Brief regering : Rapport RIVM en NZa over integrale geboortezorg
32 279 Zorg rond zwangerschap en geboorte
Nr. 203
                   BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 september 2020
Op 1 september 2020 heb ik van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het Rijksinstituut
                  voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een rapport en evaluatie met advies ontvangen
                  over de bekostiging van de integrale geboortezorg. In de brief van 25 november 20191 heeft mijn ambtsvoorganger al aangekondigd dat deze stukken zouden verschijnen. Vanwege
                  de uitbraak van COVID-19 hebben de stukken vertraging opgelopen. Hierbij bied ik u
                  deze stukken ter kennisgeving aan2. Ik zal voor het einde van dit jaar met een beleidsinhoudelijke reactie op bijgevoegde
                  stukken komen.
               
Bekostigingsadvies NZa en evaluatie experiment
De NZa adviseert mij om het experiment met de integrale bekostiging onder de Beleidsregel
                  integrale geboortezorg per 2022 onderdeel te maken van de reguliere bekostiging naast
                  de monodisciplinaire bekostiging. De evaluatie van het experiment leert dat de samenwerking
                  in de regio’s met een integrale geboortezorgorganisatie (igo) verder verbetert en
                  dat een sterkere gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt ervaren. Tegelijkertijd levert
                  de overstap naar integrale bekostiging grote administratieve lasten op, omdat alle
                  administratieve systemen zijn ingericht op monodisciplinaire zorg. Desondanks willen
                  de experimenteerregio’s door met integrale bekostiging. Een aanzienlijk deel van de
                  verloskundige samenwerkingsverbanden geeft aan de overstap (nog) niet te willen maken
                  omdat zij meer nadelen dan voordelen zien. Ook een gebrek aan toekomstperspectief
                  speelt in sommige gevallen een rol.
               
Daarnaast adviseert de NZa om per 2028 helemaal over te gaan op integrale bekostiging
                  van de geboortezorg. Hiermee wordt volgens de NZa een duidelijker toekomstperspectief
                  gegeven aan partijen. Een integrale bekostiging zet de zwangere centraal en stimuleert
                  samenwerking tussen zorgaanbieders. Het legt financiële verantwoordelijkheid bij de
                  zorgaanbieders voor een optimale en doelmatige inrichting van het integrale zorgtraject
                  (Juiste Zorg op de Juiste Plek). Monodisciplinaire bekostiging belemmert de samenwerking.
                  Een belangrijke voorwaarde is dat integrale bekostiging niet leidt tot een vermindering
                  van de kwaliteit van zorg. De NZa geeft aan dat met het behouden van de monodisciplinaire
                  bekostiging tot 2028 de sector de tijd krijgt om de uitvoeringsvraagstukken bij het
                  leveren van integrale geboortezorg op te lossen, onder andere het ontwikkelen van
                  een integraal, digitaal patiëntdossier. Ook geeft dit de NZa tijd om samen met de
                  sector de integrale bekostiging door te ontwikkelen. De NZa adviseert om een sectorbrede
                  taskforce op te richten waarin de betrokken partijen binnen de integrale geboortezorg periodiek
                  bijeenkomen om samen aan de slag te gaan met uitvoeringsvraagstukken.
               
Rapport RIVM
De afgelopen jaren heeft het RIVM de ontwikkelingen in de geboortezorg met betrekking
                  tot de experimentele invoering van integrale bekostiging gemonitord. De monitor beschrijft
                  ervaringen van betrokken actoren en eerste analyses om het effect van integrale bekostiging
                  op het zorggebruik, zorguitgaven en gezondheidsuitkomsten van de geboortezorg.
               
Hieruit blijkt dat zorgprofessionals, bestuurders van de igo’s en de zorgverzekeraars
                  positief zijn over de samenwerking en dat deze samenwerking geïntensiveerd, meer gestructureerd
                  en minder vrijblijvend is dan voorheen. Aangegeven wordt dat de igo en de integrale
                  bekostiging hebben bijgedragen aan de eerste stappen naar een cultuuromslag naar een
                  gezamenlijke verantwoordelijkheid. Wel worden de administratieve lasten van integrale
                  bekostiging genoemd als het grootste ervaren knelpunt, dit werd in het vorige rapport
                  ook genoemd en is nog niet opgelost.
               
Eerste data-analyses laten kleine effecten zien op zorggebruik en zorguitgaven, waarbij
                  het soms onduidelijk is of die gewenst zijn of niet. Zo zijn er iets meer poliklinische
                  bevalling geweest en minder ziekenhuisbevallingen. Het percentage geplande keizersneden
                  was iets lager en het percentage niet-geplande keizersneden iets hoger. Er zijn geen
                  effecten gevonden op gezondheidsuitkomsten zoals geboortegewicht en vroeggeboorte.
               
Het RIVM concludeert dat de invoering van integrale bekostiging een kwestie van lange
                  adem is, omdat dit onder andere gepaard gaat met het doorbreken van bestaande structuren
                  maar ook bestaande culturen. Er is behoefte aan een duidelijke toekomstvisie na afloop
                  van het experiment integrale bekostiging van de geboortezorg, waarbij aandacht moet
                  zijn voor de vereenvoudiging van de administratieve afhandeling. Het RIVM geeft aan
                  dat voor de huidige analyse de follow-up duur beperkt was en dat er geen variabelen
                  voor ervaringen van zwangere vrouwen en hun partners alsook de kwaliteit van de kraamzorg
                  beschikbaar zijn. Verder geeft het RIVM aan dat het essentieel is om de effecten van
                  integrale bekostiging te blijven monitoren zodat er de komende jaren een breder beeld
                  verkregen kan worden om te kunnen bepalen of de beoogde doelstellingen van integrale
                  bekostiging gerealiseerd kunnen worden.
               
Reactie VWS en vervolgtraject
Op 10 september 2020 is er een bestuurlijk overleg onder leiding van het Ministerie
                     van VWS met alle belanghebbende partijen binnen de integrale geboortezorg om door
                     te praten over het vervolg van de bekostiging van de integrale geboortezorg. Ik zal
                     mij daarna beraden op het advies van de NZa, het rapport van het RIVM en de standpunten
                     van partijen.
                  
Voor het einde van dit jaar zal ik uw Kamer informeren over mijn besluit en het vervolgtraject
                     van de bekostiging van de integrale geboortezorg.
                  
De Minister voor Medische Zorg,
                  T. van Ark
Indieners
- 
              
                  Indiener
 T. van Ark, minister voor Medische Zorg
