Brief regering : Voorhang verlengingsbesluit tijdelijke COVID-19-voorzieningen
35 434 Tijdelijke voorzieningen op het terrein van het Ministerie van Justitie en Veiligheid in verband met de uitbraak van COVID-19 (Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid)
35 457 Regels over een tijdelijke voorziening voor de betekening van exploten op grond van
het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en wijziging van de Loodsenwet, de Algemene
wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Algemene wet inkomensafhankelijke
regelingen en de Luchtvaartwet BES in verband met de uitbraak van COVID-19 (Verzamelspoedwet
COVID-19)
35 497 Tijdelijke voorzieningen op het terrein van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap en het Ministerie van Justitie en Veiligheid, en tot wijziging van enkele
wetten op het terrein van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het Ministerie van Justitie en Veiligheid
en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Tweede Verzamelspoedwet COVID-19)
35 449 (R2147) Tijdelijke voorzieningen voor de Rijksoctrooiwet 1995 in verband met de uitbraak
van COVID-19 (Tijdelijke rijkswet voorziening Rijksoctrooiwet 1995 COVID-19)
Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Ontvangen ter Griffie op 18 september 2020.
De voordracht voor het vast te stellen koninklijk besluit is aan de Kamer overgelegd
tot en met 25 augustus 2020.
De voordracht voor het vast te stellen koninklijk besluit kan niet eerder worden gedaan
dan op 26 september 2020.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 september 2020
Hierbij bied ik u het ontwerp van een koninklijk besluit, houdende verlenging van een aantal tijdelijke maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding
van de COVID-19-crisis1.
Voor een deel van de maatregelen is wettelijk voorgeschreven dat de voordracht voor
een verlengingsbesluit niet eerder gedaan wordt gedaan dan een week nadat het ontwerp
aan beide Kamers van de Staten-Generaal is overgelegd.
De voorgenomen vaststelling van het besluit dient plaats te vinden vóór 1 oktober
2020 om het verval van de betreffende voorzieningen per die datum te voorkomen.
Ik attendeer u tevens op de aankondiging in de toelichting bij dit verlengingsbesluit
dat, indien het voornemen bestaat een tijdelijke voorziening te laten vervallen, dit
ten minste twee maanden voorafgaande aan de vervaldatum zal worden aangekondigd. Daarmee
wordt voorkomen dat belanghebbenden die in hun planning uitgaan van de gelding van
een tijdelijke maatregel, verrast worden door het uitblijven van een verlengingsbesluit
of door een tussentijdse intrekking.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming