Brief regering : Voortgang Taskforce wegwerken achterstanden IND
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 2650 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 september 2020
In- en aanleiding
Zoals ik uw Kamer bij het notaoverleg Asiel en Migratie van 3 juni jl. (Kamerstuk
19 637, nr. 2634) heb toegezegd, stuur ik u deze brief met een toelichting op de stand van zaken van
de Taskforce van de IND en de behandeling door de IND van asielaanvragen sinds 1 april
jl. De Taskforce is erop gericht, in samenwerking met de ketenpartners, zich tot het
uiterste in te spannen voor het volledig wegwerken van de achterstanden bij de IND.
Hierbij staan steeds enkele uitgangspunten centraal: zorgvuldigheid in het asielproces,
waarborgen van de nationale veiligheid en het respecteren van de waarborgen van wet-
en regelgeving. Bovendien dient de uitvoering van alle werkzaamheden COVID-veilig
te zijn voor de asielaanvragers, medewerkers binnen de vreemdelingenketen, de advocatuur,
de tolken en andere betrokkenen.
Met deze brief kom ik ook tegemoet aan de motie van het lid Van Ojik1. In deze motie wordt gevraagd om uw Kamer tweemaandelijks te informeren over de voortgang
van het afdoen van de vertraagde zaken en over de gemiddelde doorlooptijden bij nieuwe
asielverzoeken. Uw Kamer zal vóór de begrotingsbehandeling JenV en voor het einde
van dit jaar nogmaals geïnformeerd worden over de genoemde zaken.
In deze brief ga ik in op de volgende onderwerpen:
1. De voortgang van de Taskforce en het tijdpad van de behandeling van aanvragen;
2. De genomen maatregelen en de kwaliteitsborging;
3. De effecten van de Taskforce op de verdere asielketen;
4. Stand van zaken doorlooptijden asielverzoeken vanaf 1 april 2020.
1. Taskforce voortgang en tijdpad
Voortgang
In mijn brief2 van 9 april jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd dat ik een Taskforce heb ingesteld met
als opdracht de opgelopen achterstanden in het asielproces bij de IND voor het einde
van het jaar 2020 aan te pakken en daarmee ook de dwangsomproblematiek zo veel mogelijk
in te dammen. De Taskforce heeft als taak de «oude» voorraad van alle spoor 4 zaken,
waarbij de aanvraag is ingediend vóór 1 april 2020, in behandeling te nemen en af
te doen.
De IND kan zich hierdoor richten op het bijhouden van de nieuwe asielaanvragen vanaf
1 april 2020. De effecten van deze aanpak worden gemonitord en indien nodig bijgestuurd.
Voordat ik inga op de voortgang van de productie, is het relevant een update te geven
van de omvang van de voorraad van de Taskforce.
Bij genoemde brief aan uw Kamer heb ik aangegeven dat de opdracht aan de Taskforce
ruim 14.000 zaken betrof. Na de start in april jl. is geconstateerd dat er nog nagekomen
werk is. Het gaat hier om zaken die op 1 april jl. in de aanmeldfase zaten en naar
later bleek ook in spoor 4 moeten worden behandeld. Deze zaken vallen tevens onder
de opdracht van de Taskforce. De definitieve opdracht aan de Taskforce bedraagt derhalve
15.350 zaken en is daarmee aanzienlijk groter dan aanvankelijk voorzien.
Op 1 september jl. zijn ca. 4.000 zaken afgehandeld. Dit betekent dat de voorraad
momenteel nog ongeveer 11.000 zaken bedraagt. De Taskforce is met veel urgentie ingericht
en kende bij aanvang opstartproblemen, niet in de laatste plaats mede veroorzaakt
door de gevolgen en beperkingen door COVID-19. De opstartproblemen lagen daarnaast
op het organisatorisch vlak, de werving en het opleiden van een groot aantal nieuwe
medewerkers alsmede de dienstverlening3. De opstartproblemen zijn en worden inmiddels aangepakt.
Tijdpad
Met de ontwikkeling en implementatie van een aantal aanvullende maatregelen, die ik
verderop in de brief nader zal toelichten, is een versnelling van afhandeling van
aanvragen voorzien vanaf september. Inzet daarbij is onverkort het aanpakken van alle
zaken van de Taskforce voor het einde van het jaar.
Belangrijkste mogelijkheid voor de versnelling is dat het personeelbestand en de planning
van de Taskforce op orde zijn, waardoor op volle sterkte inzet op alle werkzaamheden
mogelijk is. De medewerkers zijn inmiddels aangenomen en voor het overgrote deel opgeleid.
Binnen de kaders van zorgvuldigheid, nationale veiligheid en de beperkingen die COVID-19
met zich brengt, is alles erop gericht deze aanpak te realiseren.
Naar het zich laat aanzien blijken er diverse zaken te zijn die dermate complex zijn
dat deze additionele aandacht en onderzoek behoeven. Meer dan aanvankelijk voorzien.
Voorbeelden hiervan zijn complexe casuïstiek ten aanzien van bekeerlingen, LHBTI-ers
of zaken met andere complexe aspecten.
Zorgvuldige toetsing is altijd ijkpunt om te komen tot een gewogen besluit.
Er bestaat een risico dat een deel van die complexe zaken meer tijd zal vergen. Ik
zal uw Kamer bij de eerstvolgende rapportage voorafgaand aan de begrotingsbehandeling
informeren of, en zo ja in welke mate dit aan de orde is.
2. Maatregelen en kwaliteit
Om de Taskforce zijn opdracht te kunnen laten uitvoeren heb ik opdracht gegeven om,
binnen de grenzen van de juridische kaders en zonder afbreuk te doen aan de rechten
van mensen die in Nederland asiel aanvragen, zo nodig onorthodoxe maatregelen te nemen.
Deze maatregelen zijn vooral bedoeld om de besluitvorming in de zaken te versnellen.
Ik benadruk nogmaals dat bij deze maatregelen getoetst wordt aan zorgvuldigheid, nationale
veiligheid en de openbare orde.
Planning Taskforce
Voor de planning van de Taskforce is een planningsinstrument ontwikkeld dat helpt
om meer inzicht te krijgen in de beschikbaarheid van medewerkers, begeleiders en locaties.
Dit is mede noodzakelijk gelet op de samenstelling van het personeel als het gaat
om de verschillende taken en verantwoordelijkheden die de medewerkers hebben. Voorts
is een centrale planning gerealiseerd in de vestiging Den Bosch waar ervaren medewerkers
worden ingezet om tot een betere stroomlijning van het werkproces te komen.
Werving en inzet personeel
Medewerkers die de Taskforce bemensen komen uit verschillende organisaties. Vanaf
de start van de Taskforce werken IND-medewerkers mee aan de opdracht. Momenteel worden
ongeveer 180 IND-medewerkers ingezet voor de Taskforce. Daarnaast ondersteunen ongeveer 20 medewerkers
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken de Taskforce en zetten zo’n 30 medewerkers
van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) zich in. Per 1 september verrichten ongeveer
250 uitzendkrachten werkzaamheden voor de Taskforce. Het gaat daarbij om administratieve
handelingen, werkvoorbereiding, horen en het voorbereiden van concept-beslissingen.
Deze werkzaamheden worden onder begeleiding van ervaren IND-medewerkers uitgevoerd.
Outsourcing
Een deel van de werkzaamheden binnen het asielproces wordt via outsourcing aan juridische
bureaus uitbesteed. De bureaus krijgen, binnen de kaders van de geldende privacyregelgeving,
van de IND een volledig dossier. In dat kader is het goed te noemen dat zowel medewerkers
van de bureaus als de ingehuurde medewerkers een verklaring tot geheimhouding ondertekenen.
Op basis van dit dossier wordt door het bureau een concept-besluit opgesteld. Dit
concept-besluit kan een inwilliging zijn of een voornemen tot afwijzing. Ik benadruk
nogmaals dat de ingehuurde bureaus ondersteunende handelingen verrichten en geen definitief
besluit nemen. De verantwoordelijkheid voor het definitieve besluit ligt bij de IND.
Ieder concept-besluit bij een dossier dat door de bureaus wordt aangeleverd wordt
door de IND beoordeeld. Pas daarna kan het definitieve besluit worden genomen. Daarmee
wordt geborgd dat voldaan wordt aan de kwaliteitseisen van de IND. Per 1 september
zijn in ruim 700 zaken op deze wijze conceptbesluiten opgesteld door externe bureaus.
Door deze bureaus zullen naar verwachting circa 5.000 zaken worden voorbereid.
Het is van groot belang te melden dat zaken waarin signalen van openbare orde, nationale
veiligheid of 1F-aspecten zich voordoen niet behoren tot de zaken die door de Taskforce
(waaronder de bureaus) worden behandeld. Deze zaken maken geen deel (meer) uit van
de Taskforce voorraad en worden door een ervaren IND-medewerker afgedaan in de verlengde
asielprocedure.
Schriftelijk horen
Er is een alternatief geïntroduceerd voor het mondeling horen van de aanvrager (eerste
gehoor en nader gehoor). De asielzoeker formuleert zijn schriftelijke asielrelaas
aan de hand van een speciaal daarvoor opgestelde vragenlijst. Dit wordt «schriftelijk
horen» genoemd. Mede op basis van dit schriftelijke asielrelaas kan een inwilligend
besluit worden genomen. In zaken waar een voornemen tot afwijzing ontstaat óf een
nader onderzoek noodzakelijk wordt geacht geldt dat er alsnog een mondeling gehoor
plaatsvindt. Het voordeel van schriftelijk horen is dat veel vreemdelingen kunnen
worden opgeroepen en gelijktijdig, in een door de Taskforce gefaciliteerde ruimte,
hun asielrelaas kunnen opschrijven. Hierdoor ontvangt de Taskforce op hetzelfde moment
meerdere schriftelijke aanvragen die in behandeling kunnen worden genomen. Door deze
werkwijze is een intensivering in de behandeling van zaken mogelijk. Over het schriftelijk
horen heeft overleg plaatsgevonden met de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA).
Het is belangrijk op te merken dat deze manier van horen in overleg met de aanvrager
en/of zijn gemachtigde plaatsvindt. Voor alle asielaanvragers geldt dat er aan het
einde van de aanmeldfase een screening plaatsvindt onder meer op basis van de informatie
uit het Identificatie- en Registratieproces bij AVIM, het aanmeldgehoor en een open
bronnen check. In deze screening is bijzondere aandacht voor signalen inzake de nationale
veiligheid, openbare orde en 1F. Indien er sprake is van dergelijke signalen wordt
er vanzelfsprekend niet schriftelijk gehoord, maar vindt er een mondeling gehoor plaats.
Ook bij het schriftelijk horen is er voortdurend aandacht voor signalen van deze aard.
Op de locatie Budel zijn ruim 300 zaken op deze manier gehoord en beslist. De eerste
ervaringen zijn positief. De Taskforce heeft om die reden besloten om zoveel mogelijk
zaken op deze manier af te doen, waarbij ook hier geen concessies worden gedaan aan
de zorgvuldigheid en de voorwaarden van nationale veiligheid. Er zal steekproefsgewijs
worden bekeken of aan deze voorwaarden wordt voldaan. Bovendien zal de werkwijze van
de Taskforce worden geëvalueerd.
Kwaliteitsborging en dienstverlening
Nieuwe maatregelen die afwijken van de huidige werkwijze kunnen spanning opleveren
met de kwaliteitsvereisten en de dienstverlening. Ik kan niet genoeg benadrukken dat
de uitvoering van de opdracht door de Taskforce op geen enkele wijze afbreuk mag doen
aan de kwaliteit van de besluiten. Verschillende maatregelen zijn ingevoerd om de
kwaliteit en de dienstverlening te borgen.
Allereerst verwijs ik u naar de informatie hiervoor waarin wordt beschreven dat alle
definitieve besluiten worden genomen door bevoegde IND medewerkers.
Ten aanzien van de nieuw aangestelde medewerkers die werkzaamheden uitvoeren als horen
en opstellen van (concept)-beslissingen, geldt dat zij worden begeleid door ervaren
medewerkers van de IND. Een intern systeem van leren en bijsturen zorgt ervoor dat
medewerkers die het gehoor afnemen direct feedback krijgen op de verslagen van de
gehoren die zij aanleveren. Ook wordt een kwaliteitsmeting gedaan specifiek op de
Taskforce zaken, steekproefsgewijs wordt bezien of de kwaliteit van de besluiten voldoet.
Knopen-doorhak-team
In de gevallen waarin zich belangrijke beleids- of rechtsvragen voordoen, kan de zaak
worden voorgelegd aan het knopen-doorhak-team. Dit is een gespecialiseerd team dat
bestaat uit medewerkers van juridische zaken en van de beleidsdirectie van de IND.
Ten slotte meld ik uw Kamer dat, mede op basis van de signalen die de Taskforce heeft
ontvangen, maatregelen zijn genomen om de communicatie richting de asielaanvrager
en externe partners te verbeteren. Belangrijke verbeteringen zijn het openstellen
van een algemeen informatienummer voor advocaten en de instelling van een algemeen
e-mailadres zodat de Taskforce beter bereikbaar is.
3. Keteneffecten
Het werk van de Taskforce heeft gevolgen voor de gehele vreemdelingenketen. Dit is
ook in het normale asielproces het geval. Echter, vanwege het grote aantal oude asielzaken
dat in een relatief korte periode wordt afgehandeld en de omstandigheid waarin dit
gebeurt – parallel aan het IND-proces dat nieuwe asielzaken in behandeling neemt –
kunnen de werkzaamheden van de Taskforce voor de verschillende ketenpartners een grote
impact hebben. Dit geldt voor de partners in de vreemdelingenketen maar ook voor de
AIVD, de nationale politie (NP) en het OM.
Opvang door het COA
De IND neemt – parallel aan de Taskforce – nieuwe asielaanvragen vanaf 1 april 2020
in behandeling en zal deze binnen de wettelijke termijn beslissen. De consequentie
daarvan is dat de mogelijkheid bestaat dat recent ingediende aanvragen eerder in behandeling
worden genomen en worden afgedaan dan aanvragen die al lange tijd liggen en nu onderdeel
zijn van de opdracht van de Taskforce. Dit leidt tot onrust bij asielzoekers op een
aantal COA-locaties en heeft daarmee impact op het werk van de COA medewerkers. Zij
doen er alles aan om deze onrust te beheersen, dat vraagt echter ook veel van hen
wat betreft begeleiding. Ik kan me het onbegrip en ongenoegen van de lang-wachtende
asielaanvragers voorstellen. Echter, het oplossen van de problematiek bij de IND en
het wegwerken van de liggende voorraden door de Taskforce is een grote prioriteit
die uiteindelijk in het belang is van alle asielzoekers. De aanvragen worden behandeld
en beslist binnen de wettelijke termijn waardoor het lange wachten op een beslissing
tot het verleden behoort. De IND en het COA werken gezamenlijk aan de communicatie
en voorlichting voor de asielzoekers over het moment waarop de gedane aanvraag wordt
behandeld. Dit gebeurt in samenwerking met Vluchtelingenwerk Nederland.
Dienst Terugkeer en Vertrek
Er kan vanzelfsprekend niet vooruitgelopen worden op de uitkomst van asielprocedures,
het verloop van vervolgprocedures en daarmee op de juridische verwijderbaarheid van
vreemdelingen en het moment waarop terugkeer aan de orde is. Gelet op de planning
van de Taskforce kan er evenwel vanuit worden gegaan dat in een kort tijdsbestek een
groot aantal zaken bij de DT&V instroomt. Om die te verwachten piek zo goed mogelijk
te kunnen opvangen, stemt de Taskforce met de DT&V af over de zaken die worden afgedaan.
Op die manier kan de DT&V inschatten hoeveel afwijzende beschikkingen er kunnen volgen.
Inzet van de DT&V blijft, daar waar mogelijk, terugkeer zo snel mogelijk te realiseren.
Tegelijkertijd blijven de nationale en internationale maatregelen ten gevolge van
de COVID-19-crisis de komende maanden van grote invloed op het vertrekproces van vertrekplichtige
vreemdelingen.
Nareis
De afhandeling van een voorraad met een dergelijke omvang heeft tot gevolg dat de
IND en het Ministerie van Buitenlandse Zaken op korte termijn te maken krijgen met
een verhoging van het aantal MVV-aanvragen in het kader van nareis van gezinsleden.
De IND is continu in gesprek met het Ministerie van Buitenlandse Zaken om hier zo
goed mogelijk op te kunnen anticiperen. Ook in dat kader is het verloop van de internationale
gevolgen van de COVID-19-crisis van groot belang voor het handelingsperspectief.
Uitstroom naar gemeenten
Door de intensivering van de behandeling van asielzaken kan ervan uit worden gegaan
dat in een kort tijdsbestek een groot aantal vergunninghouders ontstaat dat vanuit
het COA door moet stromen naar de gemeenten. Twee keer per jaar (1 april en 1 oktober)
wordt (op basis van de productieprognose van de IND) voor gemeenten de taakstelling
met betrekking tot het aantal te huisvesten vergunninghouders voor het komende half
jaar gepubliceerd. De taakstelling voor 2021 zal substantieel hoger zijn. Een dergelijke
verhoging vraagt een extra inspanning van gemeenten en woningcoöperaties. In het verleden
hebben gemeenten, onder verschillende omstandigheden, laten zien ook hogere aantallen
vergunninghouders snel te kunnen huisvesten. Met de ketenpartners (VNG, IPO, BZK,
COA, gemeenten, SZW) wordt gekeken hoe deze piek zo goed mogelijk kan worden opgevangen.
Een snelle doorstroom van vergunninghouders naar de gemeenten is van belang voor de
capaciteitsbehoefte bij het COA en daarnaast ook van belang in het kader van integratie.
Raad voor de Rechtspraak
De planning van de Taskforce, waarbij een groot aantal zaken in een kort tijdsbestek
zal worden beslist, zal ook grote gevolgen hebben voor de instroom van beroepen bij
de rechtbanken. Zeker nu de IND – parallel aan de Taskforce – vanaf 1 april 2020 nieuwe
aanvragen in behandeling neemt en deze binnen de wettelijke termijn beslist. Naar
verwachting zal hierdoor gedurende een korte periode een substantieel hogere instroom
van beroepen bij de rechtbanken plaatsvinden. Gezien het feit dat de rechtspraak minder
mogelijkheden tot flexibiliteit heeft met betrekking tot de uitbreiding van personele
capaciteit (de werving, selectie en opleiding van rechters duurt gemiddeld 2,5 a 3
jaar), zal deze hogere instroom leiden tot een stijging van de doorlooptijden van
vreemdelingenberoepen. Er vindt regelmatig een productieoverleg plaats tussen de IND
en de Raad voor de Rechtspraak, zodat de gerechten zich zoveel als mogelijk kunnen
voorbereiden op de hogere instroom.
4. Stand van zaken doorlooptijden asielverzoeken vanaf 1 april 2020
De IND richt zich op het bijhouden van de nieuwe aanvragen vanaf 1 april 2020. Er
zijn 4.075 eerste en herhaalde asielaanvragen ingediend in de periode van 1 april
tot 1 september. De instroom in de maanden april en mei was laag. Recent is de asielinstroom
weer toegenomen. Op ongeveer 20% van het totaal van deze aanvragen is inmiddels ook
beslist. Voorts is het relevant te melden dat voor de zaken die voor 20 mei jl. zijn
ingestroomd de wettelijke beslistermijnen met een termijn van 6 maanden is verlengd
tot een totaal van 12 maanden op basis van een door de Europese Commissie op 16 april
2020 gepubliceerde richtsnoer4. Dit vanwege de gevolgen van het COVID-19 virus voor de beslispraktijk.
Tot slot
Bij het schrijven van mijn brief van 9 april jl. waren de impact en gevolgen van het
COVID-19 virus nog onduidelijk. Inmiddels blijken de impact, omvang en duur van deze
COVID-crisis omvangrijker, langduriger en hardnekkiger dan eerder werd aangenomen.
De gevolgen daarvan zijn ook zichtbaar bij de Taskforce. Desalniettemin zijn alle
inspanningen erop gericht om de IND zo snel mogelijk binnen de wettelijke termijn
te laten beslissen en de opgelopen voorraden weg te werken, opdat eenieder die een
asielaanvraag heeft ingediend niet langer dan nodig in het ongewisse wordt gelaten.
Dit dient te allen tijde COVID-veilig te zijn voor de asielaanvragers, medewerkers
en partners van de vreemdelingenketen, de advocatuur, de tolken en de samenleving
en vraagt soms een andere werkwijze dan gebruikelijk was vóór de COVID-19-crisis.
Voor de begrotingsbehandeling in november zal ik uw Kamer informeren over de stand
van zaken van dat moment.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid