Brief regering : Geannoteerde agenda informele bijeenkomst van milieu- en klimaatministers 30 september en 1 oktober 2020
21 501-08 Milieuraad
Nr. 807 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE MINISTER VAN
ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 september 2020
Op 30 september en 1 oktober organiseert het Duitse voorzitterschap de informele bijeenkomst
van EU-milieu en klimaatministers, welke eerst gepland stond voor 13 en 14 juli. Het
kabinet is voornemens hieraan deel te nemen. Hierbij delen wij met u, mede namens
de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de geannoteerde agenda met de meest recente stand
van zaken. Mocht de agenda van deze bijeenkomst op belangrijke punten veranderen,
dan zullen wij u hierover in de beantwoording van het schriftelijk overleg van 17 september
a.s. informeren. Door middel van deze geannoteerde agenda informeren wij u tevens
over de voortgang van het ophogen van de Europese klimaatdoelen, conform de motie
van de leden Van Haersma Buma en Pechtold (Kamerstuk 35 000, nr. 15).
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
GEANNOTEERDE AGENDA
Impact assessment verhoging 2030 EU-klimaatdoelstelling
De ministers zullen een eerste gedachtewisseling hebben over de 2030 Impact Assessment,
die de Commissie naar verwachting in september zal publiceren. De 2030 Impact Assessment
zal verschillende scenario’s presenteren voor het ophogen van het EU 2030 broeikasgasreductiedoel
naar 50 tot 55%.
Inzet Nederland
Het kabinet zet zich samen met een aantal andere ambitieuze landen op klimaatgebied
(«de kopgroep1») actief in voor het ophogen van het 2030-doel naar 55%. De Impact Assessment kan
meer duidelijkheid geven over de mogelijkheden voor en consequenties van deze ophoging
op Europees niveau. Het kabinet ziet het als positief dat het Duitse Voorzitterschap
heeft aangegeven de besluitvorming over het ophogen van het 2030-doel als prioriteit
te zien en deze dit jaar te willen afronden.
Indicatie krachtenveld
Lidstaten hechten grote waarde aan de Impact Assessment, omdat hierin de consequenties
voor de Unie van ophoging van het 2030-doel zullen worden weergegeven en deze daarmee
leidend is voor de aankomende onderhandelingen.
Het krachtenveld is het afgelopen half jaar verschoven: waar sommige lidstaten eerst
tegen de ophoging van het 2030-doel waren, spreken deze lidstaten zich nu uit voor
een hoger doel. Ook heeft de afgelopen maanden een aantal lidstaten laten blijken
interesse te hebben in deelname aan de kopgroep. De kans is dan ook aannemelijk dat
de kopgroep zich de komende maanden verder zal uitbreiden. De kopgroep zet zich al
jaren in voor een ophoging van het 2030-doel naar 55%. Zo is begin maart 2020 op initiatief
van de kopgroep een gezamenlijke verklaring aan eerste vicevoorzitter Timmermans gestuurd
die inmiddels door 19 lidstaten is ondertekend, waarin wordt gepleit voor groen herstel
en snelle besluitvorming over het ophogen van het 2030-doel. Andere lidstaten staan
terughoudender of kritischer tegenover een snelle ophoging van het 2030-doel.
Uit de Europese Raad van afgelopen juli blijkt ook de groeiende steun van lidstaten
voor het inzetten op klimaatambities om zo te bouwen aan een toekomstbestendige en
sterkere Europese economie en aan het concurrentievermogen van de EU. In die Raad
is besloten dat een algemene klimaatdoelstelling van 30% van het totale bedrag aan
uitgaven in het kader van het MFK en Next Generation EU zal gelden. Deze klimaatacties
moeten onder meer voldoen aan het leveren van een bijdrage aan het bereiken van nieuwe
klimaatdoelstellingen van de Unie voor 2030, die eind dit jaar zullen worden geactualiseerd.
In het Europees parlement lijkt er een meerderheid voor ophoging naar ten minste 55%.
Biodiversiteit
De ministers zullen van gedachten wisselen over de het verlies van ecosystemen, de
vernietiging van natuur en de uitbraak van pandemieën. Wetenschappelijk onderzoek
geeft aan dat verandering van landgebruik, waaronder het kappen van bossen, verlies
van biodiversiteit en klimaatverandering de kans aanzienlijk vergroot op de overdracht
van zoönosen (infecties die van dieren op mensen worden overgedragen).
Inzet Nederland
Uw Kamer is geïnformeerd over de kabinetsinzet internationale biodiversiteit2 en over de internationale inzet voor bosbehoud en bosherstel3. Het kabinet geeft hierin aan om, gelet op de zorgwekkende situatie van de wereldwijde
biodiversiteit, ambitieus in te zetten op het tegengaan van het mondiale verlies aan
biodiversiteit en bossen. De relatie tussen de kans op zoönosen en het verlies aan
biodiversiteit en leefgebied is een extra stimulans om met kracht te werken aan herstel
van natuur en biodiversiteit. Het kabinet streeft onder andere naar bindende en uitvoerbare
afspraken voor het nieuw af te sluiten Global Biodiversity Framework. Het kabinetsstandpunt
over de EU-Biodiversiteitstrategie is uiteengezet in een BNC-fiche4. Het kabinet zal deze inzet uitdragen tijdens de bijeenkomst van milieuministers.
Indicatie krachtenveld
Alle lidstaten erkennen dat er een sterke relatie bestaat tussen de kans op zoönosen
en het vernietigen van ecosystemen. Bovendien geven veel lidstaten aan dat tijdens
de COVID-19 uitbraak gebleken is dat natuur in onze dagelijkse leefomgeving van groot
belang is voor ons welzijn en onze gezondheid. De meeste lidstaten steunen het standpunt
van de Commissie dat natuurherstel en het tegengaan van natuurverlies onderdeel moeten
uitmaken van het COVID-19 herstelpakket. De indicatie is bovendien dat veel lidstaten
positief zijn over de uitgangspunten en de inhoudelijke doelen van de EU-biodiversiteitstrategie.
Ook de ambitie van de Europese Commissie om leidend te zijn in de wereld als het gaat
om het versterken van de biodiversiteit, kan op veel steun rekenen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.