Brief regering : Rijks-intern bericht over uitzetting naar Bahrein
29 344 Terugkeerbeleid
Nr. 144
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 september 2020
Hierbij treft u ter vertrouwelijke inzage een Rijks-intern bericht van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken inzake een uitgeprocedeerde asielzoeker uit Bahrein1.
Dit Rijks-intern bericht wordt door de Inspectie van Justitie en Veiligheid genoemd
in het addendum van het rapport inzake de uitzetting van de ex-asielzoeker uit Bahrein.
Het rapport en het addendum heb ik reeds vertrouwelijk ter inzage aan uw Kamer voorgelegd
(Kamerstuk 29 344, nrs. 138 en 139). De gemachtigde van betrokkene heeft om dit Rijks-interne bericht verzocht. Het
Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft dit Wob-verzoek gehonoreerd.Om die reden doe
ik uw Kamer eveneens dit bericht toekomen. In het aan de gemachtigde toegezonden exemplaar
zijn passages onleesbaar gemaakt. Dit geldt niet voor het exemplaar dat uw Kamer kunt
inzien.
Gelet op de getoonde belangstelling vanuit uw Kamer voor deze zaak acht ik het van
belang dat uw Kamer van het integrale bericht kennis van kan nemen. Het Ministerie
van Buitenlandse Zaken heeft ermee ingestemd om dit bericht vertrouwelijk ter inzage
te laten leggen bij de griffie van uw Kamer.
Voorts heeft de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid mij op 11 september jl.
nogmaals verzocht om het inspectierapport openbaar te maken en het rapport in een
openbaar gesprek toe te lichten aan de commissie. In reactie op dit verzoek meld ik
uw Kamer dat ik geen aanleiding zie om terug te komen op het standpunt van het kabinet
zoals verwoord in mijn brief aan uw Kamer van 2 juli jl.2 In deze brief heb ik uw Kamer geïnformeerd dat zwaarwegende redenen openbaarmaking
in de weg staan.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid