Brief regering : Verslag informele videoconferentie EU-gezondheidsministers van 4 september 2020
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 578 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2020
Hierbij bied ik u het verslag van de informele videoconferentie van EU-gezondheidsministers
van 4 september jl. aan.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Bijlage 1. Verslag informele videoconferentie van EU-gezondheidsministers van 4 september
jl.
Beleidsdebat: Coördinatie van quarantaine- en testregimes
Op initiatief van het Duitse voorzitterschap is gesproken over coördinatie van quarantainemaatregelen,
alsmede coördinatie van de mogelijkheid om de quarantaineperiode te verkorten door
middel van tests in het geval van reisbewegingen uit hoog risicogebieden.
Commissaris Kyriakides benadrukte dat het vooral voor de EU-burgers van belang is
om tot een goed gecoördineerde aanpak te komen in EU verband. Zij signaleert dat het
voor burgers nu erg verwarrend is, omdat lidstaten verschillend beleid hanteren en
er ook dikwijls veranderingen zijn.
Nederland heeft over het voetlicht gebracht dat Nederland actief bijdraagt aan Europese
besprekingen ten aanzien van het zoveel mogelijk – mits de volksgezondheidssituatie
het toestaat – open houden van EU grenzen. Het vrije verkeer dient zo min mogelijk
te worden gehinderd, zodat burgers en bedrijven zo min mogelijk worden belemmerd in
hun vrijheden en daarmee de economie en interne markt zo min mogelijk worden geschaad.
Nederland heeft hierbij gewezen op het belang van heldere communicatie, zowel naar
burgers en bedrijven als tussen lidstaten onderling. Zeker daar waar er nationaal
maatregelen worden getroffen die impact hebben op buurlanden. Invulling van maatregelen
ten aanzien van test- en quarantainebeleid ten aanzien van reizigers uit hoog-risicogebieden
blijft uiteindelijk nationale bevoegdheid, zodat de epidemiologische situatie, sociale
acceptatie van maatregelen, reisanamnese en testcapaciteit kunnen meewegen.
Een grote meerderheid van de lidstaten was voorstander van een gemeenschappelijke
benadering van grensoverschrijdende reizigers afkomstig uit gebieden met een hoog
risico op basis van wetenschappelijk advies van het Europees Centrum voor Ziektepreventie
en -bestrijding (ECDC) en andere deskundigen. Lidstaten spraken de wens uit om te
komen tot een evenredige oplossing voor de huidige lappendeken aan quarantaine- en
testregimes binnen de Unie. Daarbij spraken diverse lidstaten hun steun uit voor het
ontwikkelen van een gemeenschappelijk afwegingskader met minimumnormen. Diverse lidstaten
onderstreepten daarbij dat het belangrijk is om de afweging van het nemen van maatregelen
uiteindelijk nationaal of regionaal te laten zijn. Lidstaten gaven aan problemen te
voorzien bij het opstellen uniforme definities, criteria en indicatoren. Lidstaten
zouden de flexibiliteit moeten behouden om deze normen aan te passen aan nationale
wetgevings- en beleidskaders en specifieke nationale of regionale omstandigheden.
Beleidsdebat: COVID-19 vaccin-aankoop en financiering
De Europese Commissie sluit contracten met vaccin-producenten waarbij zij producenten
in staat stelt hun productie op te schalen met een risicodragende investering vanuit
het Emergency Support Initiative (ESI)-budget. In ruil daarvoor krijgen de lidstaten
het recht om, zodra een vaccin succesvol is en toegelaten tot de Europese markt, een
bepaald volume aan doses vaccin te kopen tegen een afgesproken prijs en met concrete
afspraken over de leveringsvoorwaarden. De Europese Commissie werkt op dit moment
aan een portfolio van zeven producenten. Het ESI-budget is echter onvoldoende om een
dergelijk portfolio te kunnen realiseren. In dat geval voorziet het ESI-akkoord tussen
Commissie en lidstaten in de mogelijkheid voor die lidstaten om aanvullende financiering
beschikbaar te stellen. Commissaris Kyriakides sprak de hoop uit dat alle lidstaten
het werk van de Commissie in deze blijven steunen, ook in financiële zin, zodat de
Commissie het gewenste aantal voorcontracten kan afsluiten.
Het Duits voorzitterschap wees er op dat er dringend een oplossing zou moeten worden
gevonden om het financieringstekort voor de vooruitbetaling van het gewenste portfolio
van zeven kansrijke COVID-19-vaccins, te dichten.
Het voorzitterschap stelde voor het Emergency Support Initiative (ESI)-budget aan
te vullen, door het beschikbaar stellen van aanvullende financiële middelen door de
lidstaten. Alle lidstaten spraken waardering uit voor het voorinkooptraject van de
Europese Commissie. Elf lidstaten, waaronder Nederland, spraken steun uit voor verhoging
van het ESI-budget, terwijl tien anderen een (positief) voorbehoud moesten maken vanwege
nationale besluitvormingsprocedures. Een beperkte groep lidstaten vroeg meer informatie
over de uitgaven, contracten en criteria voordat zij zich nader wilde committeren.
Na deze videoconferentie heeft de Europese Commissie middels een brief de lidstaten
gevraagd hun toezegging om additioneel bij te dragen aan het ESI-budget te bestendigen,
zodat het proces voor de resterende kandidaat-vaccins voort kan worden gezet om snel
contracten te kunnen sluiten. Ook Nederland heeft haar toezegging om eenmalig circa
€ 43 miljoen aan het ESI-budget bij te dragen ten behoeve van het sluiten van contracten
met producenten in de bestaande portfolio schriftelijk vastgelegd. Ik informeerde
uw Kamer op 18 september jl. hier reeds over (Kamerstuk 25 295, nr. 539).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport