Brief regering : Innovatie, Precisielandbouw en Veredelingstechnieken
35 570 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2021
Nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 september 2020
Op donderdag 6 februari 2020 vond een algemeen overleg (AO) over Landbouw, klimaat
en voedsel plaats (Kamerstuk 35 300 XIV, nr. 72). Tijdens dit algemeen overleg zijn vragen gesteld over de mogelijke rol en samenhang
van innovatie, precisielandbouw en veredelingstechnieken in relatie tot het behalen
van de klimaatambities en andere uitdagingen waar we voor staan. Ik heb toegezegd
om over deze onderwerpen een brief naar uw Kamer te sturen waarin ik een update geef
over de zaken die op dat punt lopen. Hiermee kom ik tevens tegemoet aan het verzoek
van het lid Lodders van 15 mei 2020.
Ook kom ik terug op een eerdere toezegging met betrekking tot blockchain in de agrifoodsector
(Kamerstuk 31 532, nr. 213).
Tot slot geef ik met deze brief een reactie op de motie van het lid Weverling die
de regering verzoekt zich in te zetten voor het beter mogelijk maken van het gebruik
van nieuwe plantveredelingsmethoden, waaronder CRISPR-Cas9, in Europa (Kamerstuk 27 428, nr. 360).
Innovatie, precisielandbouw en veredelingstechnieken zijn belangrijke componenten
voor het behalen van de doelen van het Klimaatakkoord en Kringlooplandbouw. Zo dragen
precisielandbouw en veredelingstechnieken o.a. bij aan het verminderen van de afhankelijkheid
van gewasbeschermingsmiddelen respectievelijk het ontwikkelen van resistente rassen
die minder gevoelig zijn voor plagen en ziektes. Hierdoor zijn er op termijn minder
inputs nodig en nagenoeg geen emissies. In deze brief laat ik aan de hand van enkele
voorbeelden op het gebied van precisielandbouw zien welke concrete trajecten met ondersteuning
van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) reeds lopen en welke
nieuw zijn. Zo presenteer ik de Uitvoeringsagenda van de Nationale Agenda Precisielandbouw
(NAP), waarin ik samen met andere organisaties enkele knelpunten voor de verdere ontwikkeling
en toepassing van precisielandbouwtechnieken wil aanpakken. Met een netwerk van Boerderijen
van de Toekomst, waarvan de eerste locatie in Lelystad net voor de zomer officieel
is geopend, wil ik een oplossing bieden voor een van de gesignaleerde knelpunten:
een gebrek aan experimenteer- en testmogelijkheden.Tot slot geef ik in deze brief
de stand van zaken weer over de besluitvorming in Europa met betrekking tot het dossier
veredelingstechnieken en geef ik aan wat hierbij mijn ambities voor de toekomst zijn.
De EU-agendering van nieuwe veredelingstechnieken is hierbij belangrijke stap vooruit.
Belang van innovatie voor maatschappelijke doelen LNV
Voor het behalen van de klimaatdoelen en andere maatschappelijke opgaven is innovatie
onontbeerlijk. Daarom investeer ik daar ook in, bijvoorbeeld binnen de kaders van
de LNV-visie gericht op Kringlooplandbouw (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 5) en het bijbehorende realisatieplan LNV-visie (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 76), het Klimaatakkoord landbouw en landgebruik (Kamerstuk 32 813, nr. 342) en de Kennis-en Innovatieagenda Landbouw, Water en Voedsel (Kamerstuk 33 009, nr. 70) die samen met de topsectoren Agri&Food, Tuinbouw&Uitgangsmaterialen en Water&Maritiem
is opgesteld. Maar ook de Toekomstvisie Gewasbescherming 2030, het programma Duurzame
Veehouderij en het Tuinbouwakkoord hebben aandacht voor de rol van technologie, innovatie
en experimenteerruimte.
Voor de daadwerkelijke impact op deze maatschappelijke doelen is het belangrijk dat
kennis en beloftevolle nieuwe technologie ook daadwerkelijk in de praktijk worden
gebruikt en verspreid. Om dit voor elkaar te krijgen zijn experimenten en acties gericht
op verspreiding (of adoptie) nodig, waarbij voor dit laatste stimulerende wet- en
regelgeving, financiële prikkels en een geschikte (data en ICT) infrastructuur vaak
noodzakelijke voorwaarden zijn. Onderwijs en startups zijn hierbij ook van belang,
net als de inzet van middelen voor fundamenteel en toegepast onderzoek. Op al deze
fronten zet ik mij in.1
Precisielandbouw algemeen/smart agriculture
Precisielandbouw is een innovatieve ontwikkeling in de land- en tuinbouw2 waarbij verschillende technologie- en kennisvelden bij elkaar komen zoals digitalisering
en kunstmatige intelligentie, robotisering, agronomie en ecologie. De kern ervan is
dat door het doelgericht verzamelen en verwerken van (digitale) data het mogelijk
wordt dieren of gewassen gedurende de teelt precies op maat de juiste zorg naar tijd
en plaats te bieden. Zo wordt een optimale ontwikkeling van de teelt gerealiseerd
met minder emissies en verspilling van grondstoffen. Daarmee draagt precisielandbouw
direct bij aan Kringlooplandbouw en de klimaatdoelen.
Zo worden in de vollegrondsteelten door nauwkeurige dosering van mest en gewasbeschermingsmiddelen
emissies van schadelijke stoffen (bijvoorbeeld broeikasgassen) naar bodem, water en
lucht sterk gereduceerd. Door deze aanpak te combineren met nieuwe teeltsystemen gebaseerd
op agro-ecologische principes kan nog meer winst worden behaald. Hiervoor wordt o.a.
door WUR en het Louis Bolk Instituut onderzoek uitgevoerd. Inpassing in de boerenpraktijk
is een belangrijk aandachtspunt.
In de dierhouderij wordt het mogelijk om elk dier afzonderlijk te volgen en die behandeling
te geven die het nodig heeft, zoals het inspelen op de individuele behoefte aan voeding
of het bepalen van het moment van melken bij koeien. Ook kan de gezondheid van ieder
afzonderlijk dier gemeten worden. Een andere toepassing is het beter meten van emissies
op bedrijfsniveau en op grond daarvan handelen. Het werken aan diergezondheid en het
reduceren van schadelijke emissies gaan hier hand in hand.
Ook in de glastuinbouw vinden er ontwikkeling en inzet van genoemde kennis en technologie
plaats. Het streven is om op lokaal niveau met een minimum aan inputs (meststoffen,
gewasbeschermingsmiddelen, energie, plantmateriaal) een maximaal rendement te genereren
in termen van kwaliteit en kwantiteit, voorspelbaarheid en duurzaamheid (minder emissies)
met een minimum aan uitval.
Precisielandbouw in de vollegrondsteelten
Om precisielandbouw in de vollegrondsteelten verder te ontwikkelen en op te schalen
in de dagelijkse praktijk, zet ik mij actief in voor een aantal initiatieven; een
paar voorbeelden:
• De Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL), een programma gericht op de verdere
verspreiding (of adoptie) van precisielandbouw, waarin experts van Wageningen Research
zo’n 30 telers en melkveehouders begeleiden bij de introductie van precisielandbouw-toepassingen
op hun bedrijf. Hierbij worden ervaringen gedeeld via open dagen bij NPPL-boeren,
seminars, videoberichten en aandacht in vakbladen. Momenteel worden 18 toepassingen
aangeboden aan de telers. Dit jaar worden mechanische onkruidbestrijding met robots
en enkele strokenteelttoepassingen geïntroduceerd (zie verder Externe link:www.proeftuinprecisielandbouw.nl).
• Precisielandbouw valt of staat met een adequate data- en ICT-infrastructuur in Nederland.
Om die reden werk ik interdepartementaal samen om de beschikbaarheid van data voor
toepassingen in het agro- en natuurdomein te verbeteren. Dit is bijvoorbeeld het geval
bij de publicatie van open bodemdata via de Basisregistratie Ondergrond (BRO) en de
beschikbaarstelling van actuele, gedetailleerde en hoogwaardige satellietdata van
het Nederlands grondgebied. In de BRO zijn inmiddels van alle boringen die door WUR
zijn uitgevoerd (330000 stuks in totaal) de informatie over de opbouw van de bodem
gepubliceerd. Deze informatie zal worden aangevuld met fysische en chemische karakteristieken.
Op de rijksinfrastructuur voor het publiceren van publieke overheidsdata Publieke
Dienstverlening op de Kaart (Externe link:www.pdok.nl) en op BRO Loket (Externe link:www.broloket.nl) is de meest actuele bodemkaart beschikbaar. Via de website Externe link:https://www.satellietdataportaal.nl/ kunnen nabewerkte satellietdata worden gedownload. Deze satellietdata kunnen direct
in eindgebruikers applicaties worden toegepast.
• Met betrekking tot de realisatie van een ICT-infrastructuur in de akkerbouw is een
consortium in het Topsectorproject Precisielandbouw 4.0 aan de slag. De ambitie is
om te komen tot een infrastructuur waarin het delen van data voor innovaties in de
sector op een veilige en verantwoorde manier mogelijk is. Essentieel is dat de teler
regie heeft over het gebruik van zijn bedrijfsgegevens door derden. Het ontwerp van
deze infrastructuur is deze zomer afgerond door middel van een conceptrapport. Na
goedkeuring van het Topsectorbureau start de realisatiefase waarbij een aantal gebruikersvragen
als startpunt wordt genomen. Eén van de toepassingen gaat over het combineren van
data over de gewasgroei, opbrengsten en opslag in de aardappelteelt. De verwachting
is dat het combineren van deze data tot grotere opbrengsten met minder uitval zal
leiden.
• Bij de ontwikkeling van deze infrastructuur wordt gekeken naar mogelijkheden die Blockchaintechnologie
biedt. Blockchain kan een basis bieden voor het veilig opslaan, delen en gebruiken
van data van telers in de keten. Dit biedt perspectief voor bijvoorbeeld het realiseren
van farmdata-wallets of boerendata-coöperaties. Dit najaar publiceert Wageningen University
and Research (WUR) een bredere verkenning naar kansen van Blockchain in de agrosector.
Wanneer deze beschikbaar is, deel ik deze graag met uw Kamer.
• Op grond van de ervaringen van de precisielandbouw in de vollegrondsteelt, met name
die van het NPPL-programma, is een aantal nieuwe initiatieven ontstaan die ook voor
andere sectoren van belang kunnen zijn. Zo is in samenspraak met diverse partijen
door WUR een Nationale Agenda Precisielandbouw (NAP) opgesteld waarin de knelpunten
zijn benoemd die de verdere verspreiding van precisielandbouw belemmeren. Het gaat
hier om technische aspecten, over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (met een
verwijzing naar het uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030), het
gebrek aan kennis en competenties en te weinig zicht op een goed verdienmodel. Ik
stuur uw Kamer ter informatie de Uitvoeringsagenda NAP (waarin een samenvatting van
de NAP) als bijlage3 mee, waarin de leden van de stuurgroep NPPL (BO-Akkerbouw, Fedecom, LTO, WUR, Groen-Pact
en LNV) aangeven welke acties zij willen oppakken. Een aantal van de knelpunten uit
deze NAP heb ik reeds ter hand genomen:
o Een van de knelpunten is het gebrek aan fysieke experimenteerruimte voor sectorpartijen.
Om hieraan tegemoet te komen heb ik samen met WUR het initiatief genomen voor de realisatie
van de zogenaamde «Boerderij van de Toekomst (BvdT)«. BO Akkerbouw en de provincie
Flevoland hebben zich aan deze faciliteit verbonden. Deze faciliteit is een schakel
in de gehele innovatieketen van onderzoek naar toepassingen, testen, demonstraties
en opschaling in de praktijk. De BvdT wordt gepositioneerd als een platform voor onderzoekers,
het bedrijfsleven (inclusief startups), het groene onderwijs en boerennetwerken om
gezamenlijk te werken aan solide en integrale innovaties voor kringlooplandbouw. Dit
laatste betekent ook dat er een link gelegd wordt met de melkveehouderij (zie het
ontwerprapport Externe link:https://edepot.wur.nl/520716). Ik ben verheugd te kunnen melden dat op 25 juni 2020 deze faciliteit in Lelystad
is geopend.
o Ik ben voornemens de samenwerking tussen de BvdT in Lelystad en andere regionale,
vergelijkbare initiatieven te zoeken en te versterken. Zo is in september een intentieverklaring
ondertekend voor samenwerking in een landelijk platform «Boerderij van de Toekomst»
met partijen in Noord-Brabant die werken aan een eigen Boerderij van de Toekomst.
Ondertekenaars zijn ZLTO, HAS Den Bosch, TU/e, WUR, Praktijkcentrum voor Precisielandbouw
in Reusel en LNV.
o In het najaar publiceert NWO-SIA een oproep voor praktijkgericht onderzoek gericht
op het oplossen van vraagstukken in de precisielandbouwpraktijk. De Nationale Agenda
Precisielandbouw zal gebruikt worden als kader bij het formuleren van onderzoeksopdrachten
door de lectoraten.
o In het in ontwikkeling zijnde programma Innovatie op het Boerenerf ga ik vouchers
beschikbaar stellen aan telers die hiermee deskundig advies kunnen krijgen of zelf
een opleiding kunnen volgen voor het zetten van stappen naar precisielandbouw.
o In het Klimaatakkoord is een investeringsregeling voor innovatieve precisielandbouw
toepassingen aangekondigd, m.n. gericht op de vollegrondsteelten (inclusief akkerbouw).
Zoals aangegeven in de bijlage bij mijn brief van 3 september 2020 aan uw Kamer «Op
weg met nieuw perspectief: Van visie naar resultaten. Eerste resultatenoverzicht realisatieplan»
(Kamerstuk 35 300 XIV, nr. 77) is het streven deze regeling per 1 januari 2021 open te stellen.
Het doel is om op deze manier zogenaamde productieve investeringen bij agrariërs te
stimuleren, zoals voor diverse precisiedoseringstechnieken en bijbehorende software
voor het maken van bodem- en taakkaarten.
Precisielandbouw in de glastuinbouw
Hoewel de term precisielandbouw in de glastuinbouw minder wordt gebruikt, maakt deze
sector al langer gebruik van de onderliggende componenten. Zo worden de nieuwste technologieën
ontwikkeld en ingezet, zoals klimaatcomputers, diverse soorten sensoren, plukrobots,
mest-mengapparatuur en mestkwaliteitsbepaling bij toediening en vochtbeheersing (en
warmteterugwinning). In kassen zijn de condities goed lokaal te beïnvloeden en wordt
gebruik gemaakt van plaats-specifieke behandelingstechnieken.
Drijvende krachten voor de ontwikkeling en toepassing hiervan zijn het zorgvuldig
omgaan met grondstoffen, gewasbeschermingsmiddelen en reststromen, de vermindering
van emissies naar het milieu en het energiezuinig werken. Maar ook arbeid en de versterking
van sociaaleconomische positie horen daarbij. Het eerder aangehaalde Tuinbouwakkoord,
gericht op een volledige circulaire tuinbouwsector, vormt een mooi kader voor de verder
ontwikkeling en toepassing van deze precisietechnieken.
Ik zie dat in deze sector er reeds langere tijd vele private initiatieven zijn op
dit vlak. In de afgelopen jaren heb ik via diverse PPS-en, en dan met name de PPS-Precisietuinbouw,
een bijdrage geleverd aan de verdere ontwikkeling en toepassing van deze precisietechnieken,
ook in de glastuinbouw.
Precisielandbouw in de dierhouderij
In de dierhouderij worden precisietechnieken op diverse manieren toegepast, gericht
op het dier, op bedrijfsniveau en op het telen van voedergewassen binnen het veehouderijbedrijf.
De inzet van precisietechnieken voor deze laatste toepassing, die erg lijkt op die
in de vollegrondsteelten met name in de grasteelt, is nog niet heel wijdverspreid.
Daarom worden binnen de Nationale Proeftuin Precisielandbouw enkele melkveehouders
geadviseerd over de toepassing ervan.
Voor het diergerichte deel is reeds de nodige kennis en technologie beschikbaar, zoals
de volautomatische melk- en voederrobots die per dier kunnen bepalen wanneer een koe
gemolken moet worden dan wel die voeding moet krijgen die nodig is. Ik ondersteun
de verdere ontwikkeling en toepassing van kennis en technologie met diverse publiek-private
projecten waarin het preciezer meten en handelen centraal staan, gericht op een betere
diergezondheid en minder emissies. Binnen de Topsector Agri&food zijn bijvoorbeeld
net twee PPS-en op dit onderwerp gestart.4 Op bedrijfsniveau gaat een onderzoek van start om met behulp van sensoren methaan
en ammoniak op een betrouwbare manier en realtime op bedrijfsniveau te kunnen meten.
Op basis daarvan kan de boer zijn handelen aanpassen om de emissies terug te brengen.
Nieuwe veredelingstechnieken
Met deze paragraaf over nieuwe veredelingstechnieken voldoe ik aan uw verzoek om de
vaste Commissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te informeren over de stand van
zaken over biotechnologie, waarin onder meer wordt ingegaan op de ontwikkelingen rond
CRISPR-Cas en de uitspraken van het Europese Hof van Justitie over biotechnologietoepassingen.
Innovatieve nieuwe technieken, waaronder ook de toepassing van CRISPR-Cas, kunnen
een belangrijk rol vervullen in de ontwikkeling naar een duurzame land- en tuinbouw
en het behalen van de bijbehorende maatschappelijke doelen, bijvoorbeeld door de ontwikkeling
van robuuste gewassen die beter bestand zijn tegen ziektes, droogte, hitte en verzilting.
De mogelijkheden voor plantveredeling door middel van nieuwe veredelingstechnieken
ontwikkelen zich snel.
Binnen de huidige Europese kaders worden deze technieken onder de biotechnologie (ggo-regelgeving)
geschaard. Het is daarom ook belangrijk dat de EU-regelgeving doeltreffend is, aansluit
bij recente wetenschappelijke ontwikkelingen en er voor zorgt dat deze nieuwe vormen
van biotechnologie op een veilige manier en maatschappelijk verantwoorde wijze worden
ontwikkeld en toegepast. In het regeerakkoord is daarom het volgende afgesproken:
«Nederland zal zich in Europa inzetten voor de toepassing en toelating van nieuwe
veredelingstechnieken, zoals CRISPR/Cas9, mits daarbij geen soortengrenzen worden
overschreden.»
Op 14 mei 2019 heb ik in de Landbouw- en Visserijraad een oproep gedaan om nieuwe
veredelingstechnieken en de ggo-regelgeving te agenderen en in het werkprogramma van
de Europese Commissie op te nemen (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1178). Deze oproep heeft ertoe geleid dat op 8 november 2019 de Raad van de Europese Unie
een Raadsconclusie heeft aangenomen waarin de Europese Commissie wordt verzocht een
onderzoek uit te voeren en, indien gepast, met een voorstel te komen.5 Ik heb samen met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat de noodzaak voor een
gemeenschappelijke Europese aanpak en de urgentie van de situatie nogmaals aangegeven
middels een stemverklaring bij het Raadsconclusies.6
Het onderzoek is begin dit jaar gestart en de Europese Commissie moet hiermee antwoord
geven op vragen die betrekking hebben op «het arrest van het Hof van Justitie in zaak
C-528/16 betreffende de status van nieuwe genomische technieken in het Unierecht».
Het onderzoek beoogt een overzicht te verkrijgen van de mate waarin de huidige Europese
ggo-regelgeving functioneert, ook in het licht van voortschrijdende technisch-wetenschappelijke
ontwikkelingen. De Europese Commissie dient de resultaten voor 30 april 2021 te presenteren.
Afhankelijk van de uitkomst en indien gepast, zal de Commissie met een voorstel komen
voor de aanpassing van de wetgeving, of aan de Raad meedelen welke andere maatregelen
genomen moeten worden op basis van de onderzoeksresultaten.
Nederland beschouwt deze aanpak als een onderdeel van het proces om naar aanpassing
van de Europese regelgeving toe te werken, zodat nieuwe plantverdelingstechnieken
in de land- en tuinbouw effectief kunnen worden toegepast, mits veilig voor mens en
milieu. De inzet van Nederland is gericht op het uitgangspunt dat de ggo-regelgeving
dient te worden herzien op basis van doeltreffendheid, namelijk de adequaatheid, efficiëntie
en consistentie van het huidige wetgevende kader.
Met het uitvoeren van het onderzoek van de Europese Commissie en de brede consultatie
onder lidstaten en stakeholders die nu loopt, is een eerste stap richting het herzieningsproces
gezet, maar we zijn er nog niet. Voor de volgende stappen blijft een nauwe samenwerking
met de Europese Commissie, lidstaten en stakeholders noodzakelijk. Ik blijf de Nederlandse
ambities rond nieuwe veredelingstechnieken agenderen op Europees niveau. Daarbij zijn
we wel afhankelijk van een breed Europees draagvlak en bestaande procedures om regelgeving
te herzien.
Met deze aanpak wordt uitvoering gegeven aan o.a. de motie van het lid Weverling (VVD)
die de regering verzoekt zich in te zetten voor het beter mogelijk maken van het gebruik
van nieuwe plantveredelingsmethoden, waaronder CRISPR-Cas9, in Europa (Kamerstuk 27 428, nr. 360).
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.