
tot en met in ieder geval 2022 uitvoeren. Ik zal uw Kamer informeren wanneer er een
nieuwe monitor is. En ik zal de NFU vragen om mij in september 2022 opnieuw te informeren
over de stand van zaken van de umc’s op de verschillende thema’s.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg