Brief regering : Beëindigen strafrechtelijke onderzoeken NVWA
33 835 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
Nr. 170
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 september 2020
Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid (JenV), de antwoorden
op de vragen van 27 juli 2020 van de leden Groothuizen en De Groot (D66) (Aanhangsel
Handelingen II 2020/21, nr. 26), het lid Lodders (VVD) (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 27) en het lid Wassenberg (PvdD) (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 29) over het bericht dat het Openbaar Ministerie (OM) strafrechtelijk onderzoeken naar
slachthuizen heeft beëindigd. Deze gang van zaken had niet mogen plaatsvinden en ik
hecht er dan ook waarde aan, net als de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA),
dat transparant is wat er bij de uitvoering van deze strafrechtelijke onderzoeken
niet goed is gegaan en dat daaruit lering wordt getrokken. Ik licht bijgevoegde antwoorden
daarom graag nader toe.
Verloop strafrechtelijk onderzoek en conclusies interim Inspecteur-generaal
De interim inspecteur-generaal (interim-IG) van de NVWA heeft de totstandkoming en
het verloop van de uitvoering van deze strafrechtelijke onderzoeken intern onderzocht.
Dit met het doel de oorzaken te identificeren, ervan te leren en concrete verbeteracties
in te zetten. Ten behoeve van dat onderzoek heeft de NVWA samen met het OM de feiten
zo goed mogelijk in kaart gebracht om een volledig beeld van het verloop van het strafrechtelijk
onderzoek te verkrijgen. Dit heeft geresulteerd in een feitenrapport van de NVWA.
Dat rapport is als bijlage bij deze brief gevoegd1. Om onafhankelijkheid en kritisch vermogen te borgen is het onderzoek naar de gang
van zaken bij de NVWA in verschillende fasen door twee onafhankelijke ervaren functionarissen
van twee andere inspectiediensten getoetst. Kort samengevat levert het onderzoek het
volgende beeld op van het proces van de uitvoering van de later door het OM stopgezette
strafrechtelijke onderzoeken.
Begin 2018 werd op verzoek van het OM door de directies Keuren en Handhaven van de
NVWA in gezamenlijkheid een plan van aanpak opgesteld om bij een drietal slachthuizen
in Noord-Nederland te onderzoeken of sprake was van overtredingen ten aanzien van
de aanvoer van niet-transportwaardig vee. Aan het plan van aanpak werd uiteindelijk
niet in gezamenlijkheid uitvoering gegeven. Op 29 juni 2020 besloot het OM de strafrechtelijke
onderzoeken te beëindigen. De officier van justitie kwam tot dat besluit in verband
met het moeizame totstandkomingsproces dat leidde tot het niet tijdig bij het OM aanleveren
van de processen-verbaal, en de constatering dat de processen-verbaal kwalitatief
onvoldoende bleken te zijn.
Bij de NVWA worden kleinere strafrechtelijke onderzoeken door inspecteurs, in dit
geval buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s), van de NVWA uitgevoerd. Grotere,
complexe opsporingsonderzoeken voert de Inlichtingen- en Opsporingsdienst (IOD) van
de NVWA uit, conform een speciaal daarvoor opgesteld proces. Het strafrechtelijk onderzoek
wordt uitgevoerd onder gezag van het OM, de beheersmatige sturing is een verantwoordelijkheid
van de NVWA.
De interim-IG heeft mij gemeld dat hij concludeert dat bij de uitvoering van deze
strafrechtelijke onderzoeken de sturing, monitoring en kwaliteitsborging door de NVWA
tekort is geschoten. Zo heeft de NVWA geen expliciete afspraken met het OM gemaakt
over de scope van het onderzoek (overtredingen ten aanzien van de aanvoer van niet-transportwaardig
vee), waardoor deze lang te breed is geweest. Er was geen zicht op voortgang van en
sturing op de onderzoeken en er was geen toetsing op de kwaliteit van de op te maken
processen-verbaal. Daarbij was sprake van gebrekkige communicatie en samenwerking
tussen de betrokken directies van de NVWA. De oorspronkelijke intentie om tot een
gezamenlijke aanpak te komen blijkt niet tot uitvoering te zijn gekomen. De directies
wisselden onvoldoende informatie met elkaar uit. De interim-IG concludeert dat daardoor
kansen werden gemist om gezamenlijk te onderzoeken of sprake was van overtredingen
ten aanzien van de aanvoer van niet-transportwaardig vee. Ook concludeert de interim-IG
dat de onderhavige zaak illustreert dat er onverminderd aandacht nodig is voor de
verbetering van de samenwerking, onderlinge communicatie en vertrouwen. Ik onderschrijf
de conclusies van de interim-IG.
Te ondernemen/ondernomen verbeteracties
Dierenwelzijn heeft prioriteit in het toezicht door de NVWA. Het is de rol van de
NVWA om er op toe te zien dat dierenwelzijn in de gehele keten – van veehouderij tot
slachthuis – goed wordt geborgd. De maatschappij moet ervan uit kunnen gaan dat de
NVWA vermoedens van misstanden grondig onderzoekt en optreedt als dat nodig is. De
NVWA betreurt de gang van zaken in dit dossier en dat de strafrechtelijke onderzoeken
moesten worden stopgezet. Het OM heeft door de hierboven geschetste ontwikkelingen
geen bewijsbare zaak aan de strafrechter kunnen voorleggen. Ook voor bestuursrechtelijk
optreden is in deze situatie geen grond, ondanks de onbevredigende afloop van het
strafrechtelijk onderzoek.
Wel is er voor de toekomst alle aanleiding om acties te ondernemen om de sturing op
de uitvoering van dit type onderzoek bij de NVWA en de kwaliteitsborging te verbeteren.
Nu de gevonden verbeterpunten passen bij de diagnose uit de Herbezinning NVWA – waarover
ik uw Kamer separaat informeer –, zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij de acties
uit de Herbezinning. Kortgezegd gaat het om het volgende.
De monitoring binnen de NVWA van lopende strafrechtelijke onderzoeken die worden uitgevoerd
door boa’s wordt op korte termijn verbeterd. Dit overzicht is noodzakelijk om regie
te kunnen voeren. Daarnaast wordt gewerkt aan een gestructureerd proces voor de aanpak
van (deze kleinere) strafrechtelijke onderzoeken. Er komt een heldere rolverdeling
voor alle betrokkenen – van boa’s tot management – bij strafrechtelijke onderzoeken.
Het doel daarvan is de interne sturing en monitoring op de uitvoering te verbeteren.
Om de kwaliteit van onderzoek en processen-verbaal te verhogen, worden NVWA-medewerkers
die betrokken zijn bij strafrechtelijke onderzoeken ondersteund met opleiding en zal
eind 2020 extra capaciteit voor strafrechtelijke expertise beschikbaar zijn ten behoeve
van collegiaal advies en toetsing bij de uitvoering van strafrechtelijk onderzoek.
Ook is de NVWA met het OM in gesprek over de samenwerking en over het implementeren
van de genoemde verbeteracties.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit