Brief regering : Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 5 en 6 oktober 2020
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1719 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 september 2020
Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de Eurogroep en Ecofinraad van 5 en 6 oktober
a.s. in Luxemburg. Ik ben voornemens deel te nemen aan deze vergaderingen.
Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen
worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Geannoteerde agenda t.b.v. Eurogroep en Ecofinraad 5 en 6 oktober 2020
Eurogroep
Strategische discussie – prioriteiten ten aanzien van hervormingen en investeringen
in de eurozone
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
In de Eurogroep zal een gedachtewisseling plaatsvinden over de prioriteiten ten aanzien
van hervormingen en investeringen in de eurozone. Een notitie hierover van de Europese
Commissie wordt nog verwacht.
Het is aannemelijk dat er zal worden gesproken over waar de meeste nadruk op moet
liggen in de aankomende hervormings- en investeringsplannen in het kader van de Recovery and Resilience Facility (RRF). Daarbij zal worden bezien of voor de lidstaten van de eurozone bepaalde prioriteiten
gelden. Volgens het kabinet zijn voornamelijk structurele hervormingen in lidstaten
noodzakelijk, om het economische groeivermogen en de veerkracht van lidstaten te versterken
en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te waarborgen. Het doorvoeren van hervormingen
was voor het kabinet een belangrijke voorwaarde om in te kunnen stemmen met het oprichten
van de RRF. Hiernaast zijn investeringen om de digitale en groene transitie te bewerkstelligen
van belang. Dit geldt voor alle lidstaten in de Unie. De RRF moet eraan bijdragen
dat lidstaten in de toekomst op eigen benen kunnen staan.
Griekenland: Zevende
enhanced surveillance-rapport
Document:
https://ec.europa.eu/info/publications/enhanced-surveillance-report-gre…
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal een terugkoppeling ontvangen van de zevende missie in het kader van
enhanced surveillance (verscherpt toezicht) naar Griekenland. De missie, waaraan naast de Europese Commissie
ook de ECB, het ESM1 en het IMF1 deelnamen, heeft op afstand plaatsgevonden op 13 en 14 juni jl. Het rapport van de
Europese Commissie is op 23 september jl. gepubliceerd en geschreven op basis van
regulier contact met de Griekse autoriteiten en de missie.
Elk kwartaal wordt de balans opgemaakt door de Europese Commissie t.a.v. onder andere
de macro-economische ontwikkelingen, overheidsfinanciën, arbeidsmarktbeleid, openbaar
bestuur en het rechtssysteem in Griekenland. Daarnaast wordt elk halfjaar, op basis
van een verscherpt-toezichtrapport en een terugkoppeling door de Europese instellingen,
door de Eurogroep beoordeeld of Griekenland aan de afgesproken hervormingen heeft
voldaan. Indien dat het geval is kunnen de lidstaten besluiten of de schuldmaatregelen,
zoals afgesproken in juni 2018, worden geactiveerd. Tijdens deze Eurogroep ligt dergelijke
besluitvorming niet voor. Met het achtste rapport in november zal weer worden gesproken
over de mogelijke implementatie van schuldmaatregelen.
In het rapport geeft de Europese Commissie aan dat Griekenland in staat is geweest
om de uitbraak van COVID-19 te beheersen en veel maatregelen heeft genomen om huishoudens
en bedrijven te ondersteunen. Door de Griekse autoriteiten zijn in de afgelopen maanden
belastingen tijdelijk verlaagd, wat in totaal 3,1 mld. euro heeft gekost (1,9% bbp).
Daarnaast hebben de maatregelen voor de bescherming van banen en inkomen 4,1 mld. euro
(2,4% bbp) gekost en initiatieven om de liquiditeitsproblemen van bedrijven aan te
pakken hebben een omvang van in totaal 5,9 mld. euro (3,5% bbp). Deze crisismaatregelen
zijn tijdelijk van aard en hebben volgens de Europese Commissie bijgedragen aan het
mitigeren van de sociaaleconomische impact van de COVID-19 uitbraak.
Mede hierdoor zijn de overheidsfinanciën verslechterd. In 2020 wordt een primair begrotingstekort
verwacht van 5,8% bbp. Aangezien hier nog niet alle huidige ontwikkelingen in zijn
meegenomen, zoals onder andere een uitspraak van het Griekse Hooggerechtshof over
onterecht gekorte pensioenen in 2015 en 2016, zal een volledige actualisatie t.a.v.
het primair surplus plaatsvinden tijdens de beoordeling van de Griekse ontwerpbegroting
voor 2021.
Omdat Griekenland een grote toerisme- en dienstensector heeft en veel middelgrote
en kleine bedrijven, is het land relatief hard geraakt door de pandemie. In het tweede
kwartaal van 2020 zijn deze gevolgen het meest zichtbaar. De werkloosheid is gestegen
van 15,9% in februari naar 17% in mei; de eerste stijging sinds 2013. Het bbp neemt
naar verwachting af met 9% in 2020, waarna het in 2021 zal groeien met 6%.
Ondanks de negatieve impact van COVID-19 concludeert de Europese Commissie dat Griekenland
significante vooruitgang heeft gemaakt met een aantal hervormingen, waaronder de afronding
van het voorstel om de insolvabiliteitwetgeving aan te passen. Hiernaast hebben de
Griekse autoriteiten onder andere voortgang gemaakt ten aanzien van hervormingen op
het gebied van investeringslicenties, energiebeleid en publiek bestuur.
Daarbij stelt de Commissie wel dat veel beleidsterreinen nadeel ondervonden van de
COVID-19-crisis, waardoor prioriteiten opnieuw moesten worden vastgesteld en hervormingen
moeilijker te implementeren waren. Hervormingen op het gebied van privatiseringen,
betalingsachterstanden van de overheid (aan bijvoorbeeld huishoudens, bedrijven en
lokale overheden), de administratie van publieke opbrengsten en het kadaster zijn
hier voorbeelden van. Zo was de omvang van betalingsachterstanden van de Griekse overheid
in juni 2020 667 miljoen euro hoger dan de gestelde doeleinden zoals vastgesteld in
2019 en hebben privatiseringen vertraging opgelopen. Dit behoeft blijvende aandacht
van Griekenland. Ook zijn veel aanvullende hervormingen die Griekenland zelf heeft
ondernomen in mei jl., die onder andere zien op beleidsterreinen zoals publieke investeringen,
het functioneren van de overheid en het juridisch systeem en het onderwijs toezien,
vooruitgeschoven.
Het rapport geeft aan dat Griekenland ondanks de huidige uitzonderlijke omstandigheden,
toch op enkele terreinen relevante voortgang heeft geboekt. De Europese Commissie
stelt verder dat vertraging van hervormingen op enkele beleidsterreinen onvermijdelijk
was. Nederland erkent de uitdagingen voor Griekenland veroorzaakt door COVID-19, maar
onderstreept dat het doorvoeren van hervormingen essentieel blijft voor de potentiële
economische groei en weerbaarheid van Griekenland. De Griekse autoriteiten dienen
aandacht te blijven behouden voor de voortdurende implementatie van hervormingen.
Zoals weergegeven in het verslag van de Eurogroep en de Ecofinraad van december 20191 en het verslag van de Eurogroep van maart 20201 wordt de mogelijke inzet van SMP/ANFA-middelen voor investeringen op technisch niveau
door de Europese Commissie bekeken. Hierin zullen de werkzaamheden van Griekenland
op het gebied van het verbeteren van de planning en implementatie van publieke investeringen
worden meegenomen. Griekenland heeft in het voorjaar aangekondigd een voorstel in
het najaar van 2020 te delen t.a.v. mogelijke investeringsprojecten waar SMP/ANFA-middelen
voor zouden kunnen worden ingezet. Nederland zal informeren naar de stand van zaken
hiervan.
Werkprogramma Eurogroep tot aan juni 2021
Document: Nog niet beschikbaar, wordt gepubliceerd op: https://www.consilium.europa.eu/en/council-eu/eurogroup/work-programme/
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
In de Eurogroep zal het werkprogramma voor de Eurogroep tot aan juni 2021 worden toegelicht.
Door de onzekere situatie door COVID-19 was voor de tweede helft van 2020 een verkort
programma tot en met oktober opgesteld, in plaats van een halfjaarlijks werkprogramma
zoals gebruikelijk. Daarom wordt nu een werkprogramma opgesteld tot aan juni 2021
met de onderwerpen die waarschijnlijk besproken zullen worden per vergadering. Terugkerende
onderwerpen zijn de terugkoppeling van post-programma-surveillancemissies (voor Ierland,
Portugal, Cyprus, Spanje en Griekenland), discussies rond het Europees Semester en
discussie over de toekomst van de Economische en Monetaire Unie.
Nederland verwelkomt het werkprogramma, aangezien dit bijdraagt aan meer langetermijnfocus
en kan helpen bij het voorbereiden van de discussies. Daarnaast vindt Nederland, zoals
aangegeven in het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 17 en 18 februari jl.1, versterking van transparantie van Europese besluitvorming van belang en zet Nederland
erop in om het onderwerp transparantie in het werkprogramma van de Eurogroep te krijgen,
mede indachtig de motie van het Kamerlid Omtzigt ten aanzien van transparantie.1 Hiermee kan de werking van de in september 2019 door de Eurogroep aangekondigde transparantiemaatregelen
worden bevorderd.
Wisselkoersontwikkelingen
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Europese Commissie zal een presentatie geven van de ontwikkelingen op het gebied
van de wisselkoers van de euro. De Eurogroep spreekt elk halfjaar over wisselkoersontwikkelingen.
De bespreking in de Eurogroep dient ter voorbereiding van internationale bijeenkomsten
zoals de jaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds, waar tevens over de
wisselkoersontwikkeling van de euro en andere valuta kan worden gesproken.
De handelsgewogen wisselkoers van de euro steeg met ongeveer 7,5% tussen februari
en augustus. De euro apprecieerde in het afgelopen halfjaar ten opzichte van verschillende
valuta waaronder de Amerikaanse dollar, Japanse yen, de Britse pond en valuta’s van
opkomende markten. De appreciatie van de euro tussen medio-februari en maart werd
grotendeels gedreven door een sterke depreciatie van de valuta’s van opkomende markten.
Tussen juni en augustus steeg de wisselkoers van de euro voornamelijk door het toegenomen
marktvertrouwen in het herstel van de eurozone en door een brede verzwakking van de
Amerikaanse dollar.
Benoeming nieuw directielid ECB
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De voorzitter van de Eurogroep heeft tijdens de Eurogroep van september lidstaten
verzocht kandidaten voor te dragen voor de opvolging van Yves Mersch in de directie
van de Europese Centrale Bank (ECB).
Het doel is om bij de aankomende Eurogroep overeenstemming te bereiken over een kandidaat.
Hierna neemt de Ecofinraad formeel een aanbeveling aan waarin zij een kandidaat voordraagt
aan de Europese Raad, die vervolgens het Europees Parlement en de ECB consulteert.
Uiteindelijk maakt de Europese Raad het definitieve besluit door middel van gekwalificeerde
meerderheid, waarbij enkel Eurolanden stemmen.
Nederland heeft Frank Elderson, momenteel directeur toezicht bij De Nederlandsche
Bank, als kandidaat voorgedragen. Naar inzicht van het kabinet is de heer Elderson
zeer geschikt voor de vrijgekomen functie binnen de directie van de ECB en beschikt
hij over de juiste kennis en ervaring. Zo zit hij sinds 2011 in de directie van DNB,
waarin hij verantwoordelijk is (geweest) voor verschillende onderdelen van de centrale
bank waaronder toezicht en juridische zaken. Tevens is hij sinds 2018 voorzitter van
het Network of Central Banks and Supervisors for Greening the Financial System (NGFS) en sinds 2016 voorzitter van het Platform voor Duurzame Financiering.
Tot en met 25 september kunnen lidstaten kandidaten voordragen. Bij het opstellen
van deze geannoteerde agenda was nog niet bekend of andere lidstaten ook een kandidaat
voorstellen.
Nederland zal zich tijdens de Eurogroep en Ecofinraad inzetten voor de kandidatuur
van Frank Elderson.
Ecofinraad
Recovery and Resilience Facility (RRF)
Document: Nog te verschijnen
Aard bespreking: Vaststellen algemene oriëntatie
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
Het Duitse voorzitterschap streeft ernaar om in de Ecofinraad een Raadspositie aan
te nemen ten aanzien van een verordening die de Recovery and Resilience Facility (RRF) vastlegt. De Europese Commissie deed hiertoe op 28 mei jl. een voorstel (COM
(2020) 408), waarover uw Kamer op 9 juni per brief is geïnformeerd1. Doel van de RRF is het bevorderen van de economische, sociale en territoriale cohesie
in de Europese Unie door het verbeteren van de weerbaarheid en het aanpassingsvermogen
van lidstaten, het aanpakken van de sociale en economische impact van de crisis, en
het steunen van de groene en digitale transities. Om dit te bereiken ontvangen lidstaten
financiële steun bij het bereiken van mijlpalen voor hervormingen en publieke investeringen.
De RRF vormt het grootste onderdeel van het EU-herstelinstrument in reactie op de
COVID-19-crisis (Next Generation EU).
De rechtsbasis van het Commissievoorstel is artikel 175, derde alinea, van het Verdrag
betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU). Op basis hiervan kan de Unie specifieke
maatregelen nemen die bijdragen aan de versterking van de economische, sociale en
territoriale samenhang. Besluitvorming vindt in de Raad plaats op basis van gekwalificeerde
meerderheid, met medebeslissing van het Europees Parlement. De Raadspositie vormt
het mandaat voor het voorzitterschap van de Raad voor de onderhandelingen met het
Europees Parlement en vormt dus nog niet de finale uitkomst.
De Raadspositie is gebaseerd op de afspraken die zijn gemaakt tijdens de buitengewone
Europese Raad van 17 tot 21 juli jl. Uw Kamer is geïnformeerd over deze afspraken
in een brief van 24 juli jl.1. Daarin is uitgebreid stilgestaan bij de werking en de governance van de RRF en de
verdeling van middelen. De belangrijkste door de Europese Raad bepaalde wijzigingen
ten opzichte van het Commissievoorstel waren een aangepaste omvang, een aangepaste
verdeelsleutel voor het deel van de middelen dat in 2023 wordt toegekend, een verplichting
voor de Commissie om alle middelen voor eind 2023 (in plaats van eind 2024) toe te
wijzen aan lidstaten (waarvan 70% in 2021–2022), toevoeging van het recht op 10% voorfinanciering
in 2021, goedkeuring van herstelplannen door middel van een uitvoeringsbesluit van
de Raad (in plaats van een uitvoeringshandeling van de Commissie) en toevoeging van
raadpleging van het Economisch en Financieel Comité (EFC) alsmede een noodremprocedure
bij de beoordeling van de uitvoering van plannen. Deze afspraken in de Europese Raad
waren in lijn met de Nederlandse inzet ten aanzien van de RRF. Het kabinet hecht belang
aan koppeling van publieke investeringen aan structurele hervormingen om de weerbaarheid
en het groeipotentieel van de economie verder te vergroten, hervormings- en investeringsplannen
dienen strikt, transparant en objectief te worden beoordeeld en uitbetaling dient
alleen te volgen bij aantoonbare implementatie van de hervormingen, waarbij de lidstaten
een doorslaggevend oordeel kunnen geven over de toekenning van de herstelsteun.
In de Raadspositie is, met steun van Nederland, ook nadere invulling gegeven aan de
ER-afspraak dat tenminste 30% van de uitgaven onder het geheel van het MFK en het
herstelinstrument moet bijdragen aan de klimaatdoelstellingen van de EU. Dit is voor
de RRF vertaald in een verplichting voor iedere lidstaat om tenminste 37% van de RRF-middelen
te besteden aan klimaatdoelen.
Bovenstaande beschrijving is gebaseerd op de meest actuele stand van de tekst voor
de Raadspositie in de voorbereidende comités van de Raad. Daarin zijn de afspraken
die zijn gemaakt tijdens de Europese Raad naar mening van het kabinet correct weerspiegeld.
De tekst was bij het schrijven van deze geannoteerde agenda echter nog niet afgerond
voor besluitvorming in de Raad. Als de tekst op de belangrijke onderdelen niet meer
wijzigt, zal Nederland ermee instemmen tijdens de Ecofinraad.
Het Europees Parlement zal begin november zijn standpunt bepalen. Daarna zullen de
onderhandelingen tussen vertegenwoordigers van de Raad en het Europees Parlement van
start gaan, met oog op een tijdige afronding. Het streven is om de verordening op
1 januari 2021 in werking te laten treden. Uw Kamer zal nog over de definitieve uitkomst
worden geïnformeerd.
Agendaonderwerp: Digital Finance-pakket
Document:
https://ec.europa.eu/info/publications/200924-digital-finance-proposals…
Aard bespreking: Presentatie en gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Europese Commissie zal het Digital Finance-pakket presenteren. Het Digital Finance-pakket komt voort uit een serie consultaties die eerder dit en vorig jaar zijn uitgezet
door de Europese Commissie. In het pakket, gepubliceerd op 24 september jl., kondigt
de Europese Commissie een serie van maatregelen en ambities aan die bedoeld zijn om
de financiële sector (digitaal) weerbaarder, meer grensoverschrijdend en innovatiever
te maken. Nederland is voorstander van harmonisatie op het gebied van regelgeving
over digitalisering in de financiële sector en een sterk juridisch kader rondom weerbaarheid
en consumentenbescherming. Geharmoniseerde regelgeving is nodig om de verschillen
tussen lidstaten te verkleinen en het opereren buiten de landsgrenzen voor financiële
bedrijven te vereenvoudigen. Wat betreft het juridisch kader rondom datadeling is
Nederland van mening dat verbetering van digitale financiële dienstverlening niet
ten koste mag gaan van de bescherming van de consument.
In het Digital Finance-pakket wordt verder een verordening voor crypto’s aangekondigd. Dit kader breidt
de bestaande regelgeving t.a.v. crypto’s, die alleen gericht is op het bestrijden
van witwassen en het financieren van terrorisme, uit. Hierbij ligt de nadruk op het
beschermen van consumenten door onder meer voorzorgsmaatregelen van cryptodienstverleners
te eisen om fraude tegen te gaan, operationele en (in sommige gevallen) prudentiële
eisen voor marktpartijen, en het regelen van toezicht op deze aspecten. Het kabinet
is voorstander van dit voorstel en zal de komende tijd de concrete teksten bestuderen,
met hierbij aandacht voor proportionaliteit, regulering van de juiste partijen en
goede regulering van stablecoins. Voor deze onderwerpen is al eerder nadrukkelijk
aandacht gevraagd door meerdere landen, waaronder Nederland, bijvoorbeeld en marge
van de informele Ecofinraad van september 2020 met een gezamenlijke verklaring over
stablecoins.1
De Europese Commissie heeft gelijktijdig met het Digital Finance-pakket een strategie gepubliceerd voor het Europese retail betalingsverkeer. De Europese
Commissie stelt hierin onder andere voor om instant payments te promoten, standaardisatie van QR-codes, een review van PSD2 en nader onderzoek
te doen naar de toegang tot bepaalde technologie aangaande betalingsdiensten (zoals
Near Field Communication-technologie). Nederland is voorstander van verdere verbetering van de toegankelijkheid
en efficiëntie van het (Europese) betalingsverkeer en zal de voorstellen de komende
tijd bestuderen.
Een nadere beoordeling door het kabinet van de voorstellen van de Europese Commissie
zal conform de gebruikelijke afspraken via een BNC-fiche naar de Kamer gestuurd worden.
Stand van zaken financiële diensten dossiers
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Het voorzitterschap van de Raad voorziet de Ecofinraad op reguliere basis van informatie
over de lopende wetgevingsvoorstellen op het terrein van financiële diensten. De Europese
Commissie geeft ook een overzicht van de implementatie van afgeronde Europese trajecten
inzake financiële diensten. Nederland zal de updates van het voorzitterschap van de
Raad en de Europese Commissie ten aanzien van financiële diensten dossiers aanhoren.
Benoeming nieuw directielid ECB
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Vaststellen van een aanbeveling van de Raad aan de Europese Raad
Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid waarbij alleen eurolanden stemmen
Toelichting:
De voorzitter van de Eurogroep heeft tijdens de Eurogroep van september lidstaten
verzocht kandidaten voor te dragen voor de opvolging van Yves Mersch in de directie
van de Europese Centrale Bank (ECB).
Het doel is om bij de aankomende Eurogroep overeenstemming te bereiken over een kandidaat.
Hierna neemt de Ecofinraad formeel een aanbeveling aan waarin zij een kandidaat voordraagt
aan de Europese Raad, die vervolgens het Europees Parlement en de ECB consulteert.
Uiteindelijk maakt de Europese Raad het definitieve besluit door middel van gekwalificeerde
meerderheid, waarbij enkel Eurolanden stemmen.
Nederland heeft Frank Elderson, momenteel directeur toezicht bij De Nederlandsche
Bank, als kandidaat voorgedragen. Naar inzicht van het kabinet is de heer Elderson
zeer geschikt voor de vrijgekomen functie binnen de directie van de ECB en beschikt
hij over de juiste kennis en ervaring. Zo zit hij sinds 2011 in de directie van DNB,
waarin hij verantwoordelijk is (geweest) voor verschillende onderdelen van de centrale
bank waaronder toezicht en juridische zaken. Tevens is hij sinds 2018 voorzitter van
het Network of Central Banks and Supervisors for Greening the Financial System (NGFS) en sinds 2016 voorzitter van het Platform voor Duurzame Financiering.
Tot en met 25 september kunnen lidstaten kandidaten voordragen. Bij het opstellen
van deze geannoteerde agenda was nog niet bekend of andere lidstaten ook een kandidaat
voorstellen.
Nederland zal zich tijdens de Eurogroep en Ecofinraad inzetten voor de kandidatuur
van Frank Elderson.
Europees Semester – geleerde lessen
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
In de Ecofinraad zal een gedachtewisseling plaatsvinden over de rol van het Europees
Semester in 2020 en hoe het Semester kan worden aangepast in 2021 in het kader van
de Recovery and Resilience Facility (RRF). Er zal geen besluitvorming plaatsvinden.
Het Semester is in 2020 aangepast als gevolg van de COVID-19-uitbraak. Zo zijn minder
landspecifieke aanbevelingen opgenomen op het gebied van structurele hervormingen.
In 2021 zal het Semester weer een andere vorm moeten aannemen om complementair aan
de implementatie van de RRF te worden. De RRF zorgt ook voor momentum om te reflecteren
op het Semester en de coördinatie van economisch beleid binnen het Semester effectiever
te maken.
Nederland is van mening dat implementatie van structurele hervormingen de grootste
uitdaging van het Semester is. Het boeken van voortgang op de landspecifieke aanbevelingen
door lidstaten kan beter. Dit werd ook bevestigd door de Europese Rekenkamer in het
rapport over de effectiviteit van het Europees Semester van 3 september jl.1 Nederland staat positief tegenover eventuele aanpassingen van het Semester om de
effectiviteit te vergroten, mits het Semester structurele uitdagingen blijft adresseren.
G20 EU Terms of Reference
Document:
EU Terms of Reference for the G20 Finance Ministers and Central Bank Governors Meeting
on 14–15 October 2020
Aard bespreking: Goedkeuring EU Terms of Reference
Besluitvormingsprocedure: Consensus
Toelichting:
Op 14-15 oktober vindt de G20-vergadering voor Ministers van Financiën en Centrale
Bank presidenten (FMCBG) plaats (virtueel). De EU-inzet voor de Europese Commissie
en het EU-voorzitterschap voor deze vergadering wordt uitgedrukt in de EU Terms of Reference (ToR). De bijeenkomst van 14-15 oktober is de laatste FMCBG bijeenkomst tot de G20-top
eind november. Hoofdonderwerpen zijn: (i) de mondiale economie, (ii) het G20-Actieplan,
(iii) infrastructuurinvesteringen, (iv) internationale belastingen en (v) de financiële
sector. Nederland kan zich goed vinden in de EU-inzet zoals uitgedrukt in de EU ToR.
In de ToR wordt toegelicht dat de Europese Unie bijdraagt aan het economisch herstel
middels het recent overeengekomen Meerjarig Financieel Kader (MFK) en het EU-herstelinstrument.
De beleidsmaatregelen uit het G20-Actieplan in reactie op COVID-19 dienen daarnaast
te worden opgevolgd. De EU verwelkomt vervolgens de infrastructuurprioriteiten van
het G20-voorzitterschap en ziet uit naar de implementatie van de G20-principes voor
kwalitatieve infrastructuur.
Voorts hecht de EU grote waarde aan het vinden van internationale oplossingen voor
belastingen in de digitale economie en kwesties op het gebied van grondslagerosie
en winstverschuiving. De EU vraagt G20-leden internationale standaarden voor de financiële
sector te handhaven en eerdere hervormingen niet terug te draaien.
EU IMFC-verklaring voor de jaarlijkse IMF vergadering
Document:
EU IMFC Statement for the annual IMF Meeting on 15 October 2020. Na de IMF-jaarvergadering zal de verklaring op https://www.imf.org/en/News worden gepubliceerd
Aard bespreking: Goedkeuring EU IMFC-verklaring
Besluitvormingsprocedure: Consensus
Toelichting:
Vanwege de COVID-19 crisis-wordt de (ingekorte) jaarvergadering van het IMF op donderdag
15 oktober virtueel gehouden. Nederland vertegenwoordigt dit jaar de kiesgroep in
het International Monetary and Financial Committee (IMFC), het hoogste politieke orgaan van het IMF waarin alle Ministers van Financiën
deelnemen. Uw Kamer wordt apart over deze inzet geïnformeerd door middel van de DG-conclusies.
Olaf Scholz, de Duitse Minister van Financiën, zal vanwege zijn voorzitterschap van
de Raad namens de 27 EU-lidstaten een verklaring afleggen.
De EU IMFC-verklaring schetst een beeld van een onzeker economisch landschap als gevolg
van de COVID-19-pandemie en verwelkomt de steunpakketten die zijn ingezet om de crisis
te bestrijden. Binnen EU-verband zijn een aantal stappen genomen, waaronder het Next Generation EU-herstelinstrument. Ook de inzet van het IMF wordt beschreven: meer dan honderd landen
hebben het Fonds benaderd voor liquiditeitsvoorziening en technische assistentie.
Het IMF heeft door middel van zowel haar bestaande leeninstrumentarium als een aantal
uitzonderlijke initiatieven steun verleend aan haar leden. In totaal heeft het IMF
ongeveer USD 270 mld. van haar beschikbare USD 1.000 mld. uitgeleend op dit moment.
Alhoewel een aantal landen inmiddels uit de crisis lijken te komen benadrukt de EU
IMFC-verklaring dat autoriteiten waakzaam moeten blijven. Een vroegtijdige afbouw
van de steun die nu door overheden en internationale financiële instellingen wordt
verleend kan het economisch herstel afremmen. Wanneer landen overgaan naar de herstelfase
is het van belang dat dit op een «groene» en maatschappelijk verantwoorde manier gebeurt.
Dit is een prioriteit voor Nederland, dat in deze crisis klimaatbewuste steun- en
herstelpakketten ziet als een kans om de verduurzaming van de (wereld)economie te
bevorderen.
De EU blijft de rol van het IMF in de huidige COVID-19-crisis steunen en benadrukt
het belang dat het Fonds over voldoende middelen beschikt om haar taken uit te kunnen
voeren. De EU pleit voor verbetering van schuldentransparantie en een verbetering
van de multilaterale en bilaterale surveillance. Zo kijkt de EU uit naar de conclusies
van de Comprehensive Surveillance Review en de Financial Sector Assessment Program Review die door de staf van het IMF worden uitgevoerd. Daarnaast wordt nadruk gelegd op de
steun aan ontwikkelingslanden. Deze landen zijn het hardst geraakt door de huidige
crisis en hebben beperkte middelen om de schok op te vangen. Met de Poverty Reduction and Growth Trust (PRGT) en de Catastrophe Containment and Relief Trust (CCRT) heeft het IMF twee financieringsinstrumenten waarmee het in deze landen een
stabiliserende rol kan spelen. De EU steunt de verlenging van het Debt Service Suspension Initiative (DSSI) dat in G20-Club van Parijs verband is afgesloten. Het is daarbij wel van belang
dat alle lenende instellingen van G20 landen meedoen. Nederland kan zich goed vinden
in de EU-inzet zoals uitgedrukt in de EU IMFC-verklaring.
Herziening van de Europese Lijst van niet-coöperatieve jurisdicties
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Goedkeuring Raadsconclusies
Besluitvormingsprocedure: Unanimiteit
Toelichting:
De Ecofinraad zal conclusies van de Gedragscodegroep aannemen over de wijziging van
de huidige Europese lijst van niet-coöperatieve jurisdicties.
De Gedragscodegroep is oorspronkelijk in het leven geroepen om binnen de Europese
Unie schadelijke belastingconcurrentie op het gebied van bedrijfsbelastingen tegen
te gaan. Sinds 2016 heeft de Gedragscodegroep ook een tweede, externe taak: het beoordelen
of landen buiten de EU voldoen aan de Europese minimum fiscale standaard. Landen die
daar niet aan voldoen komen te staan op de Europese lijst van niet-coöperatieve jurisdicties
(hierna: de Europees zwarte lijst).
Tijdens de Ecofinraad van 5 december 2017 is de eerste versie van de zwarte lijst
vastgesteld. Daarnaast werd ook een grijze lijst opgesteld van landen die niet voldeden
aan de standaard maar op hoog politiek niveau hadden toegezegd om binnen een bepaalde
periode alsnog aan de hieronder opgestelde criteria te voldoen:
1. Fiscale transparantie: de jurisdicties voldoen aan de wereldwijde standaard op het
gebied van de uitwisseling van fiscale informatie, en
2. Geen schadelijk belastingconcurrentie: de jurisdicties mogen geen schadelijke preferentiële
regimes of schadelijke generieke 0% regimes toepassen, en
3. De jurisdicties participeren aan het internationale proces van de OESO om grondslaguitholling
en winstverschuiving tegen te gaan.
Sindsdien worden de lijsten op halfjaarlijkse basis aangepast. Het idee is om in de
toekomst naar een eenmalige aanpassing per jaar te gaan, nu het aantal wijzigingen
gestaag aan het afnemen is. De huidige lijsten zijn tijdens de Ecofinraad van 26 februari
jl. vastgesteld: 12 landen1 staan op de zwarte lijst en 13 landen1 op de grijze lijst. Beide lijsten zullen gedurende deze Ecofinraad worden herzien.
Gezien de diplomatieke gevoeligheid kan er nu nog geen informatie gegeven worden over
de mutaties op de lijst. Nederland is voornemens in te stemmen.
Kapitaalmarktunie: Actieplan van de Europese Commissie
Document:
https://ec.europa.eu/finance/docs/law/200924-capital-markets-union-acti…
Aard bespreking: Presentatie en gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Ecofinraad zal spreken over het nieuwe Actieplan van de Europese Commissie voor
verdere verdieping van de kapitaalmarktunie. De Europese Commissie zal het Actieplan
– dat op 24 september jl. is gepubliceerd – presenteren, waarna gedachten hierover
kunnen worden uitgewisseld. Er zal geen besluitvorming plaatsvinden.
De Raad heeft in december 2019 naar aanleiding van discussies in de Ecofinraad conclusies
aangenomen ten aanzien van verdere verdieping van de Europese kapitaalmarktunie. Daarin
wordt benadrukt dat verdere stappen gezet moeten worden om Europese kapitaalmarkten
te verdiepen. Ook wordt de Europese Commissie opgeroepen om een nieuwe roadmap te ontwikkelen en nieuwe voorstellen te doen. Met het Actieplan doet de Europese
Commissie deze oproep gestand.
De Europese Commissie kondigt zestien concrete acties aan die langs drie overkoepelende
thema’s zijn onderverdeeld, nl. (1) betere toegang tot financiering voor Europese
bedrijven (ter ondersteuning van economisch herstel), (2) stimuleren van langetermijn
sparen en beleggen, en (3) integratie van nationale kapitaalmarkten in een interne
markt. Deze thema’s komen sterk overeen met de Nederlandse prioriteiten voor de kapitaalmarktunie,
te weten het stimuleren van grensoverschrijdende financiering, betere toegang tot
kapitaalmarkten voor (met name MKB-) bedrijven en het stimuleren van langetermijn
sparen en investeren; met daarbij voldoende aandacht voor adequate consumentenbescherming,
duurzaamheid en de kansen en risico’s van Fintech. De zestien acties zullen de komende
jaren verder worden uitgewerkt. De Europese Commissie benadrukt dat niet één specifieke
maatregel de ultieme oplossing vormt en dat voortdurende politieke betrokkenheid essentieel
is om de komende jaren vooruitgang te boeken.
Nederland hecht groot belang aan verdere verdieping van de kapitaalmarktunie en verwelkomt
daarom het nieuwe Actieplan. Het is belangrijk dat het momentum behouden blijft dat
vorig jaar is gecreëerd door onder andere de op initiatief van Nederland, Frankrijk
en Duitsland ingestelde werkgroep NextCMU. Ook in het licht van de gevolgen van de
COVID-19-pandemie is het zaak de kapitaalmarktunie te versterken om economische groei
te bespoedigen.
Naar verwachting zal tijdens de Ecofinraadvergadering weinig discussie plaatsvinden.
De lidstaten hebben – mede met de aangenomen Raadsconclusies – het belang van verdere
versterking van de kapitaalmarktenunie reeds onderstreept.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.