Brief regering : Reactie op de motie van de leden Marijnissen en Jetten over een ijzeren voorraad aan beschermingsmiddelen realiseren
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 579 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 september 2020
In het Kamerdebat van 22 september 2020 (Handelingen II 2020/21, nr. 4, debat over
de ontwikkelingen rondom het coronavirus) over de coronapandemie is een motie ingediend
door de leden Marijnissen (SP) en Jetten (D66)1. De motie roept de regering op om op zo kort mogelijke termijn een ijzeren voorraad
aan beschermingsmiddelen te realiseren. De motie gaat vraagt daarbij uit te gaan van
meer preventief gebruik als de omgevingsprevalentie substantieel toeneemt en van zorgmedewerkers
die op basis van hun professionele inzichten en ervaring beredeneerd afwijken van
de uitgangspunten – als de specifieke situatie daarom vraagt. Ik laat het oordeel
over de motie graag aan de Kamer. Ik licht dat hieronder toe.
Het LCH geeft aan op dit moment voldoende voorraad persoonlijke beschermingsmiddelen
te hebben opgebouwd om aan de huidige vraag te voldoen.
Met de huidige voorraad is het LCH voorbereid op een piekverbruik zoals in de periode
maart/april gedurende 10 weken op basis van de uitgangspunten van het RIVM betreffende
het gepast gebruik van beschermingsmiddelen.
Zoals u eerder bericht laat ik analyseren wat het effect is op de vraag en aanbod
van persoonlijke beschermingsmiddelen onder verschillende scenario’s, zoals ook meer
preventief gebruik in verpleeghuizen of andere sectoren in de zorg als het aantal
besmettingen in de regio sterk stijgt. Ik informeer u hier begin oktober over.
Overigens wil ik voor de helderheid tot slot nog de volgende zaken onderscheiden.
Het is primair de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder om over voldoende beschermingsmiddelen
te beschikken. Omdat vanwege mondiale tekorten deze daar onvoldoende toe in staat
bleken te zijn, is zoals bekend tijdelijk het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH)
opgericht om aanvullende voorraden in te kopen zodat de zorg daar tijdens de coronapandemie
op terug kan vallen. Voor de langere termijn (dus ook voor andere mogelijke crises)
wordt gewerkt aan een meer structurele oplossing om in dat soort situaties over voldoende
voorraad te kunnen beschikken: de ijzeren voorraad. Daarvoor werk ik momenteel de
kaders uit. Ik zal uw Kamer daar te zijner tijd over informeren.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg