Brief regering : Rapportage Landelijk Coördinatieteam Ventilatie op Scholen
31 293 Primair Onderwijs
               31 289
                Voortgezet Onderwijs
         
               25 295
                Infectieziektenbestrijding
         
Nr. 555
                   BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2020
In augustus heb ik het Landelijk Coördinatieteam Ventilatie op Scholen (LCVS) ingesteld;
                     dit coördinatieteam heeft alle schoolbesturen in Nederland benaderd om te inventariseren
                     of de schoolgebouwen voldoen aan de normen omtrent ventilatie.1
                     2 Hiernaast hebben zij ondersteuning geboden aan scholen bij kwesties en vragen op
                     dit gebied. Vandaag heeft het LCVS zijn rapportage uitgebracht, met hierin een «foto»
                     van de staat van schoolgebouwen in Nederland. Die doe ik u bij dezen toekomen3; ik ben het LCVS hier zeer erkentelijk voor.
                  
Het Coördinatieteam constateert dat 11 procent van de inmiddels onderzochte schoolgebouwen
                     (777 locaties) nog niet voldoet aan de bestaande normen voor de luchtkwaliteit, hier
                     zijn mogelijk aanpassingen nodig.4 38 procent van de onderzochte schoolgebouwen voldoet wel (2678 locaties). Bij de
                     overige scholen (51 procent) loopt het onderzoek nog of kon het onderzoek nog niet
                     uitgevoerd worden.
                  
Het RIVM constateert dat de overdracht van het nieuwe coronavirus voornamelijk plaats
                     vindt via druppelinfectie, en dat er op basis van de huidige inzichten geen aanwijzingen
                     zijn dat aerogene verspreiding via hele kleine druppels en druppelkernen (aerosolen)
                     een belangrijke bijdrage leveren aan de overdracht van het nieuwe coronavirus. Het
                     RIVM adviseert om in ieder geval de bestaande regelgeving en richtlijnen op het gebied
                     van ventilatie en luchten te volgen; dat is niet alleen van belang voor het beperken
                     van infecties maar ook voor een prettig en gezond binnenmilieu. Het risico op verspreiding
                     van het coronavirus door een tekort aan ventilatie is onduidelijk. De GGD’en geven
                     aan dat zij scholen niet zullen adviseren om te sluiten wegens ventilatie in schoolgebouwen
                     die te wensen overlaat. De precieze rol van ventilatie in overdracht van COVID-19
                     is nog onbekend, maar als die er al is, is deze veel minder van belang dan de andere
                     preventieve maatregelen. Veel van de huidige maatregelen om verspreiding van het virus
                     tegen te gaan hebben niet alleen een gunstig effect op de preventie van druppelinfectie
                     maar ook aerogene overdracht tussen mensen. Het gaat bijvoorbeeld om de hygiëneadviezen
                     (hoesten en niezen in de elleboog, regelmatig handen wassen met zeep, desinfecteren
                     van oppervlakken), het anderhalve meter afstand houden tussen leerkrachten, OOP en
                     leerlingen (alleen voor VO) en onderwijspersoneel onderling, en het thuisblijven en
                     testen bij klachten.
                  
Uit de door het LCVS genomen foto blijkt dat een deel van de schoolgebouwen niet voldoet
                     aan de normen uit het Bouwbesluit en aanvullende richtlijnen. Hierom is het nodig
                     dat scholen maatregelen treffen op de korte en de langere termijn. Scholen kunnen
                     direct starten met het nemen van maatregelen om acute problemen op te lossen, die
                     ik hieronder nader toelicht. Hiernaast stelt het kabinet in totaal € 360 miljoen beschikbaar,
                     waarvan € 320 miljoen extra, voor scholen en gemeenten om de ventilatie van schoolgebouwen
                     te verbeteren, in twee tranches. Beide tranches licht ik in deze brief nader toe.
                  
1. Wat kunnen scholen op korte termijn doen?
               
Het RIVM adviseert om in ieder geval de bestaande regelgeving en richtlijnen op het
                     gebied van ventilatie en luchten te volgen. Dat gebeurt nu niet op alle scholen. Op
                     korte termijn is het wenselijk dat de ventilatievoorzieningen in schoolgebouwen zo
                     goed mogelijk worden benut. Met de raden zorg ik ervoor dat schoolbesturen hun schoolleiders,
                     leraren, ondersteunend personeel, ouders en leraren goed kunnen informeren over de
                     stand van zaken voor wat betreft hun schoolgebouwen. Hiernaast zijn per 1 oktober
                     op weeropschool.nl/ventilatie handreikingen en een informatieblad beschikbaar, zodat
                     maatregelen op de korte termijn kunnen worden genomen om de ventilatie op scholen
                     te verbeteren en/of op orde te houden, ook als men nu (nog) niet aan de wettelijke
                     eisen voldoet.
                  
De door het LCVS genomen foto laat zien dat een deel van de schoolgebouwen de geldende
                     ventilatienormen niet haalt, en hiermee niet voldoet aan de wettelijke verplichtingen
                     omtrent de arbeidsomstandigheden. Het schoolbestuur heeft als werkgever de plicht
                     om het risico te inventariseren en hierop te acteren. Om beter vast te kunnen stellen
                     welke opgave zich nu precies voordoet, wil ik dat de analyse van de staat van de onderwijsgebouwen
                     in Nederland wordt voortgezet. Ik kom hier in paragraaf vier van deze brief op terug,
                     wanneer ik op de adviezen van het LCVS reageer. Schoolbesturen moeten zich inspannen
                     om dit voor hun gebouwen zo goed mogelijk in beeld te brengen.
                  
2. Langere termijn: investeringen noodzakelijk
               
Van de bovengenoemde € 360 miljoen wordt € 100 miljoen zo snel mogelijk beschikbaar
                     gesteld. Van dit bedrag is in het kader van het doorbouwplan scholen reeds € 40 miljoen
                     beschikbaar op de begroting van BZK. De regeling die recent in consultatie is gebracht,
                     de Specifieke Uitkering Doorbouwplan Scholen, zal worden aangepast. Ventilatie zal
                     een standaard- en verplicht onderdeel worden van de regeling, en het subsidiepercentage
                     zal worden verhoogd naar 30%. De subsidie zal worden gericht op noodzakelijke en energiezuinige
                     ventilatiemaatregelen en de daarbij behorende flankerende maatregelen zoals een kooldioxidemeter
                     per onderwijsruimte, een energiebeheerssysteem en maatregelen gericht op het voldoen
                     aan de eisen voor isolatie en binnenklimaat. Hiermee wordt beoogd de schoolgebouwen
                     die nu niet voldoen, zo snel als mogelijk (binnen uiterlijk 3 jaar) te laten voldoen
                     aan de geldende wet- en regelgeving, zoals die in het Bouwbesluit, de Arboregelgeving
                     en GGD- en RIVM-richtlijnen zijn vastgelegd. Tevens zal hiermee een bijdrage worden
                     gerealiseerd aan het verbeteren van de energieprestatie en duurzaamheid van de schoolgebouwen.
                  
Met de raden en de VNG is afgesproken dat zij hun leden actief stimuleren gebruik
                     te maken van deze regeling. Verder reserveert het kabinet € 260 miljoen om gerichte
                     investeringen mogelijk te maken voor ventilatie, de wijze waarop deze middelen zullen
                     worden besteed wordt vastgesteld na het uitkomen van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek
                     Onderwijshuisvesting (IBO).
                  
3. Samenvatting van de onderzoeksresultaten
               
Het LCVS heeft de opdracht gekregen om een momentopname te maken van de situatie omtrent
                     ventilatie op po- en vo-scholen in Nederland. Tot een oordeel komen over of een gebouw
                     aan normen en richtlijnen voldoet is veelal niet eenduidig: het is vaak ingewikkeld
                     en tijdrovend om te achterhalen welk Bouwbesluit geldt voor een bepaald gebouw of
                     onderdeel daarvan. Om deze reden heeft het LCVS een maatstaf voor luchtkwaliteit gehanteerd
                     voor bestaande bouw en voor nieuwbouw, waarbij dezelfde grenswaarden voor de concentratie
                     CO2 zijn gehanteerd als worden gebruikt in de arbocatalogus voor het voortgezet onderwijs
                     en het Programma van Eisen Frisse Scholen.
                  
Van de ongeveer 9.300 schoolgebouwen in Nederland is voor 7.340 gebouwen de vragenlijst
                     ingevuld (79 procent); 67 procent van de 1289 aangeschreven schoolbesturen heeft gereageerd.
                     Niet alle ingevulde vragenlijsten resulteren in een eenduidig beeld: vaak was het
                     niet, of nóg niet mogelijk om het noodzakelijke onderzoek te verrichten, waardoor
                     onduidelijk is gebleven of het gebouw aan de normen voldoet. Van de gerapporteerde
                     scholen voldoet 38% wel aan de normen en 11 procent nog niet en zijn technische aanpassingen
                     nodig (777 locaties). Bij de overige scholen loopt het onderzoek nog of kon het onderzoek
                     nog niet uitgevoerd worden (51%).
                  
4. Adviezen LCVS: nader onderzoek en verbinding brede huisvestingsopgave
               
Het LCVS adviseert nader onderzoek te doen om een scherper beeld te krijgen van wat
                     nodig is om het binnenklimaat van schoolgebouwen op orde te brengen. Niet alleen ontbreekt
                     het aan gerapporteerde gegevens voor een deel van de gebouwenvoorraad, bij 51% moet
                     het onderzoek nog plaatsvinden. Volgens het LCVS is hierbij inzicht nodig in de verschillende
                     gebouwtypologieën en ventilatiesystemen.
                  
Daarnaast adviseert het LCVS om het binnenklimaat op scholen breed te agenderen door
                     het te verbinden aan onderwijshuisvesting en verduurzaming. Ik voeg hieraan toe dat
                     onderinvestering in onderwijshuisvesting al enige tijd een punt van zorg is, en op
                     momenten onvoldoende aandacht heeft gekregen van schoolbesturen, gemeenten en het
                     Rijk. De Algemene Rekenkamer, Regioplan en McKinsey hebben eerder al gesignaleerd
                     dat de kwaliteit van schoolgebouwen onder druk staat, en een lans gebroken voor aanvullende
                     investeringen.
                  
Ik neem deze adviezen van het LCVS over. Binnen het reeds gestarte Interdepartementale
                     Beleidsonderzoek (IBO) Huisvesting wordt breed gekeken naar de benodigde kwaliteit
                     van schoolgebouwen, wordt getoetst of de actoren in het stelsel voldoende zijn toegerust
                     om hun verantwoordelijkheid in te vullen en bezien welke eventuele aanvullende maatregelen
                     overwogen moeten worden. Een inschatting van de benodigde kosten om de gebouwen op
                     het gewenste niveau te krijgen hoort daar ook bij. Met Ruimte-OK laat ik volledig
                     verdiepend onderzoek verrichten naar gebouwtypen en ventilatiesystemen. De foto (en
                     de nadere uitwerking ervan) dragen ook nu al bij aan de probleemanalyse van het IBO,
                     die nodig is om de juiste maatregelen te benoemen. De conclusies van dit onderzoek
                     worden verwacht in de eerste helft van 2021.
                  
5. Tot slot
               
Onderwijshuisvesting waar we trots op kunnen zijn is een belangrijk onderdeel van
                  de onderwijskwaliteit, dat is in alle tijden waar. Mede om die reden is het belangrijk
                  dat we vooruit kijken: in het hier en nu alles doen om de gezondheid van leraren en
                  leerlingen te beschermen en continuïteit van onderwijs te bieden, in de nabije toekomst
                  verder werken aan de randvoorwaarden voor goed en betekenisvol onderwijs voor alle
                  leerlingen. Ik informeer de Kamer op korte termijn over de uitwerking van de geschetste
                  stappen.
               
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
                  A. Slob
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media