Brief regering : Uitkomsten eerste tranche woningbouwimpuls
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
Nr. 680
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 september 2020
Op 15 juli 2020 heb ik het loket voor de eerste tranche van de woningbouwimpuls gesloten.
Een onafhankelijke toetsingscommissie heeft zich deze zomer gebogen over de 52 aanvragen
die voor deze eerste tranche zijn ingediend. De aanbiedingsbrief van de toetsingscommissie
met haar advies en een toelichting op de wijze van beoordelen is als bijlage bij deze
brief gevoegd1. Met deze brief informeer ik u nader over de uitkomsten van de eerste tranche.
Op basis van het unanieme advies van de commissie heb ik besloten een totale bijdrage
van ruim € 290 mln. toe te kennen aan 27 projecten en zo een bijdrage te leveren aan
de (versnelde) realisatie van ruim 51.000 woningen, waarvan circa 65% betaalbaar.
Ik ben verheugd dat het is gelukt om in relatief korte tijd en met het doorlopen van
een zorgvuldig selectieproces al tot deze aantallen woningen te komen. Hiermee wordt
een belangrijke, eerste stap gezet in het terugdringen van het woningtekort door de
inzet van de impulsgelden en wordt eraan bijgedragen dat er ondanks de coronacrisis
daadwerkelijk doorgebouwd wordt in ons land. Dit past bij het bredere pakket aan maatregelen
dat ik neem op het terrein van bouwen en wonen. Deels heb ik u daar eerder over geïnformeerd
en voorts verwijs ik naar de separate brief hierover die ik met Prinsjesdag naar uw
kamer zal zenden.
Doelstellingen woningbouwimpuls
Het woningtekort is de afgelopen jaren verder toegenomen. Voor starters en mensen
met een laag of middeninkomen is het steeds moeilijker geworden om een betaalbare
woning te vinden. In 2019 heeft het kabinet € 1 miljard euro beschikbaar gesteld voor
de woningbouwimpuls met als doel om versneld meer en meer betaalbare woningen te bouwen
voor starters en mensen met een laag of middeninkomen. De doelstelling is om met deze
impuls bij te dragen aan de bouw van ten minste 65.000 woningen door twee effecten
na te streven: een versnellingseffect (door de impuls kunnen projecten in de tijd
naar voren gehaald worden) of een realisatie-effect (door de impuls kunnen op een
locatie meer en/of meer betaalbare woningen gerealiseerd worden). Daarbij wordt prioriteit
gegeven aan regio’s met een grote woningbouwopgave, waaronder de woondealregio’s.
Per 1 juli 2020 is het Besluit Woningbouwimpuls 2020 en de Regeling Woningbouwimpuls
2020 in werking getreden, waarmee ik het mogelijk heb gemaakt om de beschikbare middelen
als specifieke uitkeringen toe te kennen aan gemeenten met woningbouwlocaties met
een publiek financieel tekort. Door de woningbouwimpuls kunnen deze locaties haalbaar
gemaakt worden en voor woningbouw beschikbaar komen.
Uitkomsten eerste tranche van de woningbouwimpuls
Met de toekenning van € 290,31 mln. exclusief BTW draag ik bij aan de realisatie van
51.021 woningen, waarvan 32.579 betaalbare woningen. Het aandeel betaalbaar is met
circa 65% boven verwachting; vanuit de woningbouwimpuls stel ik als voorwaarde dat
ten minste de helft van het programma uit betaalbare woningen moet bestaan. Bij de
meeste projecten verwacht ik met de bijdrage zowel te versnellen als te zorgen voor
meer of een hoger aandeel betaalbare woningen. Op basis van de resultaten van deze
eerste tranche verwacht ik met de gehele impuls de doelstelling van 65.000 woningen
ruimschoots te halen. In de bijlage vindt u een factsheet met kenmerken van de eerste
tranche. In het vervolg van deze brief zal ik een aantal van deze kenmerken uitlichten.
Ik doe dit generiek, globale informatie over de individuele projecten is op korte
termijn via de website www.woningmarktbeleid.nl beschikbaar. Aansluitend informeer ik u in deze brief nader over het vervolg.
De bijlage bevat een overzicht van de 27 projecten verspreid over het land, waaraan
ik een bijdrage heb toegekend. Met 21 projecten ligt het accent duidelijk op de woondealregio’s.
Daarnaast draag ik bij aan woningbouwprojecten in Alkmaar, Breda, Deventer, Enschede,
Harderwijk en Hoorn.
Het type projecten dat in aanmerking komt voor een bijdrage is divers. Bij bijna de
helft van de projecten gaat het om de transformatie van bedrijventerreinen. De andere
projecten betreffen centrumontwikkelingen, verdichting binnen bestaande woonwijken,
stationsomgevingen, uitleglocaties en de herstructurering van een groot retailgebied.
Bij één project worden 700 tijdelijke woningen gerealiseerd, bij de andere projecten
uitsluitend permanente woningen. Conform de voorwaarden van de impuls moet de bouw
van de eerste woningen uiterlijk in 2023 kunnen starten. Bij het merendeel van de
projecten is echter de verwachting dat de bouw van de eerste woningen al in 2021 kan
starten. De start bouw van de laatste woningen is uiterlijk in 2030 voorzien. Het
gaat veelal om grote en complexe locaties, waar door onvoorziene omstandigheden snel
vertragingen kunnen optreden. Het voorkomen dan wel beperken van vertraging is in
zulke situaties van belang. Ik blijf daarom met gemeenten in gesprek over de projecten
en verwacht ook van gemeenten dat zij mij bij dreigende vertraging proactief informeren.
Waar nodig zal ik gemeenten met expertise ondersteunen.
De betaalbare woningen waaraan wordt bijgedragen bestaan uit ruim 14 duizend sociale
huurwoningen, circa 12 duizend middenhuurwoningen en ruim 6 duizend koopwoningen onder
de NHG kostengrens. Bij de meeste projecten wordt een mix van doelgroepen bediend.
Gemeenten hebben verschillende maatregelen getroffen om de woningen langjarig voor
het betaalbare segment en de doelgroep te behouden. Voorbeelden daarvan zijn afspraken
met projectontwikkelaars in anterieure overeenkomsten over maximale huurstijgingen,
en inzet van instrumenten als een antispeculatiebeding, zelfbewoningsplicht en uitpondverbod.
Bij het merendeel van de projecten worden ook woningen voor starters en senioren ontwikkeld.
Bij acht projecten bevat het programma studentenwoningen. Ook is er binnen tien projecten
specifiek aandacht voor woningtypen voor bijzondere doelgroepen. Het gaat dan bijvoorbeeld
om woningen voor arbeidsmigranten en spoedzoekers en woonzorgconcepten voor senioren,
jongeren die onder begeleiding zelfstandig wonen, mensen uit beschermd wonen en de
maatschappelijke opvang.
De geselecteerde projecten kennen een gezamenlijk publiek tekort van circa € 621 mln.,
oftewel ruim 12 duizend euro per te realiseren woning. Vanuit medeoverheden wordt
€ 331 mln. bijgedragen en vanuit de woningbouwimpuls ruim € 290 mln., dit is 5.690
euro per gerealiseerde woning. De oorzaken van de tekorten zijn divers. In alle gevallen
spelen verminderde grondopbrengsten of opbrengsten uit kostenverhaal door de inzet
op betaalbare woningen een rol. Daarnaast zijn er bij alle projecten publieke maatregelen
noodzakelijk om de locatie voor wonen geschikt te maken. Het gaat dan veelal om investeringen
in de infrastructurele ontsluiting en in de inrichting van de openbare ruimte. Bij
ongeveer de helft van de projecten is bodemsanering en uitplaatsing van of maatregelen
tegen hindergevende bedrijvigheid aan de orde. Ook is het bij een aantal projecten
nodig om maatregelen gericht op het verlagen van de stikstofdepositie te treffen.
Vervolg
Ik vind het positief om te kunnen constateren dat het gemeenten gelukt is om bij het
merendeel van de ingediende projecten tot kwalitatief goede aanvragen te komen die
de zorgvuldige, externe toetsing hebben kunnen doorstaan. Van de andere projecten
heeft de commissie aangegeven dat veel aanvragen weliswaar nu als onvoldoende beoordeeld
zijn, maar met enige aanpassingen kansrijk kunnen zijn voor een volgende ronde. Het
gaat dan bijvoorbeeld om aanvragen, waarin de hoogte van de bijdrage onvoldoende onderbouwd
is of om projecten die zich nog in een te vroeg stadium van planvoorbereiding bevinden,
waardoor maatregelen nog net niet ver genoeg uitgewerkt zijn.
Ik ga daarom met al deze gemeenten in gesprek om hen waar nodig te ondersteunen en
stel daar ook de kennis van het Expertteam Woningbouw voor ter beschikking.
Ik heb u eerder aangekondigd dat ik dit jaar nog een tweede aanvraagtijdvak wil starten.
Vanwege de kansrijkheid van de afgewezen aanvragen en signalen van andere gemeenten
dat zij al druk bezig zijn met aanvragen voor deze tweede tranche wil ik dit loket
op de kortst mogelijke termijn, op 26 oktober 2020, openstellen2. Voor dit aanvraagtijdvak stel ik € 225 mln. beschikbaar. Dit is inclusief middelen
die niet besteed zijn in de eerste tranche. In februari zal ik over deze aanvragen
besluiten.
Op dit moment ben ik met verschillende partijen, waaronder de leden van de toetsingscommissie
en de gemeenten die een aanvraag ingediend hebben, in gesprek over mogelijke verbeteringen
in de aanvraagdocumentatie en het aanvraag- en beoordelingsproces. Daarnaast zal ik
op weg naar het tweede aanvraagtijdvak opnieuw aan gemeenten die hier behoefte aan
hebben middels ambtelijke inzet en zogenaamde Impulskamers ondersteuning bieden bij
het voorbereiden van de aanvragen voor een bijdrage uit de woningbouwimpuls. Met de
ondersteuning en het versneld openstellen van de tweede tranche bied ik gemeenten
met projecten die zijn afgevallen en gemeenten met nieuwe plannen perspectief om het
beoogde tempo van woningbouwprojecten voort te zetten.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties