Brief regering : Onderzoeksrapporten regionale vensterprogrammering, distributievergoeding en WNT-maxima mediasector
32 827 Toekomst mediabeleid
Nr. 200
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 september 2020
In de visiebrief toekomst publiek bestel1 heb ik diverse maatregelen voor de publieke omroep aangekondigd. Een groot deel van
deze maatregelen vindt zijn uitwerking in het wetsvoorstel dat op 31 augustus jl.
via de Koning aan uw Kamer is gestuurd (Kamerstuk 35 554). Voor een drietal maatregelen zijn er de afgelopen tijd onderzoeken uitgevoerd.
Bijgaand stuur ik de volgende drie onderzoeksrapporten2:
1. Validatie begroting landelijke uitrol regionale vensters door onderzoeksbureau Dialogic;
2. Onderzoek regulering distributievergoeding door een consortium van onderzoeksbureaus3 onder leiding Dialogic;
3. Bezoldigingssystematiek bestuurders publieke mediadomein door onderzoeksbureaus Panteia
en AWVN.
Ik zal hieronder kort ingaan op het onderzoek naar regionale vensterprogrammering
en lagere WNT-maxima in de mediasector. De beleidsreactie op het onderzoek naar de
distributievergoeding wordt op dit moment opgesteld en zal ik zo spoedig mogelijk
naar uw Kamer versturen.
Regionale vensterprogrammering
Het kabinet merkte in de visiebrief op dat afhankelijk van de technische en financiële
risico’s de techniek rond regionale vensterprogrammering (hierna: RVP) in de toekomst
mogelijk ingezet zal worden om het aanbod met een regionaal karakter deels op de regio
toegesneden door te geven.
Van 1 april 2019 tot en met 28 juni 2019 is in drie regio’s een pilot met RVP gedaan
en in oktober van datzelfde jaar volgde een evaluatie. Eén van de resultaten van de
evaluatie betreft de begrote kosten voor landelijke uitrol van de RVP. Het onderzoeksbureau
Dialogic heeft vervolgens in zijn onderzoeksrapport de begroting voor een mogelijke
landelijke uitrol van RVP gevalideerd.
Op basis van de pilot-evaluatie en het rapport van Dialogic ben ik van mening dat
de totale kosten niet opwegen tegen de baten, waarbij het overigens ook onzeker is
of RVP wel voldoende tot de gewenste baten leidt (meer zichtbaarheid en bereik regionale
programmering). Daar komt bij dat het een zeer forse investering vereist in een distributiewijze
die niet de distributiewijze van de toekomst is (lineaire televisie) en dat er weinig
tot geen draagvlak is bij de distributeurs om de benodigde aanpassingen in de netwerken
te doen.
Daarnaast bevinden we ons inmiddels in een nieuwe realiteit. NPO Regio gaat per 1 januari
van start, waarmee naar verwachting tegen minder kosten de gewenste baten zullen worden
gerealiseerd: meer zichtbaarheid, bereik en aandacht voor regionale programmering
én de regionale omroepen. Hetzelfde geldt voor de recente intensivering van de samenwerking
tussen NOS en regionale omroepen. Het feit dat iedereen op de digitale kanalen van
de NOS content van twee zelfgekozen regionale omroepen kan zien, is in feite een soort
digitale RVP die beter in deze tijd past. Het lijkt dan ook vruchtbaarder om vol op
déze ontwikkelingen in te zetten in plaats van op RVP.
Lagere WNT-maxima in de mediasector
Al geruime tijd bestaat er in de samenleving en in de politiek behoefte aan verdere
regulering van de beloningen van bestuurders bij publieke media-instellingen. In de
visiebrief heb ik een met de sector afgestemd voorstel met lagere bezoldigingsmaxima
voor het mediadomein aangekondigd.
De Wet normering topinkomens (WNT) biedt de mogelijkheid lagere bezoldigingsmaxima
vast te stellen voor een specifiek domein, door de instellingen in te delen in verschillende
bezoldigingsklassen op basis van criteria die onder meer betrekking hebben op de omvang
van de instellingen. Afgelopen jaar is gebruikt om in overleg met de mediasector criteria
te ontwikkelen voor de indeling van de instellingen over deze verlaagde maxima. Onderzoeksbureaus
Panteia en AWVN hebben een onafhankelijk onderzoek uitgevoerd naar welke bezoldigingssystematiek
voor topfunctionarissen in het publieke media-domein passend is en welke factoren
geschikt zijn om de bestuurlijke complexiteit van de media-instellingen te meten.
Dit onderzoek heeft geleid tot «bouwstenen» voor de criteria en de indeling van de
instellingen.
Op basis van de uitkomsten van het onderzoek wordt op dit moment gewerkt aan een ministeriële
regeling ter uitwerking van de verlaging van de WNT-maxima voor de mediasector. De
regeling zal na consultatie van de betrokken partijen per 1 januari 2021 in werking
kunnen treden.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media