Brief regering : Geannoteerde agenda informele EU gezondheidsraad van 16 juli 2020
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 569
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juli 2020
Hierbij bied ik u mede namens de Minister van MZS de geannoteerde agenda voor de informele
videoconferentie van EU-gezondheidsministers van 16 juli a.s. aan. Ik ben voornemens
deel te nemen aan deze videoconferentie.
Daarnaast ontvangt u zoals gebruikelijk een kwartaalrapportage van lopende EU-wetgevingsdossiers
op het terrein van VWS.1
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
Bijlage 1. Geannoteerde agenda informele videoconferentie EU-gezondheidsministers,
16 juli 2020
Beleidsdebat: Geleerde lessen COVID-19 pandemie
Inhoud
Het Duits voorzitterschap is voornemens te spreken over geleerde lessen vanuit de
COVID-19 pandemie. Bij het schrijven van deze geannoteerde agenda waren de achterliggende
stukken vanuit het Duits voorzitterschap nog niet bekend. Naar verwachting zal er
worden gesproken over Europese samenwerking op het vlak van grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen
in een crisissituatie en de rol van het Europees Centrum voor Ziektebestrijding en
Preventie (ECDC). Ook zal naar verwachting worden stilgestaan bij leveringszekerheid
van crisis-gerelateerde geneesmiddelen en medische hulpmiddelen en EU instrumenten
ten aanzien van gezamenlijke inkoop en voorraadvorming hiervan.
Inzet Nederland
Infectieziekten stoppen niet bij grenzen en daarom is internationale samenwerking
en solidariteit cruciaal om een pandemie het hoofd te bieden. Internationale samenwerking
op het vlak van grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen, is zo sterk als de zwakste
schakel. De internationale gemeenschap is erbij gebaat lessen te trekken uit de huidige
pandemie, om de aanpak van pandemieën aan te kunnen passen aan de laatste inzichten
en de risico’s op nieuwe pandemieën te verkleinen en de weerbaarheid tegen pandemieën
te vergroten. Nederland is van mening dat bij een crisis van deze omvang een onafhankelijke
en grondige evaluatie hoort. In de evaluatie zal de wijze van signaleren, communiceren
en (internationaal) samenwerken, zeker een rol moeten krijgen, ook op het terrein
van Europese samenwerking.
Dit is de eerste keer in de geschiedenis van de Unie dat een pandemie zoveel impact
heeft op Europees grondgebied. De Europese Unie en de lidstaten waren hier onvoldoende
op voorbereid. Maar de impact van de crisis verschilde per land en daarmee ook de
gekozen aanpak. Meer heldere afstemming over maatregelen en het trachten te komen
tot meer stroomlijnen van zowel maatregelen als de communicatie daarover, verdient
wat Nederland betreft aandacht. Dit vergt zowel inzet van de Europese Commissie, als
van de afzonderlijke lidstaten. Dit kan ook het vertrouwen tussen lidstaten onderling
versterken en daarmee de samenwerking versterken. Nederland ziet tevens meerwaarde
in meer samenwerking tussen landen op het terrein (IC-)zorgcapaciteit in crisissituaties.
Dit kan zowel in Europees, regionaal als bilateraal verband plaatsvinden.
Tijdens de Raad zal Nederland benadrukken dat het ECDC voldoende moet kunnen inspelen
op de behoefte van lidstaten ten aanzien van adequate en vergelijkbare informatie
in een crisissituatie. Nederland is voorstander van een versterking van het ECDC.
Het blijft belangrijk dat het ECDC hiertoe een goede samenwerking heeft met zowel
nationale volksgezondheidsagentschappen als de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Nederland zal in de Raad aandringen op een evaluatie van het instrument voor gezamenlijke
Europese aanbesteding van medische producten. Tevens zal Nederland er voor pleiten
om te investeren in de werking van de Interne Markt en het tegengaan van disproportionele
intra-Europese handelsbelemmeringen op medische producten in crisistijd. Nederland
ziet hier nadrukkelijk een rol voor de Europese Commissie.
Indicatie krachtenveld Raad en Europees Parlement
Aangezien de COVID-19 crisis in alle lidstaten zijn weerslag heeft, zullen Ministers
naar verwachting actief deelnemen aan de discussie. Er is geen rol voor het Europees
Parlement voorzien ten aanzien van deze discussie.
Beleidsdebat: Leveringszekerheid geneesmiddelen in de Europese Unie
Inhoud
Het Duits voorzitterschap is voornemens te spreken over leveringszekerheid van geneesmiddelen
in de Europese Unie. Bij het schrijven van deze geannoteerde agenda waren de achterliggende
stukken vanuit het Duits voorzitterschap nog niet bekend.
Inzet Nederland
Nederland verwelkomt de agendering van dit belangrijke thema door het Duitse voorzitterschap.
Nederland vraagt in Europees verband al langer aandacht voor samenwerking op het vlak
van het tegengaan van tekorten van geneesmiddelen en zal dit ook blijven doen. De
COVID19 pandemie heeft kwetsbaarheden in de leveringszekerheid van deze producten
nog meer aan het licht gebracht.
We moeten ons daarom blijven inzetten om de leveringszekerheid – en daarmee beschikbaarheid
van medische producten – te verbeteren.
De crisis laat zien dat het van belang is dat we op het gebied van medische producten minder afhankelijk worden van andere landen of van individuele (mondiale)
leveranciers. Leveringszekerheid kunnen we deels bereiken door het versterken van
de nationale en Europese productie, maar bijvoorbeeld ook door diversificatie van
waardeketens of het aanleggen van (ijzeren) voorraden. Hierbij is het van belang om
niet alleen naar de productie van eindproducten te kijken, maar ook naar actieve stoffen
(en hulpstoffen) van geneesmiddelen.
Nederland zet daarbij in op een gezond investeringsklimaat en een eerlijk speelveld.
Dit doen we onder andere met voorstellen voor het versterken van Europese concurrentiekracht,
mededingings- en aanbestedingsbeleid, de investeringstoets op risico’s voor nationale
veiligheid en door te sturen op een Europese geneesmiddelenstrategie die kwetsbaarheden
voor de lange termijn helpt te adresseren. Deze strategie is eind 2020 voorzien. Nederland
zal in haar interventie tijdens de Raad aandacht vragen voor een goed gebalanceerde
geneesmiddelenstrategie waarin de lidstaten voldoende door de Commissie worden betrokken
en gehoord en waarin aandacht is voor het brede spectrum van toegankelijkheid, betaalbaarheid
en beschikbaarheid van geneesmiddelen en de manier waarop de Europese samenwerking op dat vlak versterkt kan worden.
Ook zet Nederland in Europees verband in op strategische samenwerking, zoals in het
verband van de Europese vaccinstrategie of door het nemen van maatregelen die het
aantrekkelijker maken om in Europa te produceren en daarmee leiden tot gedeeltelijke
verplaatsing van productie uit derde landen naar Europese landen.
Op dit moment wordt door de Europese Commissie – mede op aandringen van Nederland – onderzoek gedaan naar de afhankelijkheden van Europa en de oorzaken
van (toenemende) tekorten. Nederland volgt dit onderzoek nauwgezet omdat dit specifieker
moet uitwijzen waar we meer in detail op moeten inzetten.
Indicatie krachtenveld Raad en Europees Parlement
Aangezien veel lidstaten te kampen hebben met (dreigende) tekorten van medicijnen
is de verwachting dat de diverse deelnemers aan de Raad actief zullen bijdragen aan
dit debat. Enkele lidstaten hebben al nadrukkelijk te kennen gegeven in te willen
zetten op het versterken van de Europese productie. Er is geen rol voor het Europees
Parlement voorzien.
Informatiepunt: Digitalisering gezondheidszorg en EU health data space
Inhoud
Bij het schrijven van deze geannoteerde agenda waren de achterliggende stukken vanuit
het Duits voorzitterschap nog niet bekend. Naar verwachting zal de Duitse Minister een toelichting geven op de plannen voor het komende semester
op het vlak van een European Health Data Space (EHDS) en de ontwikkeling van een Code
of Conduct met betrekking tot het secundair gebruik van zorgdata.
Inzet Nederland
Nederland onderschrijft het belang van grensoverschrijdende samenwerking op het vlak
van digitalisering van gezondheidszorg en draagt actief bij aan Europese samenwerking
op dit vlak. De patiënt staat hierbij centraal. Nederland ziet hierbij met name belang
op het vlak van interoperabiliteit van elektronische uitwisseling van gegevens en
werkt hierop graag samen op basis van bestaande modellen en oplossingen om ervoor
te zorgen dat de patiënt hierin centraal blijft staan ontwikkelingen. Aangezien deze
digitale transformatie hoge kosten met zich meebrengt, vaak vanwege investeringsregelingen
op lange termijn, zou de EU een rol moeten spelen bij het versnellen van de digitale
transformatie van de gezondheidszorg in de lidstaten, bijvoorbeeld met bijpassende
financiële instrumenten.
Europese samenwerking heeft tijdens de eerste golf van de COVID-19 pandemie positieve
resultaten opgeleverd. Zo zijn er in het eHealth Netwerk afspraken gemaakt over het
bruikbaar maken van besmettingsnotificatie apps in andere Europese lidstaten. Nederland
heeft – in nauwe samenspraak met Duitsland – actief aan de totstandkoming van die
afspraken bijgedragen. Hierdoor is het mogelijk om de Nederlandse COVID-19 notificatie
app straks ook in Duitsland te gebruiken en vice versa.
Voor de eerste golf heeft de Europese Commissie een systeem dat gebruikt wordt voor
de uitwisseling van gegeven van patiënten met zeldzame ziekten aangepast en beschikbaar
gesteld. Nederland heeft daar geen gebruik van gemaakt en heeft een eigen oplossing
gebruikt. Druk op Europese samenwerking om een eventuele soepele uitwisseling van
patiëntgegevens binnen en tussen lidstaten in geval van een volgende golf van COVID-19
patiënten, zal ook toenemen. In het eHealth Netwerk is afgesproken te verkennen of
en op welke wijze op korte termijn de grensoverschrijdende uitwisselbaarheid van met
name laboratoriumuitslagen en medische beelden van COVID-19 patiënten te verbeteren.
Nederland trekt deze samenwerking, samen met Duitsland.
De EHDS is onderdeel van de brede Europese Datastrategie. De Minister van Buitenlandse
Zaken informeerde uw Kamer eerder over de Nederlandse inzet2.
Nederland is tot slot actief betrokken in de voorbereidende werkzaamheden van het
opzetten van het Europese project Towards a European Health Data Space Joint Action (TEHDAS JA). Deze Joint Action zal worden gecoördineerd door het Finse SITRA. Nederland heeft
recent kenbaar gemaakt interesse te hebben in deelname aan enkele werkpakketten. Nederland
kijkt uit naar de Code of Conduct rondom het secundair gebruik van zorgdata en wijst
er op dat de verbinding met het nog op te zetten Joint Action van groot belang is
hierbij.
Indicatie krachtenveld Raad en Europees Parlement
Er is geen rol voor het Europees Parlement voorzien.
Bijlage 2. Kwartaalrapportage lopende EU-wetgevingsonderhandelingen
Titel
Document
Korte beschrijving
Stand van Zaken
Voorstel voor Verordening Health Technology Assessment
COM (2018) 51
Het voorstel gaat over de gezamenlijke (klinische) beoordeling van de meerwaarde van
geneesmiddelen en medische hulpmiddelen ten opzichte van bestaande behandelingen via
een HTA-assessment
Er is geen overeenstemming bereikt onder het Kroatisch voorzitterschap. Het Duits
voorzitterschap is voornemens de onderhandelingen in de Raad wederom ter hand te nemen.
Voorstel voor de financiering en regulering van het Europees Parlement en de Raad
inzake het Europees Solidariteitscorps voor de periode 2021–2027
COM (2018) 230
Financiering voor het Europees Solidariteitscorps in het kader van het MFK
Trilogen zijn door het EP voorlopig gestaakt ivm onduidelijkheid MFK en governance
structuur. De verwachting is dat trilogen onder DUI VZS worden herstart
Voorstel voor verordening tot vaststelling van een actieprogramma voor de Unie op
het gebied van gezondheid voor de periode 2021–2027
COM (2020) 405
Zogenaamde EU4Health-programma; eigenstandig gezondheidsprogramma dat zowel kijk naar
herstel na COVID19 als structurele samenwerking
Voorstel 28 mei 2020 gepubliceerd, onderhandelingen in Raad starten in juli
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.