Brief regering : Voortgangsbrief aanpak onnodige sekseregistratie
27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA)
Nr. 145
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2020
Op 1 april 2019 heb ik u, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, geïnformeerd over mijn plan van aanpak
om – waar mogelijk – onnodige sekseregistratie te beperken. Het kabinet ondersteunt
maatschappelijke partners, overheden en private partijen bij hun inspanningen om onnodige
sekseregistratie te beperken langs drie sporen.
1. Het opstellen van een afwegingskader,
2. Het bevorderen van kennis en bewustwording,
3. Het uitvoeren van onderzoek en ontwikkelen van handreikingen.
Samen met de betrokken partijen zijn concrete acties in gang gezet die bijdragen aan
het beperken van onnodige sekseregistratie. Ik heb uw Kamer toegezegd u nader te informeren
over de voortgang. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand. Hieronder licht
ik enkele ingezette acties nader toe.
Afwegingskader
Ik heb opdracht gegeven voor het opstellen van een afwegingskader onnodige sekseregistratie.
Dit instrument biedt een handvat aan organisaties om te bepalen wanneer het opvragen
en gebruiken van informatie over geslacht een voldoende zwaarwegend doel dient om
de nadelen ervan te kunnen rechtvaardigen. Ook geeft het afwegingskader antwoord op
vragen zoals wanneer registratie van geslacht/sekse nodig en onnodig is en wanneer
het mogelijk is om registratie achterwege te laten. Tevens wordt gekeken naar het
toevoegen van derde opties en het facultatief maken van m/v.
Daarnaast heb ik opdracht gegeven voor het ontwikkelen van een online toolbox met
handreikingen, goede voorbeelden en een gebruiksvriendelijke versie van het afwegingskader.
Zowel bij het opstellen van het afwegingskader als het ontwikkelen van de online toolbox
zijn relevante stakeholders en deskundigen uit onder meer bedrijfsleven, overheid
en belangenorganisaties betrokken. In het licht hiervan zijn een aantal expertmeetings
georganiseerd. De toolbox bevat diverse handreikingen voor de sectoren bedrijfsleven,
gemeenten en de rijksoverheid.
Het rapport Afwegingskader onnodige sekseregistratie is inmiddels door de Universiteit
Utrecht opgeleverd en de online toolbox onnodige sekseregistratie door Atria/TNN.1 Deze instrumenten geven organisaties een helder kader en houvast om in de praktijk
aan de slag te gaan met het terugdringen van onnodige registratie van geslacht.
Ik streef naar het verder vergroten van kennis en bewustwording over de mogelijkheden
om onnodige sekseregistratie te beperken, ook bij de rijksoverheid. In verband hiermee
is inmiddels een interdepartementale werkgroep onnodige sekseregistratie ingesteld.
De mogelijke vervolgstappen binnen de diverse departementen, op hun beleidsterreinen,
worden de komende periode geïnventariseerd. Onder meer wordt gekeken of de overheid
duidelijker kan zijn over welke informatie over geslacht benodigd is voor welk doel,
waarvoor het rapport van de Universiteit Utrecht ook aandacht vraagt. Het afwegingskader
en de handreiking die zich richt op de rijksoverheid kunnen hierbij behulpzaam zijn.
In het Rijkssollicitatieformulier op de carrièresite Werken voor Nederland wordt sekse
niet langer uitgevraagd. Deze aanpassing was technisch goed te realiseren en maakt
deel uit van een grotere aanpassing van werving- en selectietools. Het doel was om
het proces efficiënter, transparanter en eenduidiger te maken, voor zowel sollicitanten
als vacaturehouders. Het Ministerie van BZK heeft daarnaast andere ministeries aangespoord
om sekseregistratie in de eigen sollicitatieformulieren te beperken. Bij de specifieke
departementale formulieren is sekse nu meestal een facultatief veld geworden.
Aanschrijfnaam
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft zoals toegezegd2 laten onderzoeken3 of burgers een extra mogelijkheid kan worden geboden bij de keuze in de BRP voor
de aanschrijfnaam, namelijk dat ze willen worden aangeschreven zonder «de heer» of
«mevrouw.»
Vanuit juridisch oogpunt vereist dat een aanpassing van de Wet BRP en de daaraan verbonden
lagere regelgeving. Ook zullen autorisatiebesluiten aangepast moeten worden, evenals
het technisch ontwerp van de BRP. Daarnaast moeten gebruikers van gegevens uit de
BRP zelf ook technische aanpassingen verrichten in hun interne systemen om de aanschrijfnaam
te kunnen ontvangen en te gebruiken in hun correspondentie met burgers.
Het rapport beschrijft de uitkomsten van gesprekken met een aantal BRP-gebruikers
over de te verwachten kosten. Hieruit komt naar voren dat deze kosten per gebruiker
sterk uiteen zouden kunnen lopen. De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
wil dat nader laten onderzoeken in samenhang met andere wijzigingen in het BRP-stelsel.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal uw Kamer hierover
in 2020 in de eerder toegezegde brief over de stand van zaken van de ontwikkelagenda
BRP4, waarin diverse wijzigingen worden geprioriteerd en ingepland, nader informeren.
Geslachtsvermelding op identiteitskaarten en paspoorten
Naar aanleiding van de motie van de leden Den Boer en Bergkamp5 heeft de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de juridische,
financiële en technische kansen en belemmeringen voor het weglaten van de geslachtsvermelding
op paspoorten en identiteitskaarten laten onderzoeken.
Identiteitskaarten
Uit het onderzoek blijkt dat de praktische gevolgen van het weglaten van het geslacht
voor organisaties die de identiteitskaart gebruiken voor identiteits-verificatie beperkt
blijven. Bij de politie en de Koninklijke Marechaussee zullen medewerkers bijvoorbeeld
moeten worden geïnstrueerd dat de nieuwste identiteitskaart geen geslacht meer bevat.
Ook moet Nederland andere lidstaten informeren over de aanpassingen als het geslacht
niet langer op de Nederlandse identiteitskaart wordt opgenomen. De kosten voor het
weglaten van de geslachtsvermelding op de identiteitskaart volgen grotendeels uit
de benodigde aanpassingen in het aanvraag- en productieproces. Allereerst moet het
ontwerp van het document zelf en het productieproces aangepast worden. Daarnaast moet
het aanvraagproces zo aangepast worden dat niet langer het geslacht bij een aanvraag
meegestuurd wordt naar de producent. Nederland zou overigens niet de eerste lidstaat
zijn met een identiteitskaart zonder geslachtsvermelding; op de Duitse identiteitskaart
is geen geslacht opgenomen.
Gezien de praktische en kostentechnische implicaties zoals hierboven geschetst is
de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voornemens het traject
van het weglaten van het geslacht samen met de eerstvolgende wijziging van het productieproces,
die is voorzien in 2024/2025, ter hand te nemen. Deze wens kan zo op een efficiënte
wijze worden gerealiseerd. Dit geeft ook ruimte om de benodigde wijziging van de Paspoortwet
te realiseren.
Paspoorten
Ten aanzien van het paspoort volgt uit EU Verordening 2252/2004 dat geslachtsvermelding
op het paspoort verplicht is. In deze verordening is de internationaal overeengekomen
ICAO-richtlijn opgenomen, die het geslacht als verplicht gegeven bevat. Het Nederlandse
paspoort moet aan deze eis voldoen om de functie van het paspoort als reisdocument
voor internationale reizen te borgen.
Naar aanleiding van de Kamervragen «»Geen M of V, maar X: voor het eerst paspoort
veranderd in genderneutraal» van 22 januari 2019 is de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties gevraagd hoe deze aankijkt tegen Malta en Nieuw-Zeeland
waar een paspoort met een X verkregen kan worden. Inmiddels is er contact geweest
met deze landen en uitgezocht hoe deze procedures werken. Zowel in Nieuw-Zeeland als
in Malta is het mogelijk om bij een paspoortaanvraag aan te geven een X als geslachtsregistratie
te willen.
In beide landen dient, los van de aanvraag, een verklaring van de persoon zelf overlegd
te worden waarin staat dat het geslacht van de persoon genderneutraal is. Deze wijziging
werkt niet door in de geboorteakte.
Deze methode (geen wijziging in geboorteakte, wel in paspoort) heeft als nadeel dat
er verschillende geslachten in verschillende systemen worden opgenomen. Om de betrouwbaarheid
van de gegevens op het document te borgen en verwarring te voorkomen, wil de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vasthouden aan het uitgangspunt dat de geboorteakte leidend is voor registratie in de BRP en op het paspoort
en identiteitskaart.
Genderneutrale registratie geboorteakte
Het vraagstuk van de registratie als genderneutraal en het in dat verband wijzigen
van de geboorteakte is nader onderzocht door de Minister voor Rechtsbescherming. Bezien
is de mogelijkheid van een wetswijziging tot introductie van een derde wijze van vermelding
van het geslacht, naast «man» en «vrouw».
De jurisprudentie op dit vlak is nog sterk in ontwikkeling. Recent is uitspraak gedaan
door Rechtbank Limburg (beslissing van 28 mei 2018) en door Rechtbank Noord-Nederland
(beslissing van 24 juli 2019). In de eerste uitspraak is beslist dat de geslachtsaanduiding
van de betrokkene gewijzigd diende te worden van «vrouw» in «geslacht is niet kunnen
worden vastgesteld». In de uitspraak zijn ook medische aspecten betrokken. In de zaak
die diende voor de Rechtbank Noord-Nederland heeft de rechtbank beslist dat de geboorteakte
van de betrokkene vervangen diende te worden door een nieuwe geboorteakte met de vermelding
«geslacht is niet kunnen worden vastgesteld» en heeft zij daarbij overwogen dat de
genderbeleving van de betrokkene daarvoor voldoende grondslag bood.
Dat laatste is recent bevestigd in een uitspraak van 10 februari 2020 door de Rechtbank
Midden-Nederland.
Gelet op het feit dat de jurisprudentie nog geen eenvormig beeld laat zien, meent
de Minister voor Rechtsbescherming dat het wenselijk is de nadere ontwikkelingen af
te wachten, alvorens tot eventuele wetswijziging over te gaan. Van eventuele ontwikkelingen
zal verslag worden gedaan in het kader van de voortgangsrapportage wetgevingsprogramma
modernisering familierecht.
Vanwege de toezegging aan de Eerste Kamer om hen op de hoogte te houden van de ontwikkelingen
rondom het tegengaan van onnodige geslachtsregistratie, zal ik eveneens een brief
(met gelijkluidende inhoud) naar de Eerste Kamer versturen.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap