Brief regering : Voortgangsrapportage Innovatie op het boerenerf
35 300 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2020
35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS
Nr. 76 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 augustus 2020
In mijn brief van 19 juli 2019 (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 98) gaf ik aan met welke maatregelen ik de innovatie op het boerenerf wil versterken.
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de voortgang van deze maatregelen1. Daarnaast ga ik in op de motie van de leden Harbers en Geurts (Kamerstuk 32 670, nr. 174). Tot slot maak ik gebruik van de gelegenheid om uw Kamer te informeren over de contouren
van het omschakelfonds, conform mijn toezegging op 24 april jl. (Kamerstuk 35 334, nr. 85).
Innovatie op het boerenerf
De Nederlandse land- en tuinbouw kenmerkt zich door ondernemerszin en innovatiekracht.
Boeren en tuinders maken al flinke stappen ten behoeve van de omslag naar kringlooplandbouw
en een klimaatvriendelijke bedrijfsvoering. Om deze omslag te faciliteren wil ik het
voor ondernemers gemakkelijker maken om de meest actuele inzichten te vergaren over
mogelijke aanpassingen in hun bedrijfsvoering. Dit kan hen helpen bij het verminderen
van stikstofemissies en bij een (verdere) stap naar kringlooplandbouw en duurzaam
en klimaatbestendig ondernemen.
De noodzaak om stikstofemissies uit de landbouw te verminderen, maakt de vorig jaar
aangekondigde maatregelen nog belangrijker. In mijn brieven over de stikstofproblematiek2 ben ik daarom reeds op een deel van de maatregelen ingegaan. Het ging daarbij vooral
om de instrumenten voor scholing en bedrijfsadvisering.
Ik werk in het kader van «Innovatie op het Boerenerf», kort gezegd aan: een landelijk
digitaal kennisplatform; publiek-private samenwerking bij kennisontwikkeling en -doorwerking;
scholing en onafhankelijke advisering; en het faciliteren van kennisuitwisseling via
netwerken.
Landelijk kennisplatform
Om kennis te laten doorwerken in innovaties op het boerenerf, heb ik afspraken gemaakt
met WUR om het huidige Groen Kennisnet3 te vernieuwen. Groen Kennisnet wordt het landelijke, interactieve, digitale platform
voor het groene domein, waar kennis uit veel verschillende bronnen wordt gebundeld
en ontsloten. Boeren en tuinders worden naast onderwijsinstellingen en hun studenten
een belangrijke doelgroep van Groen Kennisnet. Alle stakeholders voelen de urgentie
van de ontwikkeling van een dergelijk platform. Momenteel vindt een brede stakeholderconsultatie
plaats om te bepalen welke wensen er zijn ten aanzien van het vernieuwde digitale
platform en aan welke eisen het moet voldoen. Ik verwacht dat daar in september een
door de agrarische sector, het groene onderwijs en de overheid gedragen beeld over
is. Daarna zal de vernieuwing stapsgewijs plaatsvinden en in het derde kwartaal van
2021 zal het platform volledig in de lucht zijn. In het eerste kwartaal van 2021 zal
voor de betrokken stakeholders een demonstratie worden verzorgd van het GKN in wording
als aftrap van de laatste fase van uitwerking ervan.
Om de kennisdoorwerking te intensiveren stel ik jaarlijks € 3 miljoen beschikbaar
voor het programma Kennis op Maat. Ondernemers uit de topsectoren Agri & Food en Tuinbouw
& Uitgangsmaterialen krijgen met dit publiek-private samenwerkingsprogramma de mogelijkheid
om samen met Wageningen Research en de groene hogeronderwijsinstellingen kennis uit
onderzoek en praktijk te vertalen naar relevante informatie en concrete handelingsperspectieven.
Zij kunnen bijvoorbeeld materiaal voor cursussen en trainingen ontwikkelen, kennis
beschikbaar maken voor innovatiecirkels, vlogs maken en handleidingen opstellen. Drie
keer per jaar plaatsen de topsectoren een oproep voor nieuwe initiatieven4. Het mkb, brancheorganisaties en onderwijsinstellingen kunnen (samen) projectvoorstellen
indienen. De tweede oproep van 2020 is net gesloten. De derde oproep opent in november
2020. De informatie en resultaten uit de projecten worden breed beschikbaar gesteld
op het Groen Kennisnet.
Scholing: Actueel houden van kennis – masterclasses en groen onderwijs
Onderwijs en scholing zijn sleutelinstrumenten bij het laten doorwerken van kennis
en het verhogen van het kennisniveau. Gelet op de uitdagingen waar de agrarische ondernemer
momenteel voor staat, zet ik in op de ontwikkeling van cursussen die de ondernemer
kunnen helpen bij het maken van toekomstgerichte en klimaatvriendelijke keuzes. Zoals
eerder aan uw Kamer gemeld5, ontwikkelen de groene hogeronderwijsinstellingen momenteel in het kader van het
stikstofbeleid masterclasses en trainingen voor boeren, tuinders en bedrijfsadviseurs.
Deze cursussen starten dit jaar in september en oktober. Boeren, tuinders en bedrijfsadviseurs
kunnen deze cursussen financieren met de voor hen beschikbare vouchers. Dat wordt
later in deze brief toegelicht.
Ook praktijkgericht onderzoek van de hogescholen zie ik als een belangrijk instrument
in het kader van «Innovatie op het boerenerf». Praktijkgericht onderzoek zorgt voor
kennisontwikkeling, maar zorgt, juist omdat het vaak in en met de praktijk gebeurt,
ook voor doorwerking van kennis naar die praktijk. Belangrijk is bovendien dat praktijkgericht
onderzoek ook zijn doorwerking heeft naar het onderwijs en daarmee naar studenten,
de agrarische ondernemers en arbeidskrachten van de toekomst. Met NWO-SIA heb ik daarom,
in het kader van het Groenpact, afgelopen jaar de afspraak gemaakt om tot en met 2027
gezamenlijk te investeren in de versterking van praktijkgericht onderzoek binnen het
groene domein. Dit jaar worden binnen het programma «Praktijkkennis voor voedsel en
groen» acht oproepen opengesteld. Daarbij gaat het onder meer om oproepen voor een
integrale aanpak voor methaan en ammoniak en duurzaam bosbeheer.
Nieuwe Regeling Agrarische Bedrijfsadvisering en Scholing
Om scholing en advisering te stimuleren, introduceer ik de «Regeling Agrarische Bedrijfsadvisering en Scholing». In het kort bevat deze nieuwe regeling drie onderdelen:
1. Vouchers voor agrariërs met een maximum van € 1.500,– per jaar. Hiervoor kunnen zij:
2. Één-op-één advies krijgen van een onafhankelijke bedrijfsadviseur met coachende vaardigheden.
3. Samen met andere agrariërs advisering in groepsverband krijgen door het bundelen van
hun vouchers.
4. Een cursus volgen bij een groene hogeronderwijsinstelling. In 2020 gaat het hierbij
om een stikstofcursus. Cursussen over andere onderwerpen worden in 2021 ontwikkeld.
5. Vouchers voor bedrijfsadviseurs ten behoeve van cursussen, met een maximale vergoeding
van € 1.250,– per jaar (op voorwaarde van een eigen bijdrage door de adviseur voor
deze opleidingen van minimaal 50%).
6. Openstellingen voor projectsubsidies voor agrarische lerende netwerken (praktijknetwerken)
die bijdragen aan onderling leren en kennis uitwisselen.
Voor de Regeling Agrarische Bedrijfsadvisering en Scholing, inclusief de ontwikkeling
van cursussen is € 45 miljoen beschikbaar binnen de € 73 miljoen voor de stikstof-bronmaatregel
«Verlaging ruweiwit in Veevoer». De stikstofaanpak en daarbinnen de reductie van de
stikstofemissie met behulp van voermaatregelen, is een prioritair thema in de regeling. Hierna
ga ik in op de achtergrond van deze regeling.
Vouchers voor onafhankelijke agrarische bedrijfsadvisering
Landbouwondernemers geven aan dat adviseurs hen vaak helpen de grote hoeveelheid vaak
ingewikkelde informatie te doorgronden en te vertalen naar praktische en economisch
haalbare handelingsperspectieven voor het eigen bedrijf. Daarom heb ik aangegeven
het voor boeren gemakkelijker te willen maken om onafhankelijke adviseurs in te schakelen.
Met onafhankelijke adviseurs bedoel ik adviseurs die advies geven zonder daarbij (financieel)
belang uit (neven)functies te hebben. Bedrijfsadviseurs worden ook wel bedrijfscoaches
genoemd. In het vervolg van deze brief gebruik ik de term (bedrijfs)adviseurs.
Laagdrempelige toegang tot de bedrijfsadviseurs regel ik met de hiervoor genoemde
vouchers. De vouchers met een maximum van € 1.500,– per jaar zijn vanaf oktober beschikbaar
zijn. De vouchers kunnen, zoals aangegeven, zowel voor advisering als voor scholing
gebruikt worden.
De Regeling Bedrijfsadvisering en Scholing wordt naar verwachting in de zomer gepubliceerd
in de Staatscourant. Bij de eerste openstelling ligt de nadruk op stikstofmaatregelen.
De regeling maakt daarnaast advisering en scholing gericht op kringlooplandbouw en
duurzaam en klimaatbestendig ondernemen mogelijk.
In mijn brief van 22 juni jl. (Kamerstuk 33 037, nr. 369) heb ik aangegeven dat de deelnemers aan de derogatie voor het einde van dit jaar
gecoacht zullen worden over de stikstofmaatregelen van het kabinet. Dit betekent dat
zij, zodra zij bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) een vergunning
voor derogatie aanvragen, schriftelijk geïnformeerd worden over de stikstofmaatregelen.
Daarbij zullen zij worden gewezen op de mogelijkheden om, met een voucher, een stikstofcursus
te volgen bij de groene hogeronderwijsinstellingen of een bedrijfsadviseur in te schakelen
voor advies toegespitst op de eigen situatie.
Projectsubsidies voor praktijknetwerken
De regeling omvat, zoals aangegeven, ook een voorziening voor zogenoemde praktijknetwerken
of «lerende netwerken». Dit zijn netwerken van boeren die samen aan de slag gaan met
een bepaald thema binnen duurzame landbouw. Dergelijke netwerken, waarvan het telersnetwerk
van de voormalige Stichting Veldleeuwerik een voorbeeld is6, kunnen een aanvraag doen voor projectsubsidies. Daarmee kunnen zij trainingen, workshops,
coaching en demonstratieactiviteiten financieren. In 2020 zal de regeling vooral ondersteuning
bieden aan netwerken die hun kennis over stikstof willen vergroten.
Registratie en certificatie van onafhankelijke bedrijfsadviseurs
Momenteel zijn er nog onvoldoende geregistreerde en gecertificeerde onafhankelijke
bedrijfsadviseurs beschikbaar om agrariërs te helpen bij het doorvoeren van de maatschappelijk
gewenste transities op hun bedrijven. Om het aantal onafhankelijke agrarische bedrijfsadviseurs
en de kwaliteit van hun adviezen systematisch te verhogen, werk ik aan het volgende:
het actualiseren van het huidige registratiesysteem, voor directe uitbreiding van
het aantal onafhankelijke bedrijfsadviseurs, het stroomlijnen en versterken van het
proces van registratie, en de opleidingen die nodig zijn. Ten eerste wil ik het huidige
registratiesysteem, het Bedrijfsadviseringssysteem (BAS), versterken. Er komen eenduidige
categorieën van vaardigheden en expertisegebieden in dit register. Het gaat daarbij
om expertisegebieden die van belang zijn voor de bijdrage aan de reductie van stikstofemissie,
kringlooplandbouw en een duurzame en klimaatvriendelijke bedrijfsvoering. Ten tweede
wil ik snel meer gekwalificeerde bedrijfsadviseurs in het systeem krijgen. Daarvoor
zal een laagdrempelige registratie worden ingevoerd. Of een adviseur voldoet aan de
eisen voor registratie in dit systeem wordt getoetst door een toelatingscommissie
die wordt ingericht door een erkende beroepsorganisatie. Momenteel is de Vereniging
Agrarische Bedrijfsadviseurs de enige erkende beroepsorganisatie. Dit najaar zal het
aangepaste registratiesysteem voor de onafhankelijke, deskundige adviseurs beschikbaar
zijn. In het toekomstige Gemeenschappelijk LandbouwBeleid (GLB 2023–2027) is elke
lidstaat verplicht een onpartijdig adviseringssysteem te hebben. Het streven is om
in de GLB-transitieperiode (2021–2022) ons systeem volledig aan te laten sluiten op
de aanvullende GLB-eisen voor adviesdiensten. Daarbij zal ik ervoor zorgen dat het
systeem voorziet in een toetsing van bekwaamheid en permanente educatie, onder meer
op de thema’s stikstof (prioriteit in 2020), kringlooplandbouw en duurzaam en klimaatbestendig
ondernemen.
Over het nieuwe systeem heb ik gesprekken gevoerd met de Vereniging Agrarische Bedrijfsadviseurs
(VAB), agrarische organisaties, provincies en andere stakeholders.
Vouchers voor scholing van bedrijfsadviseurs
Naast een systeem van registratie en een proces van certificering, is scholing van
adviseurs een manier om de onafhankelijkheid en de kwaliteit van de adviezen van adviseurs
te borgen. Via de eerdergenoemde regeling maak ik het mogelijk dat bedrijfsadviseurs
de helft van de kosten van bepaalde opleidingen (tot een maximum van € 1.250,– euro
per jaar) met een voucher kunnen bekostigen. De vouchers die dit jaar worden verstrekt
kunnen worden ingezet voor de opleiding voor stikstof-adviseurs die op mijn verzoek
door de groene hogeronderwijsinstellingen wordt ontwikkeld. De vouchers kunnen dit
jaar en in 2021 worden gebruikt door alle adviseurs, ongeacht of zij als onafhankelijke
adviseur zijn, of willen worden, geregistreerd.
Leren door demonstreren en experimenteren
In het kader van het programma met NWO-SIA worden extra kringlooplandbouwlectoren
aangesteld. De nieuwe lectoren gaan in november 2020 aan de slag. Zij zullen voor
praktijkgericht onderzoek en kennisdoorwerking zorgen in onder andere de vijf experimenteergebieden
die zijn genoemd in het realisatieplan voor de LNV-visie. In de experimenteergebieden
zijn het afgelopen half jaar de eerste pilotprojecten gestart. Waar mogelijk wordt
samengewerkt tussen de experimenteergebieden. Geleerde lessen zullen breder worden
gedeeld via onder andere demo’s, praktijknetwerken en publicaties. Groen Kennisnet
zal zo veel mogelijk benut worden om de opgedane kennis voor iedereen beschikbaar
te stellen.
Samen zal ik met de provincies in het kader van het GLB vanaf 2021 meer budget beschikbaar
stellen voor projectsubsidies, pilots, experimenten en praktijknetwerken. Dit budget
zal ingezet worden voor onderwerpen die te maken hebben met (emissiearme) kringlooplandbouw,
klimaatmitigatie of -bestendige praktijken. Ik ben voornemens om hier voor 2021 en
2022 € 4 miljoen extra voor in te zetten.
Agrariërs en adviseurs zullen, nog meer (en uiteraard rekening houdend met COVID-19),
gefaciliteerd worden om demonstraties en kijkdagen bij te kunnen wonen bij voorbeeldbedrijven,
proeftuinen en field labs. Dit is een gewaardeerde manier om nieuwe inzichten en innovaties
te leren kennen. Er zijn al bedrijven in de regio’s die deze functie voor agrariërs
en adviseurs vervullen zoals de bedrijven die deelnemen aan de praktijkpilots stikstof
en het Nationale Programma Precisie Landbouw (NPPL).
Samen met provincies, waterschappen en landbouworganisaties gaat het Ministerie van
LNV verkennen of we eind dit jaar een aantal pilots met o.a. bedrijfsadvisering rond
kringlooplandbouw kunnen starten.
Beter de weg vinden naar (subsidie)regelingen (Motie Harbers-Geurts)
Een handzame webtool zal het makkelijker maken om subsidie- en investeringsregelingen
te vinden die boeren en tuinders kunnen helpen om de omslag te maken naar (emissie-arme)
kringlooplandbouw en een klimaatvriendelijke bedrijfsvoering. Het betreft zowel rijksregelingen
als provinciale regelingen, waaronder die van het Plattelandsontwikkelingsprogramma
(POP3).
Ik denk aan een overzicht dat geleidelijk wordt uitgebreid. Dit najaar wordt aangevangen
met de rijksregelingen die stikstofreducerende maatregelen in de veehouderij ondersteunen.
Daarnaast krijgen de regelingen voor bedrijfsbeëindiging en verplaatsing voorrang.
Zoals verzocht in de motie Harbers-Geurts, zorg ik met de provincies dat ook hun regelingen
te vinden zullen zijn.
Met het oog op het vormgeven van het Nationaal Strategisch Plan (NSP) wordt door het
Ministerie van LNV samen met provincies, het Regiebureau POP, waterschappen, RVO.nl
en de topsectoren verkent hoe we voor boeren de procedures voor het aanvragen van
subsidies kunnen vereenvoudigen. Ook wil ik bezien hoe we boeren meer ondersteuning
kunnen bieden bij de aanvragen. Ik streef uiteindelijk ten aanzien van de belangrijkste
regelingen naar meer stroomlijning van openstellingen en naar het op deze manier beperken
van administratieve lasten.
Omschakelfonds
Zoals toegezegd in mijn brief aan uw Kamer van 7 februari 2020 (Kamerstuk 35 334, nr. 44) en tijdens het stikstofdebat van 18 juni 2020 (Handelingen II 2019/20, nr. 85, items 3 en 9), informeer ik u tevens over het omschakelfonds. Naast bovengenoemde maatregelen
om agrarische ondernemers te ondersteunen met kennis en kunde bij de transitie naar
kringlooplandbouw, is het ook van belang om de omschakeling financieel mogelijk te
maken voor deze ondernemers. Het omschakelfonds en de maatregelen van Innovatie op
het boerenerf kunnen elkaar bij de omschakeling versterken.
De contouren van het omschakelfonds beginnen vorm te krijgen. In mijn brief aan uw
Kamer van 24 april jl. (Kamerstuk 35 334, nr. 85) heb ik aangegeven dat het omschakelfonds zal bestaan uit twee sporen:
– het omschakelspoor dat zich richt op het tijdelijk verlichten van de kasstroom wanneer
een bedrijf wil omschakelen naar een meer duurzame bedrijfsvoering;
– het investeringsspoor dat zich richt zich het toegankelijker maken van investeringen
in verduurzaming/omschakeling van bedrijfsvoering, processen, en ontwikkeling van
producten en productconcepten.
Het omschakelfonds richt zich op agrarische ondernemers die in het kader van stikstofreductie
en op basis van een levensvatbaar duurzaam bedrijfsplan, om willen schakelen naar
duurzame landbouw. Het kan daarbij gaan om bijvoorbeeld, kringloop-, natuurinclusieve,
extensieve of biologische landbouw. Zoals is aangegeven in het PBL-rapport «Natuurinclusieve
landbouw: wat beweegt boeren?» werkt een combinatie van financiële prikkels het beste
om agrarische ondernemers te stimuleren om te investeren. Het omschakelfonds zal dan
ook uit een combinatie van verschillende instrumenten bestaan. Er bestaan al veel
instrumenten waarvan agrarische ondernemers gebruik kunnen maken om te investeren.
Daarom brengt Wageningen Economic Research (WEcR) op dit moment de financiering van
bedrijven en ook het financieringsinstrumentarium in de landbouwsector in kaart. Uiteraard
zal daarbij de impact van de COVID-19-crisis meegenomen worden.
Bij de uitwerking van de instrumenten ligt de focus nu binnen het investeringsspoor
op het toegankelijker maken van externe financiering voor agrarische ondernemers die
willen investeren in omschakeling. Binnen dit investeringsspoor onderzoek ik ook of
ik gerichte experimenten of innovaties in kringlooplandbouw kan stimuleren, bijvoorbeeld
door het ondersteunen van samenwerkingsprojecten voor innovatie of haalbaarheidsstudies.
Binnen het omschakelspoor ga ik kijken of ik de financiële risico’s waar agrarische
ondernemers bij omschakeling mee te maken hebben, kan verkleinen.
In het najaar zal ik uw Kamer nader informeren over de uitwerking van het omschakelfonds
en daarmee ook ingaan op de motie van de leden Voordewind en Amhaouch (Kamerstuk 35 154, nr. 21).
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit