Brief regering : Uitvoering van de motie van het lid Van Aalst over de zeven MIRT-projecten zo snel mogelijk realiseren (Kamerstuk 35300-A-92)
35 570 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021
Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 oktober 2020
Tijdens het VSO «Implicaties PAS-uitspraak voor de zeven MIRT-projecten» op 9 juni
                  jl. (Handelingen II 2019/20, nr. 80, item 27) heeft uw Kamer de motie1 van het lid Van Aalst aangenomen, die mij verzoekt de zeven MIRT-projecten zo snel
                  als mogelijk te realiseren en te voorkomen dat er nog meer vertraging ontstaat. Uw
                  Kamer heeft mij tijdens de regeling van werkzaamheden verzocht per brief de Kamer
                  te informeren over de uitvoering van deze motie (Handelingen II 2019/20, nr. 83, item 13).
               
Het betreft de zeven MIRT-projecten die net als woningbouwprojecten (circa 75.000
                  woningen) een beroep kunnen doen op het stikstofregistratiesysteem zoals aangegeven
                  in de kamerbrief van 13 november 2019 inzake het maatregelenpakket voor de stikstofproblematiek
                  in de woningbouw- en infrastructuursector2: A27/A12 Ring Utrecht, A1/A28 knooppunt Hoevelaken, A6 Almere Buiten-Oost-Lelystad,
                  A4 Haaglanden-N14, Innova 58 Tilburg-Eindhoven, A27 Houten-Hooipolder en Innova 58
                  Annabosch-Galder.
               
Met deze brief geef ik invulling aan het verzoek en informeer ik de Kamer over de
                  wijze waarop ik mij inspan de zeven MIRT-projecten zo snel als mogelijk tot uitvoering
                  te brengen in het licht van de stikstofproblematiek.
               
Algemene werkwijze in relatie tot stikstof
Voor de zeven MIRT-projecten geldt dat er per project berekeningen worden gemaakt
                  van de stikstofdepositie, waarbij de berekende projecteffecten door een ingenieursbureau
                  ecologisch (passend) worden beoordeeld. De wetgeving schrijft vervolgens voor dat
                  eventuele negatieve effecten eerst gemitigeerd/gesaldeerd worden, alvorens tot toestemmingsverlening
                  op basis van een ADC-toets kan worden overgegaan. Mitigatie/saldering kan onder andere
                  via het stikstofregistratiesysteem. Met het oog hierop wordt er, indien nodig, per
                  project een reservering «op maat» gedaan in het stikstofregistratiesysteem, waarbij
                  eerst een confrontatie heeft plaatsgevonden met de ruimtebehoefte vanuit woningbouwaanvragen
                  en waarbij uitsluitend ruimte gereserveerd wordt waar deze beschikbaar is. Daar waar
                  sprake is van een restopgave voor het project worden aanvullende maatregelen getroffen
                  en/of wordt een ADC-toets doorlopen.
               
De ruimte in het stikstofregistratiesysteem is tot op heden beperkt en bevat op dit
                  moment alleen nog de ruimte die beschikbaar is gekomen door de generieke snelheidsverlaging.
                  Ook de ruimte voor aanvullende maatregelen is tot op heden beperkt gebleven, onder
                  meer doordat extern salderen nog niet was opengesteld. Nu de eerste provincies hebben
                  aangegeven extern salderen weer open te stellen, zal ook het Rijk hier zeer binnenkort
                  toe overgaan. Ik heb Rijkswaterstaat gevraagd de mogelijkheden hieromtrent voor de
                  MIRT-projecten te verkennen in afstemming met betrokken provincies.
               
Huidige reserveringen in het Stikstofregistratiesysteem
Op dit moment geldt dat drie van de zeven MIRT-projecten zodanig ver in het planproces
                  zitten, dat deze al een reservering in het systeem hebben gedaan. Het gaat om de projecten
                  A27/A12 Ring Utrecht, A1/A28 Knooppunt Hoevelaken en A6 Almere Buiten Oost-Lelystad.
                  Voorafgaand aan deze reservering is in samenspraak met BIJ12 en het Ministerie van
                  BZK gekeken of er sprake is van een conflicterende ruimtebehoefte met woningbouwaanvragen.
                  Dit bleek slechts zeer beperkt het geval te zijn: op enkele hexagonen binnen twee
                  van de Natura 2000 gebieden, te weten het Naardermeer en de Veluwe, was er sprake
                  van te weinig ruimte voor zowel woningbouw als de projecten A6 Almere Buiten Oost-Lelystad
                  danwel Knooppunt Hoevelaken. Conform de door de Kamer aangenomen motie van het lid
                  Moorlag3, die toeziet op het met voorrang inzetten van de ruimte uit de snelheidsverlaging
                  voor de woningbouw, is in die gevallen is de ruimte met voorrang ingezet voor woningbouw.
               
De gemaakte reservering heeft nog geen juridische status. De toedeling van de gereserveerde
                  ruimte wordt namelijk pas definitief bij de toestemmingsverlening. Voor MIRT-projecten
                  is dat het moment van vaststellen van het Tracébesluit.
               
In oktober van dit jaar is de jaarlijkse actualisatie van AERIUS Calculator voorzien.
                  Omdat de projectbesluiten pas na deze actualisatie genomen zullen worden, zullen de
                  reeds gemaakte reserveringen nog aangepast worden naar aanleiding van de meest recente
                  inzichten. Daar waar dit leidt tot een aanvullende ruimtebehoefte voor de projecten,
                  treed ik in overleg met de Minister van LNV om te bezien welke mogelijkheden er zijn
                  voor wat betreft het tijdig kunnen reserveren van de nog toe te voegen ruimte aan
                  het stikstofregistratiesysteem conform de eerder genoemde kamerbrief van 13 november
                  2019. Dit vanuit de wettelijke verplichting om eerst te mitigeren, alvorens toestemming
                  te kunnen verlenen op basis van een ADC-toets.
               
Planning per project
In het MIRT-overzicht 2021 dat onlangs naar uw Kamer is gestuurd (Kamerstuk 35 570 A, nr. 4), wordt de planning voor de projecten A4 Haaglanden-N14 en A27 Houten-Hooipolder
                  weergegeven en is voor de overige vijf projecten opgenomen dat de planning nog nader
                  bepaald moet worden. Hieronder wordt de huidige stand van zaken voor de zeven projecten
                  weergegeven. Het betreft een actualisatie van de eind 2019 naar uw Kamer gestuurde
                  brief over de gevolgen van de uitspraak over de PAS voor de MIRT projecten4. Via de reguliere lijnen zal ik uw Kamer blijven informeren over de planning van
                  de MIRT-projecten, inclusief deze zeven. Hierbij blijf ik mij natuurlijk inzetten
                  op een zo snel als mogelijke realisatie van de MIRT-projecten. Ik blijf daar steeds
                  zoeken naar versnellingsmogelijkheden, bijvoorbeeld door het parallel schakelen van
                  een deel van de planuitwerkingsfase met de aanbestedingsprocedure van projecten, waardoor
                  in de vervolgfase winst geboekt kan worden.
               
A27/A12 Ring Utrecht en A1/A28 Knooppunt Hoevelaken
Ik verwacht nog voor het einde van dit jaar het Tracébesluit te kunnen nemen voor
                  de A12/A27 Ring Utrecht en begin 2021 voor het project Knooppunt Hoevelaken. Voor
                  beide projecten zal een deel van de benodigde depositieruimte uit het stikstofregistratiesysteem
                  komen: de snelheidsverlaging alleen biedt echter onvoldoende ruimte om te voorzien
                  in de volledige ruimtebehoefte van met name het project Hoevelaken. Ik onderzoek op
                  dit moment nog welke aanvullende mogelijkheden er zijn om te salderen, bijvoorbeeld
                  via de nog aan te vullen ruimte in het stikstofregistratiesysteem of via extern salderen.
                  Eveneens wordt een ADC-toets voorbereid. Zo maak ik bijvoorbeeld met de provincie
                  Gelderland en Staatsbosbeheer afspraken over de aanleg en het beheer van nieuwe natuur,
                  waarbij met het oog op de gewenste robuustheid van de natuur ruimer gekeken wordt
                  dan de op het moment strikt juridisch vereiste compensatie in het kader van een ADC-toets.
               
A6 Almere Buiten Oost-Lelystad
Het ontwerp-Tracébesluit staat nu gepland voor Q1 2021. Ook voor dit project geldt
                  dat de snelheidsverlaging onvoldoende ruimte biedt om in de volledige ruimtebehoefte
                  te voorzien: de mate waarin dat het geval zal zijn moet nog beoordeeld worden. Ik
                  onderzoek daarom ook hier welke aanvullende mogelijkheden er nog zijn om te mitigeren
                  of salderen alsook de mogelijkheden voor een ADC-toets.
               
A27 Houten-Hooipolder
Het Tracébesluit is, op een beperkt deel na, onherroepelijk. Ik voorzie op dit moment
                  geen knelpunten rond stikstof die impact hebben op de planning van het project.
               
A4 Haaglanden-N14
Op basis van de huidige berekeningen is er geen knelpunt in relatie tot stikstof;
                  nieuwe berekeningen op basis van de te actualiseren versie van AERIUS Calculator kunnen
                  leiden tot een ander inzicht. De ecologische beoordeling daarvan moet uitwijzen of
                  het project depositieruimte behoeft. Dit wordt binnen enkele weken duidelijk. Op dit
                  moment voorzie ik geen knelpunten rond stikstof die impact hebben op de planning van
                  het project.
               
Innova-58 trajecten
Prioriteit is gegeven aan de realisatie van het traject Eindhoven-Tilburg. De stikstofeffecten
                  op N2000 gebieden en mogelijk mitigerende maatregelen worden op dit moment onderzocht.
                  De provincie Noord Brabant werkt daaraan mee. Dit najaar wordt bezien welke ruimte
                  voor dit project beschikbaar is in het stikstofregistratiesysteem. Naar verwachting
                  kan het Ontwerp-Tracébesluit medio 2022 worden vastgesteld.
               
In het eerder naar uw Kamer gestuurde overzicht van de gevolgen van stikstof voor
                  projecten, is aangegeven dat het project InnovA58 Annabosch-Galder met drie tot vijf
                  jaar vertraagt gezien de grote stikstofopgave. In het kader van de gebiedsgerichte
                  aanpak participeert het rijk in het gebiedsproces voor het Natura 2000 gebied Ulvenhoutse
                  Bos en wordt samen met provincie Noord-Brabant gezocht naar oplossingen voor de stikstofproblematiek
                  voor dit specifieke project.
               
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Indieners
- 
              
                  Indiener
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.