Brief regering : Reactie op de Initiatiefnota van de leden Snels, Sneller, Bruins en Slootweg: “van oliedom naar gezond verstand: verduurzaming van de financiële sector” (Kamerstuk 35446)
35 446 Initiatiefnota van de leden Snels, Sneller, Bruins en Slootweg: «van oliedom naar gezond verstand: verduurzaming van de financiële sector»
Nr. 3
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2020
De leden Snels (GroenLinks), Sneller (D66), Bruins (ChristenUnie) en Slootweg (CDA)
                  hebben op 23 april jl. de initiatiefnota «Van oliedom naar gezond verstand: verduurzaming
                  van de financiële sector» ingediend (Kamerstuk 35 446, nrs. 1 en 2) De commissie voor Financiën heeft het kabinet op 6 mei jl. verzocht om een reactie
                  op deze initiatiefnota. Deze treft u hierbij aan.
               
Het kabinet deelt de noodzaak tot verduurzaming van de financiële sector die de initiatiefnemers
                  beschrijven en verwelkomt dan ook de initiatiefnota. Het kabinet is de initiatiefnemers
                  erkentelijk voor hun heldere analyse en de concrete voorstellen die zij in de nota
                  doen. Op verschillende manieren geeft het kabinet concreet opvolging aan de voorstellen.
                  Zo zullen klimaatrisicorapportages worden meegenomen in de inzet voor de klimaattop
                  COP26 en de Rijksbrede klimaatdiplomatie. Daarnaast gaat het kabinet zich inzetten
                  om klimaatrisico’s beter mee te kunnen wegen in het kapitaaleisenraamwerk voor banken.
                  Ook zal het kabinet zich binnen de EU inzetten voor een algemene taxonomie voor duurzaamheid.
                  Tenslotte is het kabinet voornemens om een toekomstige uitgifte van een groene staatsobligatie
                  te baseren op de EU Groene Obligatiestandaard.
               
Context
De initiatiefnemers beschrijven helder hoe middelen van banken, pensioenfondsen en
                  verzekeraars een onmisbare katalyserende rol spelen in het financieren van een duurzamere
                  economie. Anderzijds gaan vraagstukken zoals klimaatverandering en verlies van biodiversiteit
                  ook gepaard met financiële risico’s. Financiële instellingen lopen het risico te moeten
                  afwaarderen op activa als gevolg van de transitie naar een duurzame economie. Dit
                  gebeurt bijvoorbeeld als niet duurzame bedrijven bij strikter duurzaamheidsbeleid
                  aan waarde verliezen. Tot slot worden financiële instellingen ook blootgesteld aan
                  fysieke risico’s van klimaatverandering, bijvoorbeeld bij het vergoeden van verzekerde
                  schade als gevolg van storm en droogte.
               
Het kabinet herkent deze analyse van de initiatiefnemers. De urgentie hiervan is door
                  de COVID-19 crisis alleen maar toegenomen. Zoals het kabinet ook eerder heeft benadrukt,
                  blijft het ook in deze tijd vasthouden aan zijn duurzaamheidsambities.1 Daarbij biedt de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie een groene
                  basis onder toekomstig economisch herstel in lijn met de Sustainable Development Goals. Economische
                  groei en duurzaamheidsvraagstukken zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De financiële
                  sector speelt daarmee een belangrijke faciliterende rol in de verduurzaming van de
                  economie.
               
Verkenning markt groene financiering
Om de financiële sector verder te verduurzamen en klimaatrisico’s op de agenda te
                  zetten, heeft het kabinet in augustus 2019 in de Verkenning markt voor groene financiering
                  zijn strategie uiteengezet.2 Daarbij werden drie pijlers onderscheiden. Ten eerste is het belangrijk dat financiële
                  instellingen klimaateffecten meewegen in hun beleid. De energietransitie die met het
                  klimaatbeleid wordt beoogd, biedt financiële instellingen kansen, maar gaat ook gepaard
                  met klimaatgerelateerde risico’s. Het is van belang dat financiële instellingen daarop
                  in control zijn. Ten tweede zet het kabinet in op het bevorderen van transparantie en standaardisatie
                  ten aanzien van klimaatimpact. Om klimaateffecten mee te kunnen wegen, is de beschikbaarheid
                  van informatie noodzakelijk. Ten derde is het van belang dat alle betrokken partijen
                  ervaring opbouwen met groene financiering. Hiervoor zoekt het kabinet nationaal en
                  internationaal de samenwerking op.
               
Stand van zaken
Er zijn deze kabinetsperiode reeds belangrijke stappen gezet op het gebied van de
                  verduurzaming van de financiële sector. Een aantal daarvan hebben in Europees verband
                  plaatsgevonden. Met de totstandkoming van het taxonomie-raamwerk wordt in de EU een
                  gemeenschappelijke taal voor duurzame economische activiteiten ontwikkeld3. Hierover zullen zowel financiële instellingen als grote beursgenoteerde ondernemingen
                  gaan rapporteren. Daarnaast zullen financiële instellingen op grond van de verordening
                  informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiële sector op gestandaardiseerde
                  wijze informatie gaan ontsluiten over hun aanpak van duurzaamheidsrisico’s en de negatieve
                  impact van hun beleggingen op duurzaamheid.4 Beide verordeningen stellen klanten en consumenten in staat om groene keuzes te maken
                  en potentiële duurzaamheidsrisico’s beter in te schatten.
               
In nationaal verband wordt momenteel het klimaatcommitment van de financiële sector
                  uitgewerkt. Het kabinet is verheugd dat de financiële sector te kennen heeft gegeven
                  dat, ondanks COVID-19, haar commitment aan het Klimaatakkoord onverminderd van kracht
                  blijft.5 Dat betekent dat financiële instellingen over het boekjaar 2020 zullen rapporteren
                  over de klimaatimpact van hun financieringen en beleggingen. Uiterlijk 2022 maken
                  de instellingen actieplannen bekend voor hun bijdrage aan de vermindering van de uitstoot
                  van CO2. Een andere ontwikkeling in nationaal verband is dat het kabinet vorig jaar de eerste
                  Nederlandse groene staatsobligatie heeft uitgegeven. Met de uitgifte van de groene
                  obligatie beoogt het kabinet de groene kapitaalmarkt te versterken.
               
Kabinetsreactie initiatiefnota
De initiatiefnemers onderscheiden in hun nota drie doelen. Ten eerste pleiten de initiatiefnemers
                  voor inzichtelijkheid en transparantie van duurzaamheidsimpact en -risico’s. Ten tweede
                  vinden de initiatiefnemers dat er, naast het aanjagen van groen, ook gestuurd zou
                  moeten worden op de reductie van vervuilende activa. Ten derde stellen de initiatiefnemers
                  voorop dat er sprake moet zijn van een eerlijke verliesdeling van zich materialiserende
                  biodiversiteits- en klimaatrisico’s.
               
In het kader van deze doelstellingen doen de initiatiefnemers binnen negen sporen
                  een groot aantal voorstellen. Veel voorstellen passen goeddeels binnen de hierboven
                  beschreven strategie van het kabinet. In tabel 1 vindt u een korte appreciatie van
                  de voorstellen6. In de bijlage bij deze brief gaat het kabinet uitgebreider in op de voorstellen
                  en op het gevolg dat het hieraan geeft7. Dit gebeurt aan de hand van de negen sporen die de initiatiefnemers onderscheiden.
               
Het kabinet schreef in de eerdergenoemde Verkenning dat verduurzaming van de financiële
                  sector vraagt om een continue dialoog tussen beleidsmakers, toezichthouders, maatschappelijke
                  organisaties, financiële instellingen en de samenleving. Deze initiatiefnota draagt
                  hieraan bij en daarvoor is het kabinet de initiatiefnemers erkentelijk.
               
De Minister van Financiën,
                  W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën