Brief regering : Status draaiboek triage op basis van niet medische overwegingen voor IC-opname ten tijde van fase 3 in de COVID-19 pandemie
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 617 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2020
In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en
Sport van 23 september is verzocht om een kabinetsreactie te ontvangen op het Draaiboek
«Triage op basis van niet-medische overwegingen voor IC-opname ten tijde van fase 3
in de COVID-19 pandemie» van Federatie Medisch Specialisten en de Artsenfederatie
KNMG.
Onverhoopt en onverwacht zou een situatie kunnen ontstaan dat de intensive care capaciteit
tekortschiet ten opzichte van het aantal patiënten. Het kabinet en alle betrokken
partijen in de zorg doen er alles aan om dit te voorkomen, maar het is goed om voorbereid
te zijn op het onverwachte. Dit ook om in zo’n situatie de druk van een keuze niet
bij de individuele zorgverlener te leggen. Daarom is het zogenoemde Draaiboek Triage
op basis van niet medische overwegingen voor IC-opname ten tijde van fase 3 in de
COVID-19 pandemie door de artsenfederatie KNMG en de Federatie Medisch Specialisten
(FMS) opgesteld. Het draaiboek zoals dat in consultatie wordt gebracht door FMS en
KNMG is op 16 juni openbaar gemaakt en ook naar de Tweede Kamer gezonden (Kamerstuk
25 295, nr. 423).
In fase 3 in de COVID-19 pandemie zijn drie stappen te onderscheiden. In fase 3, stap A
geschiedt triage nog langs medisch inhoudelijke overwegingen. In fase 3, stap B geldt
weliswaar een striktere triage, maar die geschiedt nog steeds in het medisch domein.
In fase 3, stap C vindt triage op niet-medische criteria plaats omdat er op basis
van medische overwegingen geen onderscheid meer te maken is. Het gaat dan om patiënten,
die in die zin identiek zijn, dat opname op de IC tot eenzelfde uitkomst zou leiden.
Het is goed te benadrukken dat een dergelijke situatie zeer uitzonderlijk is. Niet
alleen moet er dus een absolute schaarste aan IC-bedden zijn, maar ook gaat het om
een situatie dat het voor artsen onmogelijk is om op basis van medische en/of patiëntgebonden
gronden onderscheid te maken tussen patiënten en uitkomsten, verwachte duur en impact
van behandeling op de IC. Relevant daarbij is dat artsen steeds meer inzicht hebben
in het te verwachten ziektebeloop bij patiënten die IC-behoeftig worden. Het gaat
in essentie dus om medisch inhoudelijk identieke patiënten met als enig verschil dat
de ene jonger is dan de andere. In de aan fase 3, stap C, voorafgaande stappen kan
leeftijd overigens uiteraard wel een rol spelen in de zin dat een jonger iemand in
het algemeen fitter is dan een ouder iemand en het medisch inhoudelijke perspectief
voor die jongere dus beter is. Dat is een medisch inhoudelijke afweging. Daar gaat
het in stap C van fase 3 niet om, het gaat daar om patiënten die medisch inhoudelijk
«even fit» zijn en alleen in leeftijdscohort verschillen. Het kabinet heeft tegen
die achtergrond onder andere in de hiervoor genoemde brief bij de aanbieding van het
draaiboek aangegeven aan uw Kamer zo’n leeftijdscriterium in fase 3, stap C, mocht
dat doorslaggevend blijven, onacceptabel te vinden.
Op dit moment houden de FMS en KNMG een consultatie van het draaiboek. Er worden gesprekken
gevoerd met groepen ziekenhuizen en zorgverleners, waaronder medisch specialisten.
De KNMG voert gesprekken met organisaties van ouderen. De FMS geeft aan dat in een
afsluitende bijeenkomst half oktober de bevindingen aan alle ziekenhuizen zullen worden
teruggekoppeld en dan wordt getoetst of wat is opgehaald en verwerkt, inderdaad goed
verwerkt is. Daarna wordt het draaiboek door de betreffende werkgroep van de FMS afgerond
en wordt het draaiboek ter besluitvorming binnen de KNMG en FMS voorgelegd. Vervolgens
wordt het draaiboek aan de IGJ aangeboden. Deze aanbieding voorziet de FMS voor begin
november, maar de timing is ook afhankelijk van de input die nog uit de consultatieronde
komt. Zodra de IGJ bevestigt dat zij het draaiboek als veldnorm beschouwt, zal het
kabinet beoordelen of dat definitieve draaiboek aanleiding geeft het eerder ingenomen
standpunt te heroverwegen en uw Kamer daarover informeren.
Als veldnorm is het draaiboek onderdeel van goede zorg als bedoeld in artikel 2 van
de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg. Professionals moeten dan handelen overeenkomstig
deze veldnorm. Ook IGJ houdt hier toezicht op. Voor zover het gaat om de niet- medische
overwegingen in het draaiboek (fase 3, stap C), kan zo nodig het algemene discriminatieverbod
in wet- en regelgeving worden verduidelijkt zodat er geen sprake kan zijn van triage
enkel op basis van leeftijd.
De IGJ houdt de vinger aan de pols bij de ontwikkeling van de beschikbare IC-capaciteit
en zal, als de situatie daar aanleiding voor geeft, bevorderen dat het consultatietraject
eerder wordt afgerond en het draaiboek definitief wordt gemaakt. Dit om te borgen
dat er tijdig zekerheid is over de status van het draaiboek als veldnorm. Daarbij
geldt: zo zorgvuldig als mogelijk en zo snel als noodzakelijk. De IGJ staat daar over
ook in contact met de FMS en KNMG. Op die manier wordt geborgd dat er een veldnorm
is als triage in fase 3, stap C noodzakelijk is. Zo weten zorgverleners tijdig waarnaar
ze moeten handelen en is duidelijk waarop IGJ toezicht houdt. Ook zal de IGJ er op
toezien dat de ziekenhuizen zich voorbereiden door triageteams in te richten en nazorg
voor zorgverleners te organiseren.
De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg