Brief regering : Stand van zaken ontwerpbesluit helmplicht snorfietsers
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 857 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 september 2020
Met mijn brief van 29 juni jl. over de helmplicht voor snorfietsers (Kamerstuk 29 398, nr. 839) heb ik uw Kamer op hoofdlijnen geïnformeerd over de uitkomsten van de internetconsultatie
van het ontwerpbesluit. Gedurende het zomerreces zijn de ingediende reacties nauwkeurig
bekeken. In de internetconsultatie hebben onder andere de ANWB, de RAI Vereniging
en de BOVAG aangegeven dat de invoering van een helmplicht breder moet worden afgewogen,
mede in het licht van de ontwikkeling van het toelatingskader voor Lichte Elektrische
Voertuigen (hierna: LEV-kader).
Het LEV-kader omvat namelijk voertuigen die, gelet op hun snelheid en het gegeven
dat sprake kan zijn van trapondersteuning, vergelijkbaar zijn met bepaalde snorfietsen.1 Zowel voor de weggebruiker als voor de handhaving is het van belang dat er voor soortgelijke
voertuigen consistente keuzes worden gemaakt in relatie tot functionele kenmerken
van het voertuig en het risicoprofiel met betrekking tot verkeersveiligheid. Dit overwegende
heb ik begrip voor het dringende verzoek van de ANWB, de BOVAG en de RAI Vereniging
om bij de vormgeving van het LEV-kader dit najaar een bredere afweging te maken over
de invoering van een helmplicht.
Dit biedt eveneens de mogelijkheid om een onderbouwde afweging te maken over het soort
helm dat dient te worden voorgeschreven. In diverse reacties op de internetconsultatie
is voorgesteld om naast de motor/bromfietshelm ook het gebruik van een goedgekeurde
speed-pedelec-helm toe te staan. Aangezien sommige snorfietsen trapondersteunend zijn
(zoals de Spartamet en Solex) hebben die snorfietsers behoefte aan een lichtere helm
met meer ventilatie. De speed-pedelec-helm zou mogelijk aan deze vereisten kunnen
voldoen. Deze helm is echter alleen bedoeld voor het gebruik op de speed-pedelec,
aangezien de norm van deze helm specifiek is opgesteld voor dit type voertuig. Navraag
bij de SWOV heeft geleerd dat er geen onderzoek bekend is over het verschil in veiligheid
van een speed-pedelec-helm en een motor-/bromfietshelm bij gebruik door andersoortige
voertuigen, zoals de diverse soorten snorfietsen. Ik zal dit daarom laten onderzoeken,
ook in het licht van het LEV-kader.
Ik informeer u zo spoedig mogelijk over de outline van het LEV-kader waar het gebruik
van een helm onderdeel van uit zal maken. Tevens verwacht ik u op korte termijn het
verdiepende onderzoek te kunnen sturen naar de effecten op de verkeersveiligheid als
gevolg van dat een gedeelte van de snorfietsers door de helmplicht verwacht over te
stappen naar andere vervoersmiddelen.
In het AO Verkeersveiligheid op 8 oktober aanstaande ga ik graag met u in gesprek
over de bredere afweging voor een helmplicht.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.