Brief regering : Verlenging inburgeringstermijn en wijziging inburgeringsregelgeving
32 824 Integratiebeleid
25 295
Infectieziektenbestrijding
Nr. 304
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 september 2020
De impact van Covid-19 is ook merkbaar bij inburgering waar als gevolg van het Covid-19
virus tot 1 juni 2020 geen klassikale inburgeringslessen konden worden gegeven door
taalscholen. In reactie hierop heb ik de regels voor afstandsonderwijs verruimd, zodat
de mogelijkheid bleef bestaan voor inburgeraars om de Nederlandse taal te leren. Sinds
1 juni is klassikale taalles weer mogelijk en per 15 juli is het toegestaan om een
mengvorm van afstandsleren en klassikaal leren aan inburgeraars aan te bieden.
Ook waren de DUO examenlocaties tot 15 juni gesloten door de Covid-19 maatregelen
waardoor er drie maanden lang geen inburgeringsexamens konden worden afgelegd. Per
15 juni heeft DUO met veel inzet en flexibiliteit de toetslocaties heropend en extra
maatregelen getroffen om inburgeraars examens te kunnen laten doen zoals avond- en
weekendopenstellingen en het openen van een extra toetslocatie. Ondanks deze extra
maatregelen kunnen er door de maatregelen van het RIVM (met name de anderhalve metermaatregel)
nog steeds niet genoeg examens worden afgenomen om de achterstanden substantieel in
te lopen. De wachttijden zijn aanzienlijk, maar verschillen per locatie en per examenonderdeel.
Door het Covid-19 virus bevinden wij ons in een bijzondere situatie en dit vraagt
flexibiliteit van ons allemaal. Voor een inburgeraar kan dit betekenen dat hij of
zij langer moet wachten om een inburgeringsexamen af te kunnen leggen. Om te voorkomen
dat inburgeraars te lang moeten wachten op het afleggen van hun inburgeringsexamens,
heb ik DUO gevraagd naast de eerder genomen maatregelen op korte termijn extra examencapaciteit
te realiseren. Daarbij is het goed om te beseffen dat de mogelijkheden van DUO niet
onbeperkt zijn en dat DUO tegen zijn grenzen zal aanlopen.
Om te zorgen dat de inburgeraar niet de dupe wordt van de Covid-19 maatregelen, is
de inburgeringstermijn tot nu toe drie keer met twee maanden verlengd. Gelet op de
wachttijd voor het doen van het inburgeringsexamen is het nodig om de inburgeringstermijn
opnieuw te verlengen. Ik verleng de inburgeringstermijn met vier maanden zodat inburgeringsplichtigen
niet in de knel komen met hun inburgeringstermijn. De voorbereidingen voor deze nieuwe
termijnverlenging zijn door DUO in gang gezet en inburgeraars worden hier spoedig
over geïnformeerd.
Tevens maak ik van de gelegenheid gebruik om uw Kamer te informeren over enkele wijzigingen
in de inburgeringsregelgeving met ingang van 1 oktober 2020.
Wijziging Besluit inburgering
Per 1 oktober 2020 is voorzien dat inburgeringsplichtigen die werkzaam zijn als zelfstandig
ondernemer, vrijgesteld worden van het examenonderdeel Oriëntatie op de Nederlandse
Arbeidsmarkt (ONA). Voor inburgeringsplichtigen die arbeid in loondienst verrichten,
bestaat deze vrijstelling al. De achtergrond van deze vrijstelling is dat als iemand
al functioneert op de arbeidsmarkt, er geen reden meer is om 64 cursusuren arbeidsmarktoriëntatie
te volgen of daar examen in te doen. Er moet aangetoond worden dat het gaat om actief
ondernemerschap. Naast de inschrijving bij de Kamer van Koophandel worden daarom bewijsstukken
met betrekking tot inkomsten uit de onderneming gevraagd.
Ook zal per 1 oktober 2020 met terugwerkende kracht vanaf 13 maart jl. geregeld zijn
dat de termijn van de lening van de vrijwillige inburgeraar wordt verlengd, omdat
taallessen in verband met Covid-19 niet zijn doorgegaan en examens tijdelijk niet
mogelijk waren. Deze wijziging heb ik aangekondigd in mijn brief van 6 juli jl.1
Wijziging Regeling inburgering
Ook de Regeling inburgering wordt per 1 oktober 2020 gewijzigd. Allereerst wordt de
vrijstelling voor het examenonderdeel ONA voor studenten die succesvol een mbo-1 opleiding
hebben afgerond vastgelegd in de Regeling. U bent over deze wijziging geïnformeerd
in de meest recente uitvoeringsbrief inburgering van 15 juli jl.2
De tweede wijziging betreft de uitbreiding van de ontheffingsmogelijkheid op grond
van aantoonbaar geleverde inspanningen voor analfabete inburgeraars.
Voor analfabete inburgeraars blijkt het criterium, dat zij 600 uren cursus gevolgd
moeten hebben voor een ontheffing op grond van aantoonbaar geleverde inspanningen,
regelmatig als knelpunt te worden ervaren. Dat geldt voor twee ontheffingsgronden:
1. 600 uur cursus en vier keer het afleggen van de niet behaalde onderdelen van het examen;
2. 600 uur en een toets waaruit blijkt dat de inburgeringsplichtige niet het leervermogen
heeft om het inburgeringsexamen te halen.
Bij de eerste ontheffingsgrond is het in de huidige regeling niet toegestaan alfabetiseringsuren
mee te tellen. Dat betekent dat als analfabeten in aanmerking willen komen voor de
ontheffing op grond van aantoonbaar geleverde inspanningen op grond van dit onderdeel
zij na hun alfabetiseringsuren nog 600 uur inburgeringsonderwijs moeten volgen.
Daardoor kunnen deze inburgeringsplichtigen in de knel komen omdat er bij de huidige
cursusprijzen maar circa 700 uur cursus uit de lening gefinancierd kan worden. Door
deze wijziging kunnen inburgeringsplichtigen die minimaal 600 uur een combinatie van
alfabetiserings-en inburgeringslessen hebben gevolgd, waarvan minimaal 200 uur inburgeringscursus,
in aanmerking komen voor een ontheffing.
De leerbaarheidstoets die moet worden afgelegd om in aanmerking te komen voor een
ontheffing op de tweede grond kan in de huidige regeling alleen worden aangevraagd
wanneer iemand tenminste 600 uur heeft deelgenomen aan een alfabetiseringscursus en
een daaropvolgende inburgeringscursus.
In de praktijk blijkt het voor te komen dat door een verkeerde inschatting van de
cursusinstelling iemand met een inburgeringscursus start en dat na verloop van tijd
blijkt dat iemand eerst moet alfabetiseren. Wanneer deze eerst gevolgde inburgeringsuren
niet mogen meetellen, kan deze volgtijdelijkheid een probleem zijn. Daarom wordt de
eis van volgtijdelijkheid geschrapt.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid