Brief regering : Evaluatie Nationale Studenten Enquête (NSE)
31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Nr. 875
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 augustus 2020
In de brief aan de Kamer van 4 juli 20191 heb ik een evaluatie aangekondigd over het samenwerkingsproces en de wijze van besluitvorming
rondom de laatst georganiseerde NSE (2018). Inmiddels is de evaluatie afgerond en
bied ik deze middels deze brief aan uw Kamer aan2. In deze brief ga ik graag in op de inhoudelijke punten die in het evaluatierapport
terugkomen, mijn reactie daarop en de gesprekken die met betrokken partijen hebben
plaatsgevonden over de toekomstige inrichting van de NSE.
Samenvatting rapport
Het evaluatierapport schetst een overzicht van alle gebeurtenissen en plaatst deze
in een context met alle betrokken partijen en de door hen ervaren obstakels. De rode
draad door het verhaal is dat met de inwerkingtreding van de Algemene Verordening
Gegevensbescherming (AVG) het reguliere proces van gegevensuitwisseling stokte. Daarbij
zijn ook andere problemen in en rond het proces van de NSE aan het licht gekomen.
Ik herken dan ook de beschreven aanleiding voor de problematiek. Inhoudelijk heeft
Berenschot haar conclusies langs drie lijnen opgebouwd:
1. Strategie en doelen: Het doel en het belang van de NSE zijn uit elkaar gaan lopen vanuit de perspectieven
van de verschillende partijen. Dit uitte zich voornamelijk in de discussies over het
instrument van de NSE (verschillen in zienswijze over het doel van de NSE) en ook
de mate waarin de data uit de NSE door instellingen kan worden gebruikt om hun eigen
kwaliteitszorg te verbeteren. Dit heeft spanningen opgeleverd. Enerzijds door de beperkingen
die de AVG oplegt en anderzijds doordat de primaire taak van de NSE altijd studiekeuzevoorlichting
is geweest.
2. Bestuur en organisatie: Studiekeuze123 is een kleine professionele uitvoeringsorganisatie in omvang en scope,
die veel bevoegdheden en daarmee positie heeft gekregen. De organisatie is niet goed
toegerust voor de toegenomen complexiteit die de context met zich meebrengt (het creëren
van draagvlak in het complete hoger onderwijsveld). De gezamenlijk opgestelde wijziging
van de governance van Studiekeuze123 in 2017 heeft mede gezorgd voor verwarring. Het
beeld bestaat dat een kleine uitvoeringsorganisatie een governance-model heeft gekregen
dat niet past bij de taken waarvoor zij staat en de verwachtingen die verschillende
partijen daarover hebben.
3. Leiderschap en gedrag: De positie die Studiekeuze123 uitoefent in het veld, wordt onvoldoende geaccepteerd
door dit veld om effectief te kunnen opereren vanuit hun bevoegdheden. Het heeft bij
een aantal belangrijke beslissingen ontbroken aan draagvlak onder instellingen en
op het goede niveau verkrijgen van draagvlak. Daarmee is onvoldoende overeenstemming
gekomen tussen de verschillende betrokken partijen.
Aanbevelingen
Berenschot komt aan de hand van bovenstaande punten tot een aantal aanbevelingen.
De NSE is begonnen als instrument voor onafhankelijke studievoorlichting en dat is
nog steeds de belangrijkste doelstelling voor alle partijen. Het herijken van het
doel van de NSE zou de eerste stap moeten zijn. Uiteraard liggen de doelen vast in
omschrijvingen, maar uit de evaluatie blijkt dat de interpretatie van de betekenis
van die doelen sectorbreed uiteen is gaan lopen. Uit het veld is zelf het initiatief
ontstaan om een brede stuurgroep in te richten om samen te komen tot een nieuwe vragenlijst
voor de NSE. Dit initiatief is op dit moment in uitvoering en kan de start betekenen
van een bredere beweging naar hervinden van draagvlak voor de NSE. Berenschot adviseert
dit initiatief «op te tillen» naar een discussie over de doelstellingen en de passendheid
van het instrument op zich.
Berenschot adviseert verder de opdracht van Studiekeuze123 expliciet uit te breiden
met het genereren en organiseren van draagvlak. Het verdient daarnaast ook aanbeveling
het besluitvormingsproces over de NSE (inhoud en proces) gestructureerd vorm te geven
en helderheid te verschaffen over taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden.
Uit de analyse blijkt dat het op cruciale momenten aan toegewijd en effectief leiderschap
heeft ontbroken. Bij Studiekeuze123 is door Berenschot opgemerkt dat het leiderschap
onvoldoende in staat is geweest om draagvlak te creëren. Nu de relatief kleine organisatie
Studiekeuze123 met een eenhoofdig bestuur is aangewezen als uitvoerende partij is
dat draagvlak des te meer van belang. Studiekeuze123 zal zichzelf moeten bewijzen
als de partij die in dit complexe landschap in staat is op alle niveaus partijen aan
zich te binden. Daarvoor is ook inzet nodig vanuit de instellingen om de NSE in samenwerking
met Studiekeuze123 succesvol uit te voeren. Berenschot merkt tot slot op dat van alle
betrokkenen binnen de sector voorts mag worden verwacht dat zij het doel van de NSE
in brede zin onderschrijven en in staat zijn hun eigen belangen te wegen binnen het
grotere belang van het succesvol organiseren van de NSE.
Reactie
Het rapport is besproken met de VH, VSNU, ISO, LSVb en Studiekeuze123. Partijen herkennen
de belangrijkste punten en conclusies uit het rapport. Zo ook ten aanzien van het
doel van de NSE, die studenten heeft te voorzien van objectief, betrouwbaar en een
vergelijkend aanbod van studiekeuze-informatie. Met het wetsvoorstel NSE3 is bepaald dat de Minister een rechtspersoon zal aanwijzen met de taak om studiekeuze-informatie
te verspreiden en verzamelen en onderzoek te doen naar studenttevredenheid en -betrokkenheid.
Voor deze taak neemt de rechtspersoon enquêtes af onder studenten. Dat opgehaalde
data ook relevant kan zijn voor de kwaliteitszorg van een aantal instellingen doet
daar verder niet aan af.
Ik steun daarom ook het initiatief van de brede stuurgroep die bezig is een nieuwe
vragenlijst te formuleren. Studiekeuze123 en MWM2 (het bureau dat de NSE voor Studiekeuze123
afneemt) zijn al in een vroeg stadium betrokken bij dit project.
Alle partijen zijn het eens met het rapport waar het gaat om het maken van duidelijke
afspraken over taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
Ten aanzien van het verkrijgen van draagvlak is een belangrijke rol weggelegd voor
Studiekeuze123, maar ook de betrokken koepels. De koepels vertegenwoordigen een groot
aantal instellingen die ook onderling van mening verschillen over de NSE. Het is belangrijk
om te komen tot een consensus waar zowel instellingen als Studiekeuze123 als de studenten
mee uit de voeten kunnen.
Vervolgstappen
Aan de hand van de evaluatie hebben gesprekken plaatsgevonden met de VH, VSNU, NRTO,
ISO, LSVb en Studiekeuze123 voor mogelijke oplossingsrichtingen. Hieruit kwamen een
aantal oplossingsrichtingen die op draagvlak van alle partijen kunnen rekenen:
• Het inrichten van een Raad van Advies NSE waarin onder andere gemandateerde bestuurders
namens de koepels en de studentenorganisaties zitting nemen. Op grond van hun specifieke
kennis en affiniteit met het thema zullen de leden van de Raad van Advies als klankbord
fungeren voor het bestuur van Studiekeuze123 waar het de uitvoering van de NSE betreft.
Deze Raad van Advies heeft tevens de functie om het proces rondom het verkrijgen van
draagvlak te organiseren.
• Het bindende voordrachtrecht van de koepelorganisaties (ISO, LSVb, VH, VSNU, NRTO)
voor de Raad van Toezicht komt te vervallen. Na het aflopen van de huidige zittingstermijn
komt er plaats voor onafhankelijke leden die middels een openbare sollicitatieprocedure
worden aangesteld. Op deze manier wordt de Raad van Toezicht ingericht tot een onafhankelijk
orgaan en vervalt daarmee de onduidelijkheid over de rol van haar leden.
• Het benoemen van een aparte proces- en accounthouder NSE binnen Studiekeuze123. Deze
wordt belast met de innovatie van de NSE en het leveren van een bijdrage aan het herstel
van het vertrouwen tussen de betrokken partijen.
Met deze maatregelen en de inwerkingtreding van de wet heb ik, samen met alle andere
betrokken partijen, vertrouwen in een goede doorstart van de NSE binnen deze nieuwe
kaders en in lijn met de AVG. Ik zie er op toe dat deze oplossingen de komende maanden
worden geconcretiseerd en uitgevoerd samen met alle betrokkenen.
NSE 2020
Als aangegeven in de kamerbrief van 19 maart jl. (Kamerstuk 31 288, nr. 836) en het Servicedocument HO ten behoeve van de aanpak van het Coronavirus COVID-19,
zal de NSE 2020 geen doorgang vinden. Alle inspanningen van instellingen zijn op dit
moment gericht op dat het reguliere onderwijs zo goed als mogelijk doorgang kan vinden,
daar ligt de prioriteit.
Een extra reden hierbij is dat de NSE van dit jaar gehouden zou worden in de periode
van april t/m juni, waarbij er een groot risico zou zijn dat in de context van de
uitzonderlijke maatregelen die nu genomen worden, de uitkomsten van de NSE niet valide
zouden zijn.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap