Brief regering : Toezeggingen, beleidsregels en informatietraject n.a.v. evaluatie Woningwet
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
27 926 Huurbeleid
Nr. 677 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juli 2020
Prettig wonen is meer dan een dak boven het hoofd. Het vraagt ook om een woning van
goede kwaliteit en een fijne omgeving. Woningcorporaties leveren hierin een onmisbare
bijdrage. Zij zorgen voor betaalbare huurwoningen in leefbare wijken voor mensen met
een lager inkomen. Juist voor deze groep mensen is het niet altijd vanzelfsprekend
om geschikte huisvesting te vinden op de woningmarkt. Om ervoor te zorgen dat woningcorporaties
dit zo goed mogelijk kunnen blijven doen, is passende en toekomstbestendige regelgeving
noodzakelijk.
Op basis van de uitkomsten van de evaluatie van de herziene Woningwet heb ik uw Kamer
in de brief van 22 februari 20191 geïnformeerd over mijn beleidsvoornemens. Conclusie van deze evaluatie was dat de
hoofddoelen van de wet zoals die in juli 2015 in werking is getreden worden bereikt
en dat grote stelselwijzigingen niet nodig zijn, maar de werking van de wet wel verder
kan worden verbeterd. De wijzigingen zijn daarom zo veel mogelijk gericht op verbeteringen
binnen het bestaande stelsel. Dat is gunstig voor lokale partijen zodat deze zich
kunnen toeleggen op hun maatschappelijke opgaven in plaats van het implementeren van
nieuwe regelgeving en waarborgt een redelijke balans tussen regulering en ruimte voor
andere marktpartijen.
In die brief heb ik ook aangekondigd samen met de sectorpartijen een informatietraject
te starten om de werking van de wet in de praktijk te verbeteren door lokale samenwerking
te versterken en het gebruik van de ruimte voor lokaal maatwerk te stimuleren. Ook
ben ik ingegaan op de doorontwikkeling van het toezicht van de Autoriteit woningcorporaties
(Aw) en wat de voorgenomen wijzigingen betekenen voor de rol van de toezichthouder.
In deze brief ga ik op deze drie onderwerpen in. Ik licht toe op welke wijze een aantal
toezeggingen in wetgeving is uitgewerkt en schets aan de hand daarvan hoe de beleidsvoornemens
uit voorgenoemde brief in wetgeving uitgewerkt worden. Daarnaast ga ik in deze brief
in op de beleidsregels die de Autoriteit woningcorporaties (Aw) opstelt naar aanleiding
van de voorgenomen wijzigingen, alsmede op de stand van zaken van het informatietraject.
Toezeggingen ten aanzien van het wetsvoorstel
Naar aanleiding van de uitkomsten uit de evaluatie van de Woningwet is het bij u ingediende
wetsvoorstel tot wijziging van die wet tot stand gekomen.2 Het richt zich op het verbeteren van de werking en het vergroten van de toekomstbestendigheid
van de wet door meer ruimte te bieden voor lokaal maatwerk door corporaties en andere
betrokkenen, ruimte voor meer risicogericht toezicht op corporaties en het beperken
van administratieve lasten. Langs deze doelen heb ik op verschillende onderwerpen
toezeggingen3 aan uw Kamer gedaan over aanpassingen in de regelgeving, waar ik hier kort op inga.
Zoals ik uw Kamer heb toegezegd4, wordt er meer ruimte voor lokaal maatwerk geboden door de wet meer naar principes
in te richten. Zo wordt de slagkracht van corporaties op leefbaarheid vergroot door
het schrappen van het maximale bedrag voor leefbaarheidsuitgaven per woning en het
schrappen van het verbod om leefbaarheidsactiviteiten uit te voeren zonder dat hierover
prestatieafspraken zijn gesloten. Daarnaast krijgen corporaties, gemeenten en huurders
meer vrijheid om het proces van prestatieafspraken in te richten op een wijze die
het best bij de lokale context past. Daarbij kunnen ook andere partijen betrokken
worden, zoals onderwijsinstellingen of de door de commissie Bos genoemde welzijnsorganisaties
en zorgaanbieders.5 Ook wordt het verplichte vooroverleg over het activiteitenoverzicht tussen huurdersorganisaties
en woningcorporaties omgezet naar een tripartiet overleg met de gemeente om een disbalans
in de lokale driehoek te voorkomen.6 In de nog volgende wijziging van het BTIV zal een aantal belemmerende dubbele voorwaarden
rond maatschappelijk vastgoed worden weggenomen.
Daarnaast heb ik uw Kamer toegezegd te kijken naar de mogelijkheden en belemmeringen
in de Woningwet voor de verduurzaming en voorgenomen wetswijziging aan uw Kamer te
zenden.7 De ruimte voor verduurzaming wordt in het wetsvoorstel geregeld door corporaties
dezelfde mogelijkheden voor verduurzaming van hun bezit te geven als andere vastgoedeigenaren.
Het gaat bijvoorbeeld om het direct aan het net leveren van door zonnepanelen op corporatiebezit
opgewekte stroom. Bij gespikkeld bezit en gemengde complexen mogen corporaties de
andere eigenaren ontzorgen door de overheadkosten te dragen, zoals de gemeenschappelijke
vergunningaanvraag, het technisch ontwerp of (andere) projectkosten. Dit kan helpen
uitstel of afstel van verduurzamingsinvesteringen in dergelijke situaties te voorkomen.
Met het oog op de toekomstbestendigheid van de wet wordt het mogelijk om onder voorwaarden
te experimenteren op het niveau van de wet, met als doel om proefondervindelijk tot
betere regelgeving te komen. Hierdoor kan beter ingespeeld worden op toekomstige ontwikkelingen
die nu nog niet voorzien worden. Door middel van experimenten kan vastgesteld worden
of een bepaalde aanpassing van de wetgeving het gewenste effect heeft. De lering die
daaruit getrokken wordt leidt tot bestendigere regelgeving.
Beleidsregels Autoriteit woningcorporaties
Het wetsvoorstel biedt meer ruimte voor risicogerichte invulling van toezicht en vergunningverlening,
en het meewegen van de lokale context in het oordeel van de Aw8. Dit komt maatwerk ten goede en geeft flexibiliteit in veranderende omstandigheden,
maar vraagt ook van de Aw daarop afgestemde beleidsregels. Door middel van heldere
beoordelings- en toetsingskaders wordt duidelijkheid verschaft aan woningcorporaties
over de wijze waarop de Aw doorgaans gebruik zal maken van haar bevoegdheden. Een
beleidsregel kan namelijk de mogelijkheid bieden om van algemene kaders af te wijken
als een specifieke praktijksituatie daarom vraagt. Bijvoorbeeld omdat het volkshuisvestelijk
belang ermee gediend is en een afwijking geen of slechts geringe risico’s met zich
meebrengt. Op deze wijze kan maatwerk geleverd worden.
De Aw is reeds gestart om op belangrijke onderdelen waar ruimte ontstaat voorstellen
te formuleren voor invulling van de beleidsregels. Als in de wet ruimte wordt geboden
om de context van de corporatie mee te wegen, wordt dit door de Aw meegenomen. Bij
het opstellen betrekt de Aw diverse partijen uit te sector, waaronder Aedes, VTW,
VNG en de Woonbond. Daarmee kunnen relevante inzichten uit de praktijk de vormgeving
van de beleidsregels voeden. Streven is om de beleidsregels kenbaar te maken voordat
het wetsvoorstel in werking treedt. Daarmee draagt de Aw bij aan een soepele inwerkingtreding
van de wet. Voor de betrokkenen in de corporatiesector geldt dan dat zij zowel kennis
kunnen nemen van de gewijzigde wetgeving, als van de wijze waarop de Aw daaraan invulling
zal geven. De beleidsregels worden in de Staatscourant en op de website van de Aw
gepubliceerd.
Informatietraject
Zoals in mijn brief van 22 februari 2019 is aangegeven, krijgt de beweging naar meer
op principes ingerichte regelgeving niet alleen in juridische zin gestalte. Hoewel
met de aanpassing van de Woningwet de ruimte voor lokaal maatwerk wordt vergroot,
is betere en meer gerichte informatievoorziening, communicatie en praktijk-ontwikkeling
over de ruimte die de Woningwet al biedt en over de (voorgenomen) wijzigingen ook
van belang.
Naar aanleiding van deze constateringen ben ik met de VNG, Aedes, Woonbond, Vastgoed
Belang, IVBN, VTW en de Aw een omvangrijk informatietraject gestart. Gezamenlijk is
een aantal prioriteiten benoemd. Zo werk ik met de Woonbond, AEDES en VNG aan het
stimuleren van lokale samenwerking en het maken van prestatieafspraken. Dit doe ik
bijvoorbeeld op het gebied van wonen en zorg en van leefbaarheid. De rol van corporaties
op deze terreinen wordt steeds belangrijker, ook omdat zij steeds meer te maken krijgen
met de huisvesting van kwetsbare groepen. Woningcorporaties dragen bij aan leefbaarheid
door het differentiëren van de woningvoorraad in de wijken alsmede door investeringen
in sociaal beheer. De voorgestelde wijzigingen in de Woningwet op onder meer het gebied
van leefbaarheid zorgen ervoor dat de ruimte voor lokaal maatwerk wordt vergroot.
Zo zal ik het organiseren of (financieel) ondersteunen van kleinschalige activiteiten
gericht op ontmoeting tussen bewoners toestaan om zo een positieve bijdrage te leveren
aan de leefbaarheid. Maar om echt iets op te lossen is de inzet van alle partijen
nodig, waaronder gemeenten, politie en zorg- en welzijnspartijen.
Via het informatietraject wordt deze samenwerking gestimuleerd. Bijvoorbeeld door
in het dossier leefbaarheid op www.woningmarktbeleid.nl goede praktijkvoorbeelden te verschaffen van samenwerkingsconvenanten tussen partijen
op het gebied van woonoverlast. In de update van de handreiking prestatieafspraken,
die begin volgend jaar zal worden gepubliceerd, worden onder andere de rol van zorgpartijen
en de wederkerigheid van de afspraken benadrukt. Verder worden online themamagazines
ontwikkelt en wil ik met de Woonbond, AEDES en VNG in de eerste helft van 2021 een
congres over lokale samenwerking organiseren als de beperkingen rondom corona dit
toelaten. Ook worden alle actuele prestatieafspraken op www.prestatie.opkaart.nl geplaatst. Als inspiratiebron, maar ook zodat overzichtelijk is wie met wie waarover
afspraken maakt.
Andere prioriteiten in het informatietraject zijn: het ontwikkelen van een kennisbank
zodat informatie over alle aspecten uit de Woningwet actueel en goed vindbaar is,
het geven van uitgebreide uitleg over het toewijzen van woningen en een meerjarige
inzet samen met de Woonbond en Platform 31 op ondersteuning en versterking van huurdersorganisaties.
De eerste resultaten van het informatietraject zijn al zichtbaar op de website www.woningmarktbeleid.nl. Hier staat nieuwe informatie over lokale samenwerking, het werkdomein van corporaties
en het toewijzen van woningen.
Tot slot
In deze brief heb ik de uitwerking van de beleidsvoornemens naar aanleiding van de
evaluatie van de Woningwet geschetst. Door middel van het wetsvoorstel, de beleidsregels
en het informatietraject zorg ik ervoor dat woningcorporaties beter in staat gesteld
worden om mensen met een smalle beurs te huisvesten in betaalbare en goede woningen
en leefbare wijken. In de praktijk zullen lokale partijen profijt hebben van de extra
ruimte om meer maatwerk toe te passen met risicogericht toezicht en minder administratieve
lasten. Ik ga graag met uw Kamer in gesprek over het wetsvoorstel en de daarmee samenhangende
trajecten.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties