Brief regering : Mogelijkheden voor een regeling voor het laten inreizen van buitenlandse geliefden i.v.m. COVID-19
24 804 Veiligheidsbeleid Burgerluchtvaart
25 295
Infectieziektenbestrijding
Nr. 140
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juli 2020
In de brief van 10 juli jl. heb ik u mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken
en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geïnformeerd over de mogelijkheden
voor een regeling voor het laten inreizen van geliefden in een langeafstandsrelatie
(Kamerstukken 24 804 en 25 295, nr. 139), nu in verband met COVID-19 een inreisverbod voor derde landen1 geldt. Enerzijds zijn er de Europese afspraken over inreisbeperkingen. Anderzijds
zijn er in het vastgestelde grensbeleid uitzonderingscategorieën opgenomen, zoals
ook voorgesteld door de Europese Commissie en Europees afgesproken.
Het uitgangspunt is en blijft het belang van de volksgezondheid in Nederland. In dat
verband zijn er beperkingen aan niet essentiële reizen naar Nederland gesteld aan
personen die onder de normale situatie/omstandigheden zonder deze beperkingen vanuit
derde landen wel zouden kunnen inreizen.
De Nederlandse overheid monitort voortdurend de uitvoering van deze maatregelen, om
in het licht van de omstandigheden te kunnen bepalen hoe zorgvuldig vorm te blijven
geven aan de diverse afwegingen.
In het licht daarvan is opnieuw kritisch gekeken naar de inreisbeperkingen en de gevolgen
daarvan voor langeafstandsrelaties, ook om te bezien of er mogelijkheden zijn om deze
doelgroep tegemoet te komen.
Ik ben verheugd u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid, te kunnen melden dat ik, binnen de gezondheidskaders,
een mogelijkheid heb gevonden om tijdelijk te komen tot een aangepaste regeling voor
geliefden in een langeafstandsrelatie, als het gaat om een bezoek voor verblijf voor
een korte periode. Daarvan is sprake bij een maximale duur van 90 dagen verblijf in
Nederland binnen een totaal-periode van 180 dagen. Omdat er, in lijn met de Europese
afspraken over inreismaatregelen, sprake moet zijn van een duurzame relatie zullen
aan de regeling de volgende voorwaarden worden gesteld:
1. Het koppel in kwestie moet aantonen dat zij een relatie hebben van minimaal drie maanden
waarbij het koppel elkaar «regelmatig» in persoon heeft gezien, op een wijze zoals
thans ook het geval. Daarnaast moeten de personen in kwestie een handgeschreven verklaring
ondertekenen waarin zij verklaren, op straffe van meineed, inderdaad zo’n relatie
te hebben.
2. In de verklaring moeten de persoonlijke gegevens, het verblijfadres en de contactgegevens
in Nederland worden aangegeven. In deze verklaring moeten ook de contactgegevens van
de buitenlandse partner aangegeven worden.
3. De buitenlandse partner zal voorafgaand aan zijn reis naar Nederland aantoonbaar in
het bezit moeten zijn van een retourticket.
4. Voor visumplichtige buitenlandse partners geldt dat deze aan alle geldende voorwaarden
moeten kunnen voldoen, inclusief het beschikken over voldoende financiële middelen
voor de reis en het verblijf, en waarborgen voor een tijdige terugkeer. Dit kan ook
in de vorm van een garantverklaring van de partner in Nederland. Bij de beslissing
over de visumaanvraag wordt de mogelijkheid tot terugkeer betrokken.
5. Het verblijf in Nederland mag conform de huidige regelgeving niet langer zijn dan
de maximale duur van 90 dagen. Als langer verblijf noodzakelijk wordt geacht dan zal
een aanvraag voor lang verblijf ingediend moeten worden. Als de buitenlandse partner
na de maximale duur van 90 dagen nog in Nederland verblijft en er geen verzoek om
verlenging danwel aanvraag voor lang verblijf is ingediend, dan zullen binnen het
huidige juridisch kader de vreemdelingenrechtelijke procedures met betrekking tot
«overstay» van toepassing zijn.
6. Als de buitenlandse partner inreist vanuit een land waarvoor vanwege gezondheidsredenen
een oranje reisadvies geldt en daarmee een dringend advies tot thuisquarantaine, dient
betrokkene bij aankomst in Nederland 14 dagen in thuisquarantaine te gaan.
7. De hierboven genoemde bewijsstukken zoals de verklaringen, retourticket en een eventuele
garantverklaring, moeten bij aankomst in Nederland aan de grensautoriteiten worden
overhandigd.
De regeling zal per 27 juli a.s. in werking treden.
In aanvulling wil ik de bestaande regels herbevestigen voor Nederlanders en vreemdelingen
met een Nederlandse niet-tijdelijke verblijfsvergunning die hun partner naar Nederland
willen laten komen voor een langere duur dan de 90 dagen, bijvoorbeeld als zij willen
gaan samenwonen en een gemeenschappelijke huishouding gaan voeren. Of sprake is van
samenwoning of een duurzame gemeenschappelijke huishouding wordt geverifieerd door
de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
Voor deze categorie gelden eveneens onverkort de COVID-19 voorschriften die het kabinet heeft gesteld ten aanzien van thuisquarantaine en andere voorzorgsmaatregelen.
Dat houdt dus in dat wanneer zij wel mogen inreizen vanuit een land waarvoor vanwege
gezondheidsredenen een dringend advies tot thuisquarantaine geldt, zij hiervoor bij
aankomst in Nederland niet uitgezonderd zijn en 14 dagen in thuisquarantaine dienen
te gaan.
De voorwaarden voor kort verblijf, zoals eerder in deze brief geschetst, zijn niet
van toepassing op Nederlanders en personen met een Nederlandse niet-tijdelijke verblijfsvergunning
die hun partner voor langere duur dan de maximale termijn van 90 dagen naar Nederland
willen halen. De regels voor lang verblijf zijn daarmee ongewijzigd.
Ten slotte merk ik op dat ontwikkelingen in verband met de COVID-19 pandemie aanleiding
kunnen zijn voor aanpassing of verscherping van het bovenstaande.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid