Brief regering : Oordeel over de motie van het lid Klaver c.s. over in gesprek treden met Philips over beademingsapparaten (Kamerstuk 25295-529)
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 536 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 september 2020
Tijdens het plenair debat over de aanpak van de coronacrisis d.d. 2 september 2020
(Handelingen II 2019/20, nr. 96, debat over de aanpak van de coronacrisis), dienden
de leden Klaver c.s. (Kamerstuk 25 295, nr. 529) een motie in waarin het kabinet wordt opgeroepen in gesprek te treden met Philips
over beademingsapparaten.
Ik laat de motie aan het oordeel van de Kamer. Ik benadruk dat ik reeds goed contact
heb met Philips en graag bereid ben hierover nader van gedachten te wisselen. Tegelijkertijd
kan ik geen garanties afgeven over de inzetbaarheid van de beademingsapparaten in
ontwikkelingslanden. Dat is aan die landen en hun gezondheidsdiensten zelf. De apparaten
moeten verder geschikt zijn in de lokale context, waarbij de juiste randvoorwaarden
aanwezig moeten zijn met betrekking tot de beschikbaarheid van opgeleid personeel
en disposables. Ik kan op dit moment niet overzien of dat het geval is. Ik zal dit
met Philips nagaan en hen wijzen op de relevante partners en bestaande instrumenten.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking