Brief regering : Verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 9 en 10 juli 2020
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1714 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 augustus 2020
Hierbij zend ik u het verslag van de videoconferenties van de Eurogroep en Ecofinraad
van 9 en 10 juli jl.
Daarnaast treft u bijgevoegd het kwartaaloverzicht van lopende EU-wetgevingsonderhandelingen
op het terrein van het Ministerie van Financiën1, conform de afspraken omtrent EU-informatievoorziening.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Verslag Eurogroep en Ecofinraad 9 en 10 juli 2020
Eurogroep 9 juli
Zomerraming van de Europese Commissie
Tijdens de Eurogroep heeft de Europese Commissie haar zomerraming gepresenteerd.2 Deze raming bevat cijfers over de verwachte economische groei en inflatie voor alle
EU-lidstaten. Door de economische gevolgen van het COVID-19-virus is de raming met
veel onzekerheid omgeven. De cijfers voor wat betreft de groeiverwachtingen in de
EU zijn ten opzichte van de lenteraming licht pessimistischer over 2020 (krimp van
8,3% t.o.v. 7,4% in de lenteraming) en 2021 (groei van 5,8% t.o.v. 6,1% in de lenteraming).
De inflatieverwachtingen voor 2020 en 2021 voor de eurozone wijken in de zomerraming
nauwelijks af van die in de lenteraming.
EFB fiscal stance report
De voorzitter van de European Fiscal Board (EFB) heeft tijdens de Eurogroep het rapport inzake de begrotingspositie (fiscal stance) van de eurozone gepresenteerd. De fiscal stance heeft betrekking op de algemene oriëntatie van het begrotingsbeleid in relatie tot
de economische groei(vooruitzichten). De EFB beoogt hiermee bij te dragen aan de coördinatie
van het begrotingsbeleid in de eurozone.
In het rapport geeft de EFB aan dat de activatie van de algemene ontsnappingsclausule
van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) gerechtvaardigd is. Hierbij merkt de EFB
op dat het voor de geloofwaardigheid en de effectiviteit van de clausule beter was
geweest als de Europese Commissie bij het instellen ervan meer informatie had verschaft
over de duur van de activatie van de clausule. De EFB pleit ervoor om uiterlijk in
het voorjaar van 2021 deze duidelijkheid te verschaffen. Verder raadt de EFB aan om
in 2021 de economie via de begroting verder te stimuleren, gelet op het incomplete
economische herstel dat wordt verwacht t.o.v. het bbp-niveau pre-COVID-19. De EFB
ging ook in op de wenselijkheid van een zogeheten golden rule in de Europese begrotingsregels ten behoeve van publieke investeringen en van een
Europese begrotingscapaciteit voor het stabiliseren van economieën.
Verschillende lidstaten onderstreepten het belang van publieke investeringen. Nederland
heeft ook steun uitgesproken voor de roep van de EFB om publieke investeringen binnen
de begrotingen voldoende op peil te houden, maar heeft vraagtekens gezet bij de wenselijkheid
van een golden rule. Ook heeft Nederland aangegeven dat in onze ogen een Europese stabilisatiecapaciteit
niet noodzakelijk is. Daarnaast heeft Nederland aangegeven de vaststelling van de
EFB te onderschrijven dat de Europese Commissie bij de activatie van de algemene ontsnappingsclausule
duidelijkheid had moeten bieden over de duur of tenminste het moment van evaluatie.
Voorzitterschap van de Eurogroep
Mário Centeno is op 13 januari 2018 begonnen als voorzitter van de Eurogroep voor
een periode van 2,5 jaar. Tijdens de Eurogroep van 11 juni jl. heeft de heer Centeno
medegedeeld dat hij geen tweede termijn ambieert en dat de verkiezing voor een nieuwe
Eurogroepvoorzitter op 9 juli 2020 zal plaatsvinden.3
Ministers die zich kandidaat wilden stellen voor het voorzitterschap van de Eurogroep
konden hun kandidatuur uiterlijk 25 juni 2020 bekendmaken. Drie Ministers hadden zich
kandidaat gesteld: Nadia Calviño (Spanje), Paschal Donohoe (Ierland) en Pierre Gramegna
(Luxemburg). De Eurogroep heeft Paschal Donohoe verkozen tot nieuwe voorzitter van
de Eurogroep voor de komende 2,5 jaar.
Overig – toetreding ERM-II
Voorafgaand aan de Eurogroep, op 9 juli jl., hebben de Ministers van Financiën van
de eurozone en Denemarken, de president van de Europese Centrale Bank (ECB) en de
gouverneur van de centrale bank van Denemarken gesproken over de toetreding van Bulgarije
en Kroatië tot het wisselkoersmechanisme ERM-II. Daarbij is besloten dat beide landen
konden toetreden, hetgeen op 10 juli ook is gebeurd. Nederland heeft de toetreding
gesteund en voor Bulgarije gewezen op het belang van hervormingen gericht op versterking
van de rechtsstaat en de strijd tegen georganiseerde misdaad en corruptie. De toetreding
van Bulgarije en Kroatië tot ERM-II is per 10 juli 2020 effectief. Een uitgebreide
toelichting is opgenomen in het verslag «bijeenkomsten ten behoeve van ERM-II-toetreding
Bulgarije en Kroatië», dat op 10 juli naar het parlement is gestuurd.4
Ecofinraad
Werkprogramma Ecofinraad 2020-II
De tweede helft van 2020 is Duitsland de voorzitter van de Raad van de Europese Unie.
In de Ecofinraad heeft Duitsland het werkprogramma gepresenteerd, met als motto «met
elkaar aan het herstel van Europa werken».5 Het Duitse voorzitterschap heeft een aantal hoofdthema’s geformuleerd, waaronder
het overwinnen van de COVID-19-pandemie, het bouwen aan een krachtiger, innovatiever,
rechtvaardig en duurzaam Europa, een Europa van veiligheid en gemeenschappelijke waarden
en een krachtig Europa in de wereld.
Daarnaast is het voorzitterschap ingegaan op de prioriteiten voor het komende halfjaar
op financieel en economisch gebied. Het gaat hierbij om (1) economisch herstel, (2) eerlijke
en effectieve belastingen, (3) sterker geïntegreerde en toekomstbestendige financiële
markten, (4) verdere ontwikkeling van de Europese douane-unie, en (5) het EU-budget
voor 2021.
Update van COVID-19 maatregelen
Sinds maart 2020 heeft de Ecofinraad meermaals gesproken over de economische implicaties
van de COVID-19-uitbraak en beleidsmaatregelen om de economische groei en werkgelegenheid
te ondersteunen. Ook deze Ecofinraad is hierover gesproken en is voornamelijk aandacht
besteed aan de voortgang van het pakket aan maatregelen dat overeen is gekomen tijdens
de Eurogroep van 7 en 9 april jl., welke zijn verwelkomd door de leden van de Europese
Raad.6
Met betrekking tot het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) haalde de Europese Commissie
aan dat op 15 mei jl. de Raad van gouverneurs van het ESM heeft besloten om de Pandemic Crisis Support kredietlijn tijdelijk beschikbaar te stellen voor alle lidstaten van de eurozone.
Tot op heden is nog geen gebruik gemaakt van de Pandemic Crisis Support kredietlijn. Ten aanzien van het SURE-voorstel heeft de Europese Commissie aangegeven
dat lidstaten hebben ingestemd met een tijdelijk instrument waarmee financiële bijstand
kan worden verleend in de vorm van leningen aan lidstaten tot maximaal 100 miljard
euro, in lijn met de afspraken van de Eurogroep van 7 en 9 april jl.7 Zodra de garantieovereenkomsten door alle lidstaten zijn ondertekend, zal het instrument
in werking treden. Daarnaast is een update gegeven over het garantiefonds voor ondernemingen
(het pan Europees garantiefonds, EGF) vanuit de Europese Investeringsbank (EIB). Het
EGF is operationeel zodra een groep lidstaten die samen goed is voor 60% van het stemgewicht
bij de EIB meedoet. Dit percentage werd op 10 juli jl. bereikt waarmee het EGF nu
operationeel is.
Een aantal lidstaten onderstreepte het belang van de complementariteit van Europese
beleidsmaatregelen en de financieel-economische maatregelen die lidstaten hebben genomen
om economische groei en werkgelegenheid te ondersteunen. Verschillende lidstaten gaven
aan snel een akkoord te ambiëren over het door de Europese Commissie voorgestelde
Europees herstelfonds evenals een snelle inwerkingtreding van de verschillende EU-instrumenten.
In aanloop naar de Ecofinraad heeft de Europese Investeringsbank (EIB) aangeven dat
zij voor 30 oktober 2020 175 miljard euro aanvullend eigen vermogen nodig heeft, waarvan
17,5 miljard euro aan ingelegd kapitaal, om de Commissieplannen uit te kunnen voeren
en vast te houden aan eerder afgesproken doelen op het gebied van klimaat, milieu,
innovatie en digitalisering. Nederland heeft tijdens de Ecofinraad aangegeven dat
een mogelijke kapitaalverhoging wat Nederland betreft onderdeel is van de integrale
besluitvorming over het MKF en het herstelfonds. Daarnaast zou een mogelijke kapitaalverhoging
gepaard moeten gaan met een versterking van de governance van de EIB. Ook heeft Nederland m.b.t. de Commissievoorstellen waar de EIB uitvoerder
van is, vragen gesteld over het absorptievermogen van de markt, toezichtmechanismen
en de aansluiting bij de klimaatambities van de EIB.
Convergentierapporten
De Europese Commissie en de Europese Centrale Bank (ECB) hebben tijdens de Ecofinraad
een presentatie gegeven over de recente convergentierapporten. In de convergentierapporten
is aangegeven in hoeverre de lidstaten zonder euro (behoudens Denemarken) voldoen
aan de convergentiecriteria voor toetreding tot de eurozone. Het gaat om de lidstaten
Bulgarije, Tsjechië, Kroatië, Hongarije, Polen, Roemenië en Zweden.8
Een specifiek convergentiecriterium voor adoptie van de euro beslaat de vereiste dat
nationale wetgeving ten aanzien van de nationale centrale bank volledig compatibel
is met de eisen zoals vastgelegd in het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie (VWEU) alsook de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB)
en de ECB. Hierbij moet worden gedacht aan onder meer het verbod op monetaire financiering
alsook de noodzakelijke onafhankelijkheid van de nationale centrale bank. Daarnaast
moeten lidstaten voldoen aan vier macro-economische convergentiecriteria zijnde (i) prijsstabiliteit,
(ii) houdbare overheidsfinanciën, (iii) duurzame convergentie die zich reflecteert
in de langetermijnrente en iv) wisselkoersstabiliteit.
Geen van de betreffende lidstaten voldoet aan de vijf bovengenoemde criteria. Op het
moment van publicatie van het rapport (10 juni jl.) participeerde geen van de genoemde
lidstaten in het wisselkoersmechanisme ERM-II, wat gebruikt wordt om te kijken of
de munt van landen ten opzichte van de euro voldoende stabiel is (criterium wisselkoersstabiliteit).
Weliswaar zijn op dezelfde dag als deze discussie in de Ecofinraad Bulgarije en Kroatië
toegetreden tot ERM-II, maar landen moeten minimaal twee jaar in het wisselkoersmechanisme
doorbrengen zonder dat de munt overmatig onder druk komt voordat over een succesvolle
deelname kan worden gesproken. Pas dan is aan het criterium voldaan. Daarnaast had
alleen Kroatië reeds wetgeving ten aanzien van de nationale centrale bank die volledig
in lijn is met de verplichtingen onder het VWEU en de statuten van het ESCB en de
ECB. Met betrekking tot prijsstabiliteit, voldoen alleen Kroatië en Zweden op dit
moment aan het criterium. Om aan dit criterium te voldoen mag de inflatie in het afgelopen
jaar gemiddeld niet hoger zijn dan 1,5% boven de gemiddelde inflatie van de drie landen
in het eurogebied met de laagste inflatie. Roemenië voldoet als enige niet aan het
criterium van houdbare overheidsfinanciën. Hiervoor is vereist dat geen buitensporig
tekort is vastgesteld door de Raad op grond van artikel 126(6) VWEU. Tot slot voldoet
Roemenië ook niet aan de eisen voor een duurzame convergentie in de vorm van lange
rentes van overheids- of vergelijkbare obligaties. Deze mogen maximaal 2% hoger liggen
dan de rentes van de drie best presterende landen qua prijsstabiliteit.
Internationale vergaderingen
Het voorzitterschap heeft de Ecofinraad geïnformeerd over de aanstaande internationale
vergadering van de G20 Finance Ministers and Central Bank Governors (FMCBG) van 18 juli 2020. Belangrijke onderwerpen zijn (i) de mondiale economie,
(ii) internationale belastingen, (iii) schuldhoudbaarheid en (iv) schuldentransparantie
in lage-inkomenslanden.
De Europese inzet voor deze vergadering wordt uitgedrukt in de EU Terms of Reference
(ToR), waar Nederland zich ook goed in kan vinden. De EU benadrukt in de ToR o.a.
dat de G20 moet doorgaan met haar inspanningen om het G20 actieplan ten aanzien van
COVID-19 te implementeren en te actualiseren, en een snel antwoord te geven op de
uitdagingen. Daarnaast verwelkomt de EU de voortgang op het Debt Service Suspension Initiative. De EU hecht grote waarde aan het vinden van internationale oplossingen voor belastingheffing
in de digitale economie, steunt het werk van de OESO m.b.t de 2-pijler benadering
uit het Inclusive Framework en ziet uit naar het OESO-rapport van 2020. De ToR benadrukt ook het belang van het
werk van het Financial Stability Board in het uitvoeren van het G20 actieplan, de financiële reguleringsagenda, digitalisering
en anti-witwassen en terrorismefinanciering.
Kapitaalmarktunie: Eindrapport van het High Level Forum
De voorzitter van het – door de Europese Commissie ingestelde – High Level Forum heeft
het eindrapport met aanbevelingen ten aanzien van de verdere verdieping van de Europese
kapitaalmarktunie in de Ecofinraad gepresenteerd.9
Het High Level Forum doet in zijn rapport zeventien concrete aanbevelingen die langs
vier thema’s zijn onderverdeeld. Deze thema’s zijn (i) het verbeteren van bedrijfsfinanciering,
(ii) het versterken van marktinfrastructuur, (iii) het verbeteren van toegang van
retailbeleggers tot de kapitaalmarkten en (iv) het stimuleren van grensoverschrijdende
financiering. De Nederlandse prioriteiten – het stimuleren van grensoverschrijdende
financiering, betere toegang tot kapitaalmarkten voor bedrijven (met name MKB) en
het stimuleren van lange-termijn sparen en investeren; met daarbij voldoende aandacht
voor duurzaamheid, de kansen en risico’s van Fintech en adequate consumentenbescherming –
worden in veel van de aanbevelingen geadresseerd. De Minister heeft zijn reactie op
een call for feedback van de Europese Commissie over het rapport aan de Tweede Kamer gestuurd.10
Nederland hecht groot belang aan verdere verdieping van de kapitaalmarktunie en vindt
het belangrijk dat het momentum behouden blijft dat vorig jaar is gecreëerd door onder
meer het initiatief van Nederland, Frankrijk en Duitsland voor de werkgroep NextCMU.
Het eindrapport van het High Level Forum dient als input voor het nieuwe Actieplan
van de Europese Commissie dat naar verwachting in het vierde kwartaal van 2020 wordt
gepresenteerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën