Brief regering : Vraagstelling en opzet van de beleidsdoorlichting van artikel 9 ‘Uitvoering Rijksvastgoedbeleid’ van hoofdstuk VII BZK van de Rijksbegroting
30 985 Beleidsdoorlichting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Nr. 42
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 september 2020
Met deze brief informeer ik u over de vraagstelling en opzet van de beleidsdoorlichting
van artikel 9 «Uitvoering Rijksvastgoedbeleid» van hoofdstuk VII BZK van de Rijksbegroting.
Hiermee voldoe ik aan de motie van het lid Harbers c.s., (Kamerstuk 34 000, nr. 36) om de Tweede Kamer voorafgaand aan de uitvoering van beleidsdoorlichtingen in te
lichten over de opzet en vraagstelling.
De intentie is om de beleidsdoorlichting voorafgaand aan de begrotingsbehandeling
2022 af te ronden.
De kwaliteitseisen die zijn opgenomen in de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek
(RPE) vormen de basis van de onderhavige beleidsdoorlichting.
Artikel 9 is een uitvoeringsartikel met een hybride karakter, waarin posten zijn opgenomen
met verschillende oogmerken. Voor een nadere toelichting over de wijze waarop hiermee
in de doorlichting wordt omgegaan verwijs ik naar de onderzoeksopzet en vraagstelling
in de bijlage1.
Ik maak u er volledigheidshalve op attent dat in 2021 ook een doorlichting van het
baten-lastenagentschap Rijksvastgoedbedrijf zal worden uitgevoerd op grond van de
Regeling Agentschappen. Over de wijze waarop deze doorlichting zal plaatsvinden wordt
u separaat geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties