Brief regering : Fiche: Mededeling EU-actieplan inzake vuurwapenhandel
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 2927 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 september 2020
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 4 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Mededeling Goed Fiscaal Bestuur (Kamerstuk 22 112, nr. 2924)
Fiche: Mededeling Veiligheidsuniestrategie (Kamerstuk 22 112, nr. 2925)
Fiche: Mededeling EU-strategie bestrijding seksueel kindermisbruik (Kamerstuk 22 112, nr. 2926)
Fiche: Mededeling EU-actieplan inzake vuurwapenhandel
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Fiche: Mededeling EU-actieplan inzake vuurwapenhandel
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
2020–2025 EU-actieplan inzake vuurwapenhandel
b) Datum ontvangst Commissiedocument
24 juli 2020
c) Nr. Commissiedocument
COM (2020) 608
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?qid=1595938033986&uri=C…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Raad Justitie en Binnenlandse Zaken
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Justitie en Veiligheid
2. Essentie voorstel
Het EU actieplan inzake vuurwapenhandel 2020–2025 is onderdeel van de brede EU-Veiligheidsuniestrategie1 waarover uw Kamer separaat een BNC-fiche ontvangt. De mededeling met het EU-actieplan
inzake vuurwapenhandel 2020–2025 volgt op het voorgaande actieplan voor de periode
2015–2019 en integreert de acties binnen de EU alsook met betrekking tot de niet-EU
lidstaten in Zuidoost-Europa2. Europol heeft in 2019 de conclusie van zijn dreigingsevaluatie voor ernstige en
georganiseerde criminaliteit (SOCTA) uit 2017 herbevestigd dat de verspreiding en
beschikbaarheid van illegale vuurwapens in de EU-lidstaten het risico van gebruik
bij terroristische aanslagen en georganiseerde misdaad vergroten. Met name de «verkoop
van onbruikbaar gemaakte, gereactiveerde en omgebouwde vuurwapens is toegenomen».
De Commissie stelt vast dat met name de samenwerking met landen in Zuidoost-Europa
op het gebied van rechtshandhaving nog grote mogelijkheden voor verbetering biedt
als gevolg van uiteenlopende nationale wettelijke kaders en definities. Het actieplan
benoemt ook vier prioriteiten om de openstaande juridische mazen en inconsistenties
in vuurwapencontroles, die politiële samenwerking belemmeren, aan te pakken. De acties
aan het adres van de Commissie zijn resultaatverplichtingen; de acties voor de lidstaten
en enkele nabuurstaten liggen meer in de sfeer van een inspanningsverplichting.
Naast de algemene doelstelling om indicatoren te benoemen ten behoeve van monitoring
en evaluatie, richt het actieplan zich op de volgende prioriteiten:
1) Het veiligstellen van de legale markt en het beperken van de risico’s van de verlegging
van handelsstromen richting het illegale circuit
De Commissie zal lidstaten aansporen om aan EU- en overige internationale normen te
voldoen (vuurwapenrichtlijnen en afspraken gemaakt in VN verband). De Commissie zal
ook onderzoeken hoe opkomende en toekomstige dreigingen het beste kunnen worden aangepakt
(met name met betrekking tot zogenaamde «Flobert»-vuurwapens3 en 3D-printen van vuurwapens) en een effectbeoordeling uitvoeren naar de EU-wetgeving
inzake controles op de invoer en uitvoer van civiele vuurwapens (vervolg op de betreffende
verordening 258/2012).
2) Het verbeteren van het inlichtingenbeeld
Hieronder vallen enkele inspanningsverplichtingen richting lidstaten, waaronder de
oproep om het Schengeninformatiesysteem (SIS) systematisch te blijven voeden met informatie
over verloren en gestolen vuurwapens, evenals verkochte wapens die gemakkelijk in
vuurwapens kunnen worden omgezet, en het systeem te raadplegen wanneer een wapen door
daartoe bevoegde overheidsdiensten als politie of douane in beslag wordt genomen.
3) Het vergroten van de druk op criminele markten
Een van de acties ziet op de afronding van de inrichting van volledig bemande en opgeleide
vuurwapencontactpunten in elke jurisdictie, zoals aanbevolen in de richtsnoeren voor
beste praktijken van nationale deskundigen. De Commissie zal verder onderzoeken of
er lacunes zijn in het wetgevingskader en beoordelen of er gemeenschappelijke strafrechtelijke
eisen moeten worden vastgesteld voor de handel in vuurwapens en illegale productie.
De Commissie nodigt de lidstaten en de Zuidoost-Europese landen uit om de samenwerking
tussen rechtshandhavingsinstanties (douane, politie en grenswachten) te verbeteren,
maar ook met openbare aanklagers en forensisch specialisten.
4) Het intensiveren van de internationale samenwerking
De samenwerking tussen de EU- en niet-EU-partners moet worden geïntensiveerd in overeenstemming
met de prioriteiten die uiteen zijn gezet in de EU-strategie van 2018 ter bestrijding
van illegale vuurwapens, handvuurwapens en lichte wapens en munitie. Aangegeven wordt
dat met name de samenwerking met landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten geïntensiveerd
moet worden.
Los van deze vier prioriteiten bevat het actieplan nog twee activiteiten specifiek
gericht op de samenwerking tussen de EU en Zuidoost-Europa4: verbetering van de onderlinge afstemming en verbetering van het sturingsmodel (governance) rond de te ondernemen acties, teneinde overlappingen of gebrek aan coördinatie te
voorkomen.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
kent een strikt vuurwapenbeleid dat ook tot uitdrukking komt in de onderliggende wet-
en regelgeving. In het meest recente Nationaal Dreigingsbeeld van 2017 wordt de handel
in illegale vuurwapens als dreiging gekenschetst. De aanpak van illegale vuurwapenhandel
is onderdeel van de bredere aanpak van de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit.
Nederland geldt als doorvoerland voor illegale vuurwapens, met name richting het Verenigd
Koninkrijk. Er is zorg over het toenemend vuurwapengebruik in het criminele circuit
(o.a. liquidaties). De strafmaxima ten aanzien van het illegaal bezit van automatische
vuurwapens zijn in 2020 verhoogd.
De volledige implementatie van de EU gewijzigde vuurwapenrichtlijn per 1 oktober 2019
heeft tot gevolg gehad dat legale vuurwapens beter van het illegale circuit afgeschermd
worden. Internationaal werkt Nederland intensief samen met het VK en voor Nederland
relevante EU-lidstaten zoals Duitsland, Polen en Slowakije. Tevens investeert de Nationale
politie – in samenwerking met andere EU-partners en in EU-verband – actief in verbetering
van de samenwerking met oorsprongslanden, met name in de Westelijke Balkan. De Nationale
politie maakt actief gebruik van internationale informatie- en traceringsystemen als
het SIS en het Interpol iARMS systeem. Voorts is Nederland sterk betrokken geweest bij de totstandkoming van het
Arms Trade Treaty en het UN Firearms Protocol en ondersteunt Nederland sinds 2020 het UNDP project Western Balkan SALW5 Control Roadmap Multi-partner Trustfund6. Ook geeft Nederland actief uitvoering aan de implementatie van deze internationale
juridische instrumenten.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet is positief over de mededeling omdat het – in navolging van het voorgaande
actieplan – een groot aantal acties en initiatieven met betrekking tot de aanpak van
illegale vuurwapens in één samenhangend document samenbrengt. Met name de integratie
van acties gericht op de samenwerking met niet-EU-lidstaten in Zuidoost-Europa is
een verbetering. Dat geldt ook voor de voorgenomen aanpassing van het governance-systeem
vis-à-vis de niet-EU-lidstaten in Zuidoost-Europa. Ook steunt het kabinet ten volle
dat de Commissie werk maakt van monitoring en evaluatie door indicatoren te benoemen.
Het kabinet acht de toebedeling van acties over het geheel genomen evenwichtig. De
adressant van een aantal acties en initiatieven is de Commissie. Een deel van de acties
en initiatieven, ook gericht op derde landen in Zuidoost-Europa, zijn in de vorm van
aansporingen aan de lidstaten of de Raad. Vrijblijvender zijn acties gericht op derde
landen buiten Europa en instellingen buiten het EU-kader (met name VN). Het valt het
kabinet op dat – vergeleken met het voorgaande actieplan – minder nadruk wordt gelegd
op het uitdragen van EU-normen op het wereldtoneel. Hoewel daarmee misschien een kans
verloren gaat om met name het Europese normenkader ook buiten de EU gegrondvest te
krijgen, ziet het kabinet ook in dat het effectiever is om de energie vooral op samenwerking
met de directe geografische omgeving van de EU te richten en daar ondersteuning te
bieden (prioriteit 4). De uitvoering van acties 2.7/3.7 (gericht op het darknet) en 3.8 (onderzoek naar het inzetten van AI bij het detecteren van illegale vuurwapens
en vuurwapenonderdelen in postpakketten) vergt enige verdere toelichting. Omdat de
problematiek in Nederland bekend is, kijkt het kabinet met belangstelling uit naar
het memorandum van overeenstemming tussen pakketbeheerders en politie en douane dat
de Commissie van plan is op te stellen (actie 3.9).
Voor het kabinet is van belang dat de mededeling als referentiedocument voor vervolgacties
kan gelden. Het kabinet zal inzetten op het verder concretiseren van voorgenomen acties
en initiatieven en zal in dat verband, aandacht blijven vragen voor goede aansluiting
bij vervolggremia, zoals Raadswerkgroepen of Europol. Deelname van Nederland of Nederlandse
diensten aan niet verplichtend voorgeschreven acties of initiatieven is afhankelijk
van keuzes die pas gemaakt zullen worden op het moment dat deze tot concrete uitvoering
komen. Gegeven is dat Nederland zich in VN- en Europol-verband steeds actief heeft
opgesteld en dit ook in de toekomst zal blijven doen.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
De verwachting is dat de meeste lidstaten met dit actieplan kunnen instemmen, aangezien
dit voortbouwt op eerdere initiatieven en geen directe verplichtingen voor de lidstaten
bevat. Naar verwachting zal dit actieplan op steun kunnen rekenen van het Europees
Parlement.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten
a) Bevoegdheid
De grondhouding ten aanzien van de bevoegdheid is positief. De mededeling raakt aan
verschillende beleidsterreinen, onder andere aan die van de Ruimte van Vrijheid, Veiligheid
en Recht (RVVR), ontwikkelingssamenwerking, het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid
(GBVB) en de interne markt. Op deze terreinen is sprake van een gedeelde bevoegdheid
tussen de EU en de lidstaten (zie respectievelijk artikel 4, lid 2, onder j, VWEU,
artikel 2 lid 4, VWEU, artikel 4, lid 4, VWEU en artikel 4 lid 2, onder a, VWEU).
Op het terrein van de ontwikkelingssamenwerking (artikel 4, lid 4, VWEU) geldt dat
de lidstaten (parallel aan de Unie) bevoegd blijven hun eigen beleid te voeren. Op
het GBVB-terrein zijn de lidstaten bevoegd om extern naast de Unie op te treden. Voor
zover de EU een positie heeft ingenomen, dienen de lidstaten deze te respecteren (artikel
2, lid 4 VWEU).
b) Subsidiariteit
De grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit van de voorgestelde acties en initiatieven
in de mededeling is positief. Europese samenwerking, ook met niet-EU-lidstaten in
Zuidoost-Europa is essentieel voor een effectieve aanpak van de illegale handel in
vuurwapens en explosieven, gezien de gemeenschappelijke markt en open grenzen in het
Schengengebied. Het is daarom terecht dat op EU-niveau werk wordt gemaakt van verdere
onderzoekstrajecten, gericht op het verhogen van de kennis (actie 1.3, 2.5), het verbeteren
van de samenwerking (actie 1.2), het opbouwen van nieuw instrumentarium dat diensten
als de politie of douane in zijn taakuitvoering kan helpen (acties 1.2, 2.6), of,
zo nodig, het nader tot elkaar brengen van normen (actie 3.4).
c) Proportionaliteit
De grondhouding ten aanzien van de proportionaliteit is positief. De in het document
vervatte voornemens bouwen in de eerste plaats voort op bestaande initiatieven en
ontwikkelingen. De acties en initiatieven gericht aan de lidstaten of de EU als geheel,
zijn, voor zover concreet, vrijblijvend geformuleerd. Voor zover directe actie voorzien
is, zoals omzetting van de vuurwapenrichtlijn naar nationale wetgeving (actie 1.1),
heeft deze betrekking op reeds bestaande verplichtingen. Daarom laat het voorgestelde
optreden uit de mededeling voldoende handelingsvrijheid voor de lidstaten en gaat
het niet verder dan noodzakelijk. Nederland acht de voorgestelde acties in beide gevallen
in verhouding tot het gestelde doel.
d) Financiële gevolgen
Afgezien van een verwijzing naar het Internal Security Fund – Police, bevat het document geen voorstellen die in directe zin financiële gevolgen hebben,
noch worden concrete bedragen genoemd. Om opvolging te geven aan de strategie zullen
er financiële gevolgen zijn voor de Commissie, door financiering via de EU-begroting.
Het kabinet is van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen
de in de Raad afgesproken financiële kaders van het MFK 2014–2020 en het MFK 2021–2027,
en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.
Het is afhankelijk van Nederlandse deelname aan concrete acties en initiatieven die
uit de mededeling voortvloeien wat de financiële gevolgen zijn. Deze concrete uitwerking
is nog niet gerealiseerd en derhalve ook nog niet op kosten in te schatten. Eventuele
budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van het/de beleidsverantwoordelijk(e)
departement(en), conform de regels van de budgetdiscipline.
e) Gevolgen voor regeldruk, administratieve lasten en concurrentiekracht
Het actieplan bevat geen directe verplichtingen voor lidstaten. Daarmee is het afhankelijk
van Nederlandse deelname aan concrete acties en initiatieven die uit de mededeling
voortvloeien wat de regeldruk en administratieve lasten zullen zijn. Op basis van
de inzet die met name de politie in de afgelopen jaren gepleegd heeft, is te verwachten
dat financiële en administratieve lasten zich in enigerlei mate wel voor zullen doen.
De concrete uitwerking is echter nog niet gerealiseerd en derhalve ook nog niet in
te schatten. Het kabinet zal zich bij uitwerking van acties en initiatieven inzetten
om onnodige regeldruk en administratieve lasten te voorkomen of te mitigeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken