Brief regering : Kostenkader AFM 2021-2024
33 957 Wijziging van de Wet bekostiging financieel toezicht in verband met de afschaffing van de overheidsbijdrage, de invoering van Europees bankentoezicht en de bestemming van door de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandsche Bank opgelegde dwangsommen en boetes
Nr. 33
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Den Haag, 18 september 2020
De afgelopen maanden hebben de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en ik
samen met het bestuur van de AFM afspraken gemaakt over het nieuwe kostenkader van
de AFM voor de periode 2021–2024. Graag informeer ik uw Kamer hierbij over dit nieuwe
kostenkader.
Kostenkader AFM 2021–2024
(in miljoenen euro’s)
2020
2021
2022
2023
2024
Basisbedrag (uitgangspunt begroting 2020)
106,2
105,9
105,9
105,9
105,9
Bekende uitbreiding takenpakket
3,0
4,6
6,1
7,1
Versterking datagedreven toezicht
3,5
3,5
3,5
3,0
Besparingen
– 1,7
– 3,1
– 3,4
– 3,7
Nieuw basisbedrag
110,7
110,9
112,1
112,3
Taakstelling
-0,4
-0,8
-1,2
-1,6
Loon- en prijsbijstelling
PM
PM
PM
PM
Begrotingskader
110,3
110,1
110,9
110,7
Post onvoorzien
1,5
2,0
3,0
4,0
Meerjarenkader
111,8
112,1
113,9
114,7
Totstandkoming kostenkader
De bekostiging van de AFM (en DNB) is geregeld in de Wet bekostiging financieel toezicht
2019 (Wbft 2019). Op grond van deze wet keuren de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
en de Minister van Financiën jaarlijks de toezichtbegroting van de toezichthouders
goed. De toezichthouders zijn bij het opstellen van de begroting gebonden aan de hoogte
van het plafond dat volgt uit het kostenkader. Het kostenkader draagt bij aan de soberheid
en doelmatigheid van de toezichthouders en bevat een prikkel tot verdere efficiency
doordat eventuele intensiveringen of eigen prioriteiten zelf ingepast dienen te worden
binnen het kostenkader.
Uit het oogpunt van bestuurlijke rust en transparantie naar de sector wordt het kostenkader
voor vier jaar vastgesteld. Gedurende een periode van vier jaar is daarmee in grote
lijnen duidelijk wat de maximale kosten van het toezicht zullen zijn en hoe deze kosten
zich ontwikkelen. Het huidige kostenkader van de AFM loopt eind dit jaar af. Na overleg
met het bestuur van de AFM is het kostenkader voor 2021–2024 tot stand gekomen.1 Inclusief de post onvoorzien bedraagt het kostenkader in 2021 € 111,8 mln. en loopt,
door de toename van de post onvoorzien, op tot € 114,7 mln. in 2024.
Aanpassing vormgeving kostenkader
Aan het kostenkader 2021–2024 is t.o.v. het huidige kostenkader een nieuwe post toegevoegd;
de «Post onvoorzien». Deze post biedt de AFM extra flexibiliteit om in het geval van
onvoorziene en incidentele gebeurtenissen kosten op te vangen zonder het kostenkader
(meerjarenkader) te overschrijden. De financiële ruimte neemt toe in de tijd omdat
de onzekerheid groter wordt en gebeurtenissen zich over een periode van vier jaar
moeilijk in laten schatten. Door deze post neemt tevens het risico af dat de AFM onnodig
hard stuurt op de begroting om het kostenkader niet te overschrijden en daarmee de
kwaliteit van het toezicht en/of doelmatigheid onder druk komt te staan.
De AFM kan pas een beroep doen op de post onvoorzien als zij de impact van de onvoorziene
en incidentele gebeurtenis niet zelf kan inpassen binnen de begroting. Hiervoor dient
het bestuur een onderbouwd verzoek op te stellen dat moet worden goedgekeurd door
de raad van toezicht. Dit verzoek wordt ook met mij gedeeld. Indien dit leidt tot
aanpassing van de begroting van de AFM is opnieuw goedkeuring nodig van de Ministers
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Financiën.
De post onvoorzien is niet bedoeld om impactvolle gebeurtenissen als bijvoorbeeld
een brexit of onvoorziene, substantiële wijzigingen in het toezicht volledig binnen
het kostenkader op te kunnen opvangen; voor het opvangen van een dergelijke gebeurtenis
zal alsdan het kostenkader naar waarschijnlijkheid tussentijds moeten worden aangepast.
De post onvoorzien vervangt de «Flexibele schil» die is opgenomen in het huidige kostenkader
en die door de AFM kan worden ingezet voor enerzijds nieuwe taken en anderzijds voor
onvoorziene intensiveringen. Voor het uitvoeren van nieuwe taken kan de AFM in het
nieuwe kostenkader gebruik maken van de post «Bekende uitbreiding takenpakket». Intensiveringen
dient de AFM zelf in te passen.
Toelichting kostenkader 2021–2024 AFM
Basisbedrag
Het basisbedrag in het kostenkader 2021–2024 is de begroting 2020 minus de incidentele
post «Intensiveringen» à € 0,3 mln.
Bekende uitbreiding takenpakket
In de periode 2021–2024 zal nieuwe regelgeving van kracht worden waarop de AFM toezicht
zal gaan houden. Het gaat hier om regelgeving op het gebied van financieel-economische
criminaliteit, kapitaalmarkten en pensioenen. Om de AFM in staat te stellen zich voor
te bereiden op dit toezicht en dit toezicht adequaat uit te voeren zijn voor deze
taken extra middelen aan het kostenkader toegevoegd. Daarnaast zal de AFM haar toezichtstaak
uitbreiden op het terrein van het accountancytoezicht.
In maart jl. stuurde ik u de kabinetsreactie op het rapport van de Commissie toekomst
accountancysector (Cta).2 In zijn reactie schreef het kabinet onder meer, in reactie op een gelijkluidend advies
van de Cta, dat het toezicht op de accountancysector eenvoudiger en transparanter
moet. Op dit moment toetsen de NBA en SRA, op basis van convenanten met de AFM, de
niet-oob-accountantsorganisaties3. De kabinetsreactie kondigde aan dat het toezicht op deze accountantsorganisaties
ook feitelijk door de AFM zal worden uitgevoerd. Met deze overheveling van het toezicht
zet ik in op een meer eenvormig en sterker toezicht op de kwaliteit. Dat is een complex
veranderproces, waarover ik door het uitstel van het algemeen overleg accountancy
als gevolg van het coronavirus nog niet met uw Kamer van gedachten heb kunnen wisselen.
Daarom heb ik u bij brief van 28 april jl. geschreven dat ik tot het algemeen overleg
accountancy geen onomkeerbare stappen zal zetten in de uitvoering van de kabinetsreactie.4 Dat algemeen overleg staat inmiddels gepland voor 28 september. In overeenstemming
met de wettelijk verankerde afspraak om uw Kamer tijdig te informeren over het kostenkader
van de AFM, neem ik in aanloop naar het algemeen overleg de te verwachten kosten van
het nieuwe toezicht in het kader op. Ik verwacht dat de AFM hiermee een adequate invulling
kan geven aan haar taak, zodat de kwaliteit van wettelijke controles door de sector
wordt verhoogd.
Het kostenkader gaat uit van het scenario waarin de AFM het toezicht op de niet-oob-accountantsorganisaties
uitvoert per 1 januari 2022. Het jaar 2021 wordt een overgangsjaar, waarin de AFM
voorbereidingen treft voor het uitvoeren van de nieuwe toezichttaken. De AFM neemt
in dit scenario aan de hand van een ingroeipad het toezicht op het niet-oob-segment
voor wat betreft naleving van de Wet toezicht accountantsorganisaties, waaronder de
kwaliteitsbeheersing en de kwaliteit van wettelijke controles, feitelijk over van
NBA en SRA. De maximale kosten voor het uitvoeren van dit toezicht bedragen in 2021
€ 1,5 mln. en nemen toe tot € 5,1 mln. in 2024.
De uiteindelijke bedragen kunnen nog wijzigen, aangezien de daadwerkelijke kosten
die de AFM zal gaan maken afhankelijk zijn van de definitieve besluitvorming ten aanzien
van de precieze uitwerking van onder meer de toezichtmethodiek in het nieuwe stelsel
van toezicht. De komende tijd werk ik samen met de AFM en de andere betrokken partijen,
in het bijzonder met de NBA en de SRA, aan de vormgeving van het nieuwe stelsel van
toezicht. In zijn reactie op het Cta-rapport schreef het kabinet dat op enkele punten
nog nader onderzoek wordt gedaan naar haalbaarheid en wenselijkheid, zoals de mogelijkheid van de invoering van een zogenoemd «vliegurencriterium».
Indien wordt besloten tot invoering van een vliegurencriterium, waarbij – kort gezegd
– het verrichten van een minimum aantal wettelijke controles een voorwaarde is om
de vergunning te behouden, zullen minder middelen nodig zijn om het toezicht uit te
voeren.
Een ander punt waarop nog besluitvorming plaats moet vinden is de intensivering van
het oob-toezicht, door vaker onderzoek uit te voeren en daarbij meer wettelijke controles
te betrekken. In zijn reactie op het rapport van de Cta schreef het kabinet dat het
welwillend staat tegenover een intensivering van het toezicht. Ik ben met de AFM in
gesprek over welke mate van intensivering haalbaar is, welke randvoorwaarden daarvoor
nodig zijn en op welke termijn. Begin 2021 zal ik uw Kamer informeren over de uitkomst
daarvan. Met een intensivering van het oob-toezicht zal het kostenkader, afhankelijk
van de mate van intensivering, stijgen. Afhankelijk van deze en andere besluiten zal
het kostenkader in een later stadium mogelijk nog worden aangepast, zodat de AFM beschikt
over voldoende financiële ruimte om zijn nieuwe taken uit te voeren. Ik heb met de
AFM afgesproken om dit goed te monitoren.
Naast extra middelen voor het toezicht op nieuwe regelgeving heeft de AFM aangegeven
haar rol in het internationale speelveld te willen vergroten. De hiermee gepaard gaande
kosten (circa € 1,4 mln. per jaar) vangt de AFM op binnen de reeds aan de AFM toegekende
financiële ruimte. Ik steun deze ambitie en acht deze passend bij de toenemende bevoegdheden
van de Europese Toezichthoudende Autoriteiten. Een grotere internationale rol is nodig
vanwege de toenemende integratie van de financiële markten en zal ook een positieve
bijdragen leveren aan regelgeving die goed/beter aansluit op de Nederlandse situatie.
Versterking datagedreven toezicht
De toepassing van technologie gedreven innovaties in de financiële sector zal ook
de komende jaren verder toenemen. Deze innovaties bieden kansen aan zowel aanbieders
van financiële producten en diensten als aan consumenten. Tegelijkertijd zorgt digitalisering
ook voor nieuwe risico’s. Digitale diensten of producten kunnen bijvoorbeeld niet
goed aansluiten op de behoefte van de klant en er kan sprake zijn van oneigenlijke
digitale beïnvloeding door een aanbieder van financiële producten of diensten. Daarnaast
bieden deze innovaties de AFM mogelijkheden om haar toezicht steeds effectiever en
efficiënter in te richten. Effectiever, doordat de AFM complete bestanden bij instellingen
kan analyseren, in plaats van beperkte steekproeven te nemen. Efficiënter, doordat
met data-analyse gemakkelijker risico’s geïdentificeerd en geanalyseerd kunnen worden.
Ik vind het daarom van belang dat de AFM zich ook in de komende jaren verder kan ontwikkelen
tot een toekomstbestendige en datagedreven toezichthouder. Om dit mogelijk te maken
zijn investeringen nodig in bijvoorbeeld IT-systemen, datamanagement en opleiding
en werving van medewerkers van de AFM. De AFM verwacht circa € 5,5 mln. per jaar nodig
te hebben om deze investeringen te doen. Een deel hiervan wordt als financiële ruimte
aan het kostenkader toegevoegd. Het restant (circa € 2 mln. per jaar) past de AFM
in binnen de reeds aan de AFM toegekende financiële ruimte.
Besparingen
Naast dat de AFM bepaalde prioriteiten en investeringen (deels) zelf inpast heeft
de AFM, om de stijging van het kostenkader te dempen, additionele besparingen geïdentificeerd.
In de periode 2021–2024 zal de AFM voor minimaal € 3,7 mln. besparen op IT en personeel
& organisatie. Op IT zal de AFM besparingen realiseren door onder andere het terugbrengen
van externe inhuur en op personeel & organisatie wordt ruimte vrijgemaakt als gevolg
van eerder genomen beslissingen omtrent de arbeidsvoorwaarden. Hiermee laat de AFM
zien ook kritisch te kijken naar de kosten van het toezicht en deze waar mogelijk
te verminderen.
Taakstelling
Naast besparingen is in het nieuwe kostenkader ook weer een taakstelling opgenomen.
De taakstelling heeft als doel de AFM te prikkelen om efficiencywinsten te behalen
en draagt daarmee bij aan de doelmatigheid van de AFM.5
Loon- en prijsbijstelling
De loon- en prijsbijstelling blijft ook in het nieuwe kostenkader gehandhaafd.6
De loonbijstelling wordt gekoppeld aan de «Contractlonen marktsector» opgenomen in
de Juniraming van het CPB van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarop de toezichtbegroting
betrekking heeft. Voor de vaststelling van de prijsbijstelling blijft de berekeningssystematiek
zoals gehanteerd in het huidige kostenkader gehandhaafd.
Tot slot
Met het kostenkader 2021–2024 wordt de AFM in staat gesteld om nieuwe toezichtstaken
adequaat op te pakken en haar datagedreven toezicht verder te versterken. Het kostenkader
biedt inzicht in de hoogte van de toezichtkosten en de ontwikkeling daarvan. Met het
kostenkader worden de uitgangspunten van doelmatigheid, soberheid en bestuurlijke
rust geborgd.
Over het nieuwe kostenkader van DNB informeer ik uw Kamer met een aparte brief. Op
6 december 2019 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de verhoging van het kostenkader
van 2020 om ruimte te maken voor uitbreidingen in de toezichtstaak en investeringen
in de digitale strategie en het Programma Huisvesting7. Tegelijkertijd heb ik de Raad van Commissarissen van DNB verzocht om een analyse
uit te laten voeren naar mogelijkheden tot verdere doelmatigheid in de toezichttaak.
Ook heb ik DNB gevraagd om een meerjarig beeld op te leveren van de baten en lasten
van de digitale strategie. Met het oog op een nauwkeurige uitwerking van deze werkzaamheden
heb ik met DNB besloten om uiterlijk in november tot vaststelling van het nieuwe kostenkader
te komen. Een belangrijke overweging hierbij is het feit dat ik veel waarde hecht
aan een gedegen onderbouwing van het meerjarig kostenkader.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën