Brief regering : Advies meestertitel in het mbo-onderwijs
31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie
Nr. 478
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 oktober 2020
Hierbij doe ik u toekomen het advies van de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs
en Bedrijfsleven (SBB) over de introductie van de meester-gezelroute in het bekostigde
mbo-onderwijs, naar aanleiding van de motie van de leden Kuik en Bruins van 7 november
2019.1
In de motie wordt aandacht gevraagd voor het belang van vakmanschap en de rol die
mbo-opleidingen spelen bij het opleiden van vakmensen. De motie suggereert dat het
introduceren van een meester-gezelroute, die bij succesvolle afronding tot de meestertitel
leidt, tot betere specialisatie en verdieping in het vakmanschapsonderwijs in het
mbo zou leiden. Concreet wordt in de motie aan mij gevraagd om in kaart te brengen
wat er nodig is om de meesteropleidingen in het bekostigde onderwijsstelsel te introduceren
en dit met de branches en de MBO Raad te bespreken.
Advies SBB
SBB heeft mij laten weten op basis van de ontvangen adviezen en interviews met experts
vanuit onderwijs en bedrijfsleven, geen mogelijkheden te zien om het meesterschap
te positioneren binnen het stelsel van mbo-opleidingen. De meestertitel is en blijft
een initiatief van de branches en heeft betrekking op het excelleren in vakmanschap
door ervaren professionals. De meestertitel is de hoogste erkenning binnen het vakmanschap.
Dit sluit aan bij het advies uit 2012 dat SBB destijds over dezelfde vraag heeft uitgebracht.
Studenten die afstuderen aan het mbo zijn beginnend beroepsbeoefenaars, in tegenstelling
tot de (zeer) ervaren beroepsbeoefenaars die de meestertitel mogen ontvangen.
SBB constateert echter wel dat er, nog meer dan in 2012, mogelijkheden zijn voor een
student om zich tijdens een mbo opleiding te specialiseren en te verdiepen in vakmanschap.
Dit legt een stevige basis om na de initiële opleiding te kunnen doorgroeien en te
excelleren in vakmanschap. Als voorbeeld worden de excellentie trajecten genoemd en
de vakgerichte Associate Degree opleidingen (aAd’s). In het advies doet SBB aanbevelingen
om de verbinding tussen meesterlijk vakmanschap en het mbo-onderwijs verder te versterken.
Zo benoemt SBB dat deelname aan excellentietrajecten leidt tot meer zelfvertrouwen
en een vergrote (beroeps)trots. Scholen hechten eraan dat deze trajecten voor alle
niveaus voor studenten toegankelijk zijn: talentontwikkeling moet en kan beschikbaar
zijn voor zowel niveau 2- als niveau 4-studenten. Er zijn inmiddels ook voorzichtige
signalen van de erkenning van getuigschriften van excellentieprogramma’s als meerwaarde
op de arbeidsmarkt. Voor verdiepende doorstroom zouden er meer vakgerichte Ad’s moet
worden aangeboden door mbo- en hbo-instellingen in samenwerking met het bedrijfsleven.
Voorts benoemt SBB de mogelijkheid voor inzet van keuzedelen. Studenten kunnen zich
met keuzedelen specialiseren in een bepaald vakgebied of een verdieping van het vakmanschap
zoeken. Tot slot adviseert SBB de positie van de praktijkopleider in de rol van leermeester
te verstevigen en het meesterschap te gebruiken als stimulans voor leven lang ontwikkelen
door dragers van meestertitels tijdens het initiële onderwijs in te zetten als ambassadeurs.
Mijn reactie
Ik vind het van groot belang dat mbo-studenten hun beroepsvaardigheden zowel tijdens
als na hun mbo-opleiding kunnen ontwikkelen en zich kunnen specialiseren. Zo zijn
excellentietrajecten een onderdeel van de kwaliteitsafspraken die ik met de mbo-scholen
heb gemaakt en zet ik samen met de sector volop in op de verdere ontwikkeling van
keuzedelen.
Vakgerichte Ad’s maar ook vakgerichte hbo bacheloropleiding kunnen bijdragen aan een
hoger niveau van vakmanschap. Mbo- en hbo-instellingen uit diverse regio’s hebben
aangegeven dat er meer behoefte is aan dergelijke verdiepende trajecten. Er is al
veel mogelijk als het gaat om samenwerking tussen mbo en hbo, ook bij de Associate
Degree. Zo kan een hogeschool ten behoeve van de onderwijskwaliteit een (groot) deel
van de Ad-opleiding laten verzorgen door een mbo-instelling, zodat gebruik kan worden
gemaakt van specifieke kennis, het netwerk en infrastructuur bij de mbo-instelling.
Eind oktober verschijnt de monitor Associate Degree van SEO Economisch Onderzoek waaruit
duidelijk zal worden hoe de Ad zich ontwikkelt. Ik ga daarover verder in gesprek met
de MBO Raad en de Vereniging Hogescholen, ook om gezamenlijk te bezien welke behoefte
er ligt voor meer verdiepende Ad trajecten en hoe de samenwerking tussen mbo en hbo
daarbij verder kan worden bevorderd.
Tot slot werk ik samen met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en andere
partners aan een doorbraak voor een leven lang leren, waarin ook volop ruimte bestaat
voor de verdere ontwikkeling van vakmensen die zich het vak al meester hebben gemaakt.
Met het STAP budget bestaat er vanaf 2022 ook een publieke financieringsbron waar
ook vakmensen een beroep op kunnen doen. Uw Kamer ontvangt dit najaar een voortgangsrapportage
over een leven lang ontwikkelen.
Mijns inziens zijn we op de goede weg met het bieden van mogelijkheden tot verdieping
en specialisatie in vakmanschap. Er zijn verschillende instrumenten die de ontwikkeling
van excellentie in het mbo stimuleren.
Daar blijf ik mij ook volop voor inzetten. Ik deel de conclusie van SBB dat de introductie
van de meester-gezelroute in het bekostigde beroepsonderwijs daar geen onderdeel van
behoort te zijn.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
Indieners
-
Indiener
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.