Brief regering : Toedracht afwijzing verzoek om deelname ambtenaren aan een openbare bespreking
35 570 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2021
Nr. 6
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 september 2020
Tijdens het Algemeen Overleg Veiligheid op 8 september jl. heb ik met uw Kamer gesproken
over de Aanwijzing A/978 inzake extern optreden, mediacontacten en publicaties. In
dat kader heeft het lid Karabulut (SP) gevraagd hoe de richtlijnen in de aanwijzing
in verhouding staan tot de brief die op 14 juni 2018 aan uw Kamer is verstuurd, aangaande
de afwijzing van het verzoek om deelname van militairen aan een rondetafelgesprek
over het besluitvormings- en verantwoordingsproces inzake speciale en geheime operaties.
Ik heb toegezegd uw Kamer te informeren over de toedracht van de brief.
Zoals in het Algemeen Overleg Veiligheid al werd aangegeven, is het uitgangspunt dat
verzoeken van de Kamer om contact te hebben met ambtenaren zoveel mogelijk welwillend
worden beschouwd, maar dat overwegingen van staatsveiligheid een reden kunnen zijn
om een verzoek van de Kamer af te wijzen. De brief van 14 juni 2018 waarnaar het lid
Karabulut verwees in het Algemeen Overleg is daarvan een voorbeeld. Zoals in die brief
ook werd aangegeven, was de Vaste Commissie voor Defensie kort daarvoor vertrouwelijk
geïnformeerd over de besluitvorming, de uitvoering en de verantwoording van zowel
speciale als geheime operaties. Een voor openbaarheid geschikte samenvatting daarvan
is uw Kamer toegezonden op 27 maart 2018 (Kamerstuk 34 775, nr. 88). Naar hun aard lenen speciale operaties en in ieder geval geheime operaties zich
in het algemeen niet voor openbare bespreking door betrokken ambtenaren en is daarvoor
een grotere mate van terughoudendheid en controle vereist omtrent de informatie die
daarover in het openbaar wordt gedeeld. Om deze redenen is in 2018 besloten het toenmalige
verzoek van uw Kamer om een aantal door de Kamer genoemde ambtenaren te laten deelnemen
aan een openbare bespreking, af te wijzen.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie