Brief regering : Definitieve kaderbrief Wlz 2021
34 104 Langdurige zorg
Nr. 302 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 oktober 2020
Op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) stelt de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport voor ieder kalenderjaar het bedrag vast dat in dat kalenderjaar beschikbaar
is voor op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) verzekerde zorg.
In mijn brief van 10 juni 2020 aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)1 heb ik het voorlopige kader voor de Wlz in 2021 bekend gemaakt. Deze voorlopige kaderbrief
Wlz 2021 (hierna: voorlopige kaderbrief) was onder voorbehoud van de politieke besluitvorming
over de begroting 2021 die op Prinsjesdag aan het parlement is gepresenteerd. Met
de voorliggende brief maak ik het definitieve Wlz-kader voor het jaar 2021 bekend
bij de Eerste en Tweede Kamer, en bij de NZa2.
De basis voor het Wlz-kader 2021 wordt gevormd door het Wlz-kader 2020. Inmiddels
heeft de NZa haar augustusadvies uitgebracht over de toereikendheid van het Wlz-kader
2020. De NZa heeft bij dit advies rekening gehouden met de financiële maatregelen
die zijn getroffen om ervoor te zorgen dat zorgaanbieders zich zo goed mogelijk kunnen
richten op het bestrijden van het coronavirus en het leveren van veilige en verantwoorde
zorg. Deze maatregelen zijn getroffen om financiële onzekerheid te beperken en hebben
als doel de continuïteit van zorg op de korte termijn te garanderen en de continuïteit
van (het) zorg(landschap) op langere termijn te borgen. In deze brief reageer ik op
het augustusadvies. Deze brief stuur ik in afschrift naar de NZa.
Verder geldt dat de rechter onlangs uitspraak heeft gedaan in een kort geding dat
door verschillende partijen was aangespannen tegen het Wlz-zorginkoopkader 2021–20233. De uitspraak heeft geen gevolgen voor de omvang van het budgettaire kader 2021.
Ik zal u op korte termijn via een separate brief informeren over de uitspraak en het
vervolg hierop.
I Budgettair kader Wlz 2020 en reactie op augustusadvies
Tabel 1 bevat de mutaties van het Wlz-kader 2020 sinds de voorlopige kaderbrief. Per
saldo bedraagt het geactualiseerde Wlz-kader voor 2020 hiermee € 25.087 miljoen.
Tabel 1: ontwikkeling Wlz-kader 2020 sinds voorlopige kaderbrief 2021 (* € 1 miljoen)
Totaal Wlz
waarvan CR
waarvan pgb
waarvan kwaliteitsbudget
1
Beschikbaar Wlz-kader 2020 – stand voorlopige kaderbrief 2021
24.961
21.211
2.650
1.100
2
Overhevelingen tussen pgb en CR
1
– 7
8
3
Inzet resterende herverdelingsmiddelen
125
111
14
4
Beschikbaar Wlz-kader 2020 – stand voorlopige kaderbrief 2021
25.087
21.315
2.672
1.100
1. Wlz kader 2020 voor zorginkoop, stand voorlopige kaderbrief Wlz 2021
Uit de analyse die de NZa in maart 2020 aan mij opleverde, bleek dat het Wlz-kader
2020 niet toereikend zou zijn. Op basis van deze maartbrief heb ik het beschikbare
budgettaire kader 20204 in mijn brief van 20 april 2020 opgehoogd met € 425 miljoen. De gereserveerde herverdelingsmiddelen
zijn daarnaast opgehoogd met € 55 miljoen tot € 125 miljoen. Deze ophoging van het
Wlz-kader was nodig om de zorgkantoren in staat te stellen de benodigde Wlz-zorg in
te kopen en wachtlijsten te beperken.
De NZa heeft besloten in haar meiadvies geen geactualiseerde prognose van de uitgavenontwikkeling
uit te brengen, omdat de corona-pandemie tot trendbreuken leidt die zij niet adequaat
in de prognose kon verwerken. De NZa adviseerde om het budgettaire kader, dat op basis
van een recente prognose van vóór de corona-uitbraak is opgehoogd, ongewijzigd te
laten. Ik heb dat advies opgevolgd en de NZa gevraagd mij in augustus opnieuw te adviseren
over de inzet van de herverdelingsmiddelen. Het Wlz-kader 2020 kwam daarmee in de
voorlopige kaderbrief uit op € 24.961 miljoen.
2. Overheveling contracteerruimte naar pgb-kader
Wlz-uitvoerders kunnen binnen hun budgettair kader middelen verschuiven tussen de
contracteerruimte en het pgb-kader. Daarmee kunnen zij inspelen op de voorkeuren van
hun cliënten. Tussen de voorlopige kaderbrief en 6 augustus 2020 hebben de Wlz-uitvoerders
de NZa verzocht om per saldo een bedrag van € 7 miljoen te verschuiven vanuit de contracteerruime
naar het pgb-kader. Dit is conform de beleidsregels over brutering van overhevelingen
tussen pgb en zorg in natura verwerkt als een verhoging van het pgb-kader met per
saldo € 8 miljoen. Per saldo leidt dit tot een verhoging van het Wlz-kader met € 1
miljoen.
3. Ophoging Wlz-kader n.a.v. augustusadvies
Uit de coronavrije prognose van het augustusadvies van de NZa, lijkt het waarschijnlijk
dat het Wlz-kader voor 2020 te krap zal zijn indien de gereserveerde herverdelingsmiddelen
niet worden ingezet. Op basis van de scenario’s voor de verwachte volumeontwikkeling
in de periode 1 september 2020 tot 31 december 2020 zou hooguit een ruimte van circa
€ 40 miljoen resteren. Daarmee is de ruimte in het kader minder dan de benodigde manoeuvreerruimte.
Deze coronavrije prognose is de prognose die van toepassing zou zijn als er geen corona-uitbraak
zou zijn geweest. Omdat de impact van de corona-uitbraak op het Wlz-kader nog moeilijk
te kwantificeren is, adviseert de NZa de herverdelingsmiddelen à € 125 miljoen volledig
in te zetten. Dit zorgt ervoor dat, de zorg gecontinueerd kan blijven en de zorgkantoren
voldoende manoeuvreerruimte hebben om de herschikkingsronde van de productieafspraken
soepel te laten verlopen. Ik heb besloten dit advies op te volgen, omdat ik vind dat
zorgaanbieders zich op dit moment geen zorgen mogen maken over hun financiële positie,
zodat zij zich maximaal kunnen richten op het leveren van de noodzakelijke- en veilige
zorg en daartoe ook in staat blijven. De inzet van de herverdelingsmiddelen draagt
hieraan bij.
De NZa geeft in haar augustusadvies aan dat zij het niet voor de hand vindt liggen
om bij de verdeling van de herverdelingsmiddelen een koppeling te maken met de omvang
van de wachtlijsten in de regio’s, zoals wordt voorgesteld in de motie van het lid
Geluk-Poortvliet5. De NZa geeft daarbij aan dat dit voor 2020 lastig is, omdat vanwege de corona-uitbraak
het moeilijk is geworden om onderscheid te maken tussen wachtlijsten die te maken
hebben met budgettaire krapte en wachtlijsten die het gevolg zijn van de corona-uitbraak.
Maar ook voor volgende jaren zijn er kanttekeningen te plaatsen bij het voorstel,
zo meldt de NZa. Herverdelingsmiddelen hebben namelijk een korte termijn karakter;
ze worden pas ingezet als het nodig is. Zorgkantoren geven aan dat zij meer gebaat
zijn bij meerjarige financiële zekerheid voor het realiseren van de benodigde capaciteitsontwikkeling.
Ik wil de komende tijd verkennen of het mogelijk is om meerjarig perspectief vorm
te geven.
Zorgkantoren hebben gepleit voor een generieke verdeling van de beschikbare herverdelingsmiddelen
in 2020 over de zorgkantoorregio’s, vanwege de onzekerheden als gevolg van de coronasituatie;
zij zullen onderling budget overhevelen als meer inzicht in de benutting van de regionale
kaders daar aanleiding toe geeft. Ik waardeer dit voorstel van zorgkantoren en verzoek
de NZa dan ook dit voorstel te volgen bij de verdeling van de herverdelingsmiddelen.
4. Wlz-kader 2020, stand definitieve kaderbrief 2021
Rekeninghoudend met bovenstaande mutaties komt het actuele Wlz-kader voor 2020 uit
op € 25.087 miljoen. Daarvan is € 21.315 miljoen beschikbaar voor zorg in natura,
€ 2.672 miljoen voor het pgb en € 1.100 miljoen voor het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg.
II Definitief budgettair kader Wlz 2021
Bij de opstelling van het definitieve kader voor 2021 vormt het budgettair kader Wlz
in 2020 het uitgangspunt. Tabel 2 laat zien hoe het Wlz-kader 2021 ten opzichte van
het kader voor 2020 is opgebouwd. De vetgedrukte posten zijn toegevoegd of aangepast
ten opzichte van de voorlopige kaderbrief.
Tabel 2: Opbouw Wlz-kader 2021 (* € 1 miljoen)
1
Beschikbaar Wlz-kader 2020, stand voorlopige kaderbrief Wlz 2021
25.087
2
Groeiruimte 2021
550
3
Kwaliteitskader verpleeghuiszorg tranche 2021
350
4
Toegang Wlz voor mensen met een psychische stoornis
645
5
Lage zzp’s
– 50
6
Maatregelen ter voorkoming zorgval
5
7
Loon- en prijsbijstelling 2021
535
8
Wlz-kader 2021 (som 1 t/m 7)
27.122
Ik licht in het vervolg van mijn brief de posten 1 tot en met 8 uit tabel 2 toe.
1. Wlz-kader 2020
De basis voor het Wlz-kader 2021 vormt het bedrag dat voor 2020 beschikbaar is. Dit
bedrag heb ik via deze brief bijgesteld tot € 25.087 miljoen (zie tabel 1).
2. Groeimiddelen 2021
Voor het jaar 2021 zijn € 550 miljoen aan reguliere groeimiddelen beschikbaar in verband
met demografische ontwikkelingen en de toenemende zorgzwaarte van cliënten met aanspraak
op Wlz-zorg. Hiervan is € 4 miljoen bestemd voor investeringen in duurzaam vastgoed.
De NZa heeft dit bedrag inmiddels verwerkt in de tarieven voor de normatieve huisvestingscomponent.
Doel is om aan te sluiten bij de geleidelijke aanpassing van de gebouwenvoorraad aan
recente regelgeving in het bouwbesluit voor isolatie en de vervolgstappen die in het
verschiet liggen. Vanaf 2021 zullen zorgkantoren toezien op de benodigde verduurzaming
van vastgoed. Dit staat omschreven in het inkoopkader langdurige zorg 2021–2023 van
Zorgverzekeraars Nederland6 en wordt nader uitgewerkt in het regionale beleid.
3. Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg
In totaal is er vanaf 2021 structureel € 2,1 miljard extra beschikbaar voor de implementatie
van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg7. Hiervan is een bedrag van € 435 miljoen structureel verwerkt in de maximumtarieven8. Vanaf 2019 zijn daar bovenop extra middelen beschikbaar als een geoormerkt kwaliteitsbudget.
De kwaliteitsbudgetten worden voortgezet in 2021. Om voor het kwaliteitsbudget in
aanmerking te komen, dienen verpleeghuizen een begroting op te stellen, die aansluit
sluit bij het (meerjarig) kwaliteitsplan om het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg te
implementeren. De zorgkantoren beoordelen en bespreken de kwaliteitsplannen en begrotingen
voor het kwaliteitsbudget met de aanbieders. Het kwaliteitsbudget wordt aan verpleeghuizen
beschikbaar gesteld op grond van een goedgekeurd kwaliteitsplan en bijbehorende begroting
voor het kwaliteitsbudget. Indien verpleeghuizen zich niet houden aan de afspraken
over de besteding van het kwaliteitsbudget dan zullen zorgkantoren op grond van de
privaatrechtelijke overeenkomst tussen zorgkantoor en verpleeghuis hier rekening mee
houden in de bevoorschotting of de middelen geheel of gedeeltelijk terugvorderen.
Het landelijke beschikbare kwaliteitsbudget neemt in 2021 toe met € 350 miljoen (van
€ 1.100 miljoen in 2020 tot € 1.450 miljoen in 2021, prijspeil 2021).
4. Toegang Wlz voor mensen met een psychische stoornis
Het openstellen van de Wlz voor cliënten met een psychische stoornis9 per 1 januari 2021 heeft tot gevolg dat meer cliënten gebruik zullen maken van Wlz-zorg,
waardoor de Wlz-uitgaven zullen stijgen. De verwachting is dat dit zal gaan om circa
9.250 cliënten, waarvan 7.750 cliënten gebruik zullen maken van zorg in natura en
1.500 van een pgb. Deze verwachting en de verwachte verdeling van deze cliënten over
de zorgprofielen is, zoals ook toegelicht in de memorie van toelichting bij de wetswijziging,
gebaseerd op onderzoeken van Bureau HHM10. De Wlz-uitgaven stijgen hierdoor naar verwachting met € 645 miljoen11.
Indien de financiële effecten van deze wetswijziging na afronding van het indicatietraject,
uitgevoerd door het Centrum Indicatiestelling Zorg, anders zijn dan geraamd dan wordt
dit verwerkt bij de Voorjaarsnota 2021 en in de Voorlopige kaderbrief Wlz 2022. Het
Wlz-kader 2021 kan op dat moment vanwege die reden dus nog naar boven of naar beneden
worden bijgesteld.
In de periode dat de budgetten nog bijgesteld kunnen worden, is het van belang dat
de inkoopafspraken door Wlz-uitvoerders voldoende flexibel zijn om continuïteit van
zorg te kunnen borgen.
5. Lage zzp’s
Door de trendmatige ontwikkeling van langer thuis wonen en het daarop gebaseerde beleid
neemt het beroep van cliënten met een laag zorgzwaartepakket (zzp) op intramurale
zorg geleidelijk af. Ten opzichte van 2020 verlaag ik de contracteerruimte 2021 met
€ 50 miljoen voor de afbouw van de lage zzp’s. Dit is in lijn met de realisatiecijfers
van de afgelopen jaren. Wlz-uitvoerders dienen de afbouw van deze capaciteit af te
stemmen op het gebruik van intramurale zorg door deze groep.
6. Maatregelen ter voorkoming zorgval
Voor de uitbreiding van de Extra Kosten Thuis-regeling en een verwacht toenemend gebruik
van de meerzorgregeling is voor 2021 € 5 miljoen extra beschikbaar ten opzichte van
2020. Cumulatief is hiervoor vanaf 2021 € 30 miljoen beschikbaar.
7. Loon- en prijsbijstelling 2021
De loon- en prijsbijstelling voor het Wlz-kader 2021 bedraagt € 535 miljoen.
8. Wlz kader 2021
De optelling van de posten 1 tot en met 7 leidt tot een Wlz-kader voor 2021 van € 27.122
miljoen. Tabel 3 laat zien hoe dit bedrag verdeeld is over de deelkaders.
Tabel 3: verdeling Wlz-kader 2021 over deelkaders (* € 1 miljoen)
8
Wlz-kader 2021
27.122
A
Contracteerruimte 2021
22.728
B
Pgb kader bij aanvang 2021
2.844
C
Kwaliteitsbudget verpleeghuizen 2021
1.450
D
Herverdelingsmiddelen 2021
100
De contracteerruimte bedraagt bij aanvang van 2021 € 22.728 miljoen. Zorgkantoren
wenden maximaal € 10 miljoen van de beschikbare contracteerruimte in 2021 incidenteel
aan voor de zorg voor mensen met een complexe zorgvraag die direct voortvloeit uit
de in 2020 ingezette actie van het programma Volwaardig Leven. Dit is bedoeld voor
de resterende inzet die hierop nodig is. De zorg voor mensen met een complexe zorgvraag
is structureel geborgd in het reguliere inkoopproces van zorgkantoren waarmee het
onderdeel is van de reguliere contracteerruimte.
Het pgb kader bedraagt bij aanvang van 2021 € 2.844 miljoen. Wlz-uitvoerders kunnen
een verzoek bij de NZa indienen om middelen over te hevelen tussen de contracteerruimte
voor zorg in natura en het pgb kader, zodat aangesloten kan worden bij de voorkeuren
van cliënten. Deze overheveling wordt op basis van de bruteringsregels door de NZa
verwerkt.
Zoals hierboven aangegeven is er in 2021 een bedrag van € 1.450 miljoen structureel
beschikbaar als geoormerkt kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg naast de contracteerruimte.
Deze middelen kunnen niet ingezet worden voor reguliere productieafspraken en staan
daarom apart benoemd. Conform mijn verzoek uit de voorlopige kaderbrief heeft de NZa
het kwaliteitsbudget inmiddels verdeeld over de zorgkantoor regio’s en zal de NZa
erop toezien dat de regionale ruimte niet wordt overschreden. Wlz-uitvoerders behouden
de mogelijkheid om, binnen de landelijk geoormerkte ruimte, middelen over te hevelen
tussen de regio’s om de middelen zo doelmatig mogelijk te benutten.
Zoals gebruikelijk reserveer ik eveneens een bedrag herverdelingsmiddelen. Bij de
voorlopige kaderbrief is er voor 2021 een bedrag van € 200 miljoen gereserveerd. Ik
heb besloten hiervan bij aanvang al € 100 miljoen beschikbaar te stellen, omdat de
verwachting is dat dit vrijwel zeker nodig is om volumegroei en bijbehorende loon-
en prijsontwikkeling op te kunnen vangen.
III Overige zaken
Transitiemiddelen verpleeghuiszorg 2020–2021
Het kader voor de transitiemiddelen verpleeghuiszorg voor 2020 en 2021 bedraagt € 50
miljoen per jaar.
Innovatie 2021
De geoormerkte ruimte voor innovatie in de langdurige zorg bedraagt ook in 2021 € 10
miljoen.
IV Slot
Naar aanleiding van mijn eerdere verzoek heeft de NZa onderzoek gedaan naar de mogelijkheden
om de ramingsmethodiek te verbeteren en de voorspellende waarde ervan te vergroten.
Dit heeft reeds geleid tot het betrekken van de ontwikkeling van indicaties in de
raming. De uitbraak van het coronavirus maakt deze opgave extra uitdagend. De NZa
geeft hier zelf ook over aan dat de trendbreuken die het gevolg van zijn de corona-uitbraak
haar nog enige tijd blijft achtervolgen bij de advisering over de toereikendheid van
het Wlz-kader. Ik verwacht dat de NZa een uiterste inspanning doet om de onzekerheid
die daarmee gepaard gaat te minimaliseren bij haar volgend advies.
Ik verzoek de NZa mij in februari, mei en augustus te adviseren over de inzet van
de herverdelingsmiddelen en de ontwikkelingen in het licht van de toereikendheid van
het Wlz-kader in 2021. Ik verzoek de NZa dit te bezien in relatie tot de ontwikkeling
van de indicaties en de gedeclareerde zorg waarbij ik in 2021 specifiek aandacht vraag
voor de budgettaire impact van de instroom van cliënten met een psychische stoornis
in de Wlz en het (financiële) effect van corona op het Wlz-kader.
Ik verzoek de NZa in februari een raming met mij te delen van de compensatie van de
extra kosten die het gevolg zijn van de coronacrisis voor zorg in natura en pgb, in
samenhang met de benutting van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg. De extra kosten
als gevolg van de coronacrisis worden op basis van de betreffende NZa-beleidsregel
buiten het Wlz-kader om bekostigd vanuit het Fonds langdurige zorg. Als laatste vraag
ik de NZa om mij in de komende adviezen periodiek te informeren over de uitputting
en andere ontwikkelingen in relatie tot het kwaliteitsbudget voor verpleeghuizen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport