Brief regering : In-Depth Review van het Nederlandse energiebeleid door het Internationaal Energieagentschap
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
31 239
Stimulering duurzame energieproductie
Nr. 615
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 september 2020
Met deze brief stuur ik u de analyse van het Nederlandse energiebeleid door het Internationaal
Energieagentschap (IEA). Lidstaten van het IEA ondergaan elke vijf jaar een dergelijke
In-Depth Review (IDR). Op basis van een eerste analyse heeft een reviewteam, vanaf
november 2019, gesproken met beleidsmedewerkers van verschillende ministeries en uitvoeringsdiensten,
relevante organisaties uit de energiesector, branchevertegenwoordigers, betrokkenen
bij het Klimaatakkoord en NGO’s. Dit heeft geleid tot bijgevoegd rapport1 en aanbevelingen.2
Ik dank het IEA voor de gedegen IDR. Het is zeer waardevol dat deze organisatie, met
een grote hoeveelheid relevante expertise, periodiek de vormgeving en effectiviteit
van het energiebeleid in alle lidstaten onderzoekt en vrij van overtuigingen op feitelijke
basis adviseert. Zeker gezien de grote energieopgave waar we voor staan en de veelheid
aan zienswijzen op hoe daar mee om te gaan, is deze objectieve en onpartijdige rol
van groot belang. Het IEA noemt een aantal uitdagingen waar Nederland voor staat.
Dit zijn bijvoorbeeld de nog grote hoeveelheid fossiele energiebronnen in de energiemix
en de stagnatie in de daling van onze CO2-uitstoot. Ik zie in de IDR tegelijkertijd ook veel steun voor het gevoerde beleid.
Met het Klimaatakkoord is er volgens het IEA een ambitieuze visie op de energietransitie.
Ook ziet de IEA Nederland als een aanjager van deze transitie.
Een belangrijke conclusie die ik trek op basis van de analyse en de aanbevelingen
is dat we alle technologieën en energiebronnen nodig hebben om de energietransitie
vorm te geven en de doelen uit het Klimaatakkoord te halen. Dit geldt dus ook voor
biomassa, CCS en nucleair. De komende jaren blijft daarnaast gas belangrijk in onze
energiemix. Het IEA wijst onder meer op het belang van het bewaken van de gasvoorzieningszekerheid
als gevolg van de sluiting van het Groningen-gasveld halverwege 2022 en de toenemende
afhankelijkheid van de invoer van aardgas. In Nederland ligt de komende jaren de nadruk
op afbouw en ombouw van het gassysteem van aardgas naar groen gas en CO2-arme waterstof. Mijn gasdrieluik van 30 maart 20203 beschrijft de stappen die het Rijk zet om deze ontwikkelingen te faciliteren, maar
ook wat het belang is en blijft van gasvormige energiedragers. Ik zie deze aanbeveling
dan ook als onderbouwing van het belang om, veilig, nog enige tijd gas uit kleine
velden te blijven winnen om de gasvoorzieningszekerheid tot 2050 te kunnen blijven
waarborgen. Ik verwijs in dit verband ook naar de wijziging van de Mijnbouwwet die
momenteel in uw Kamer voorligt.4
Het IEA roept Nederland verder op om ervoor te zorgen dat bij de focus op CO2-reductie een kosteneffectieve verwezenlijking van de EU-doelstellingen, waaronder
door het treffen van energie-efficiëntiemaatregelen en hernieuwbare energietoepassing,
niet uit het oog wordt verloren. Het kabinet is positief over de voorgestelde verhoging
van het EU-CO2-reductiedoel naar 55%, in lijn met het Regeerakkoord. Nederland stelt met het sturen
op één centraal doel van CO2-reductie een kosteneffectieve transitie centraal. Een eventuele ophoging van de bestaande
Europese subdoelen voor hernieuwbare energie en van energie-efficiëntie zal ik dan
ook beoordelen op de vraag of ze in lijn zijn met het kosteneffectief behalen van
het nationale broeikasgasreductiedoel.
Het IEA doet ook verschillende aanbevelingen om ondersteunend beleid toe te passen
om de potentie van wind op zee, wind op land, hernieuwbaar gas en CCS te realiseren.
In dit verband vraagt het IEA Nederland onder meer om een levensduurverlenging voor
de nucleaire centrale in Borsele te overwegen. Daar heb ik uw Kamer in mijn brief
van 14 september over geïnformeerd.5 Ook heeft uw Kamer in de Algemene Politieke Beschouwingen per motie opgeroepen om
een marktconsultatie te doen. Ik zal deze motie spoedig uitvoeren.
Ten slotte wordt Nederland opgeroepen opkomende technologieën voor kosteneffectieve
emissiereducties te stimuleren en de kloof tussen demonstratie en grootschalige uitrol
beter te overbruggen. Dit stimuleren geldt ook voor een commerciële uitrol van CO2-arme waterstofproductie en opschaling van elektrolyse, CCUS en ondersteunende infrastructuur.
Voor het stimuleren van specifiek de commerciële productie van CO2-arme en groene waterstof en het ontwikkelen van CCS, stel ik middelen beschikbaar
via de DEI en de SDE++ en heb ik een beleidsagenda voor waterstof gepubliceerd. Complimenten
van het IEA zijn er voor de proactieve waterstofstrategie.
In het energiebeleid moeten we veel keuzes maken die langjarige effecten hebben. Hiervoor
moeten we ons op de laatste inzichten baseren, het IEA helpt ons daarbij. Dit is nodig
om de klimaatdoelen te behalen en de energievoorziening betaalbaar en betrouwbaar
te houden.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat