Brief regering : Update renovatie van het Vredespaleis
35 300 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2020
Nr. 71 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2020
Gaarne informeer ik u over de stand van zaken met betrekking tot de voorgenomen renovatie
van het Vredespaleis.
Bij besluit van de voorjaarsnota 2019 stelde het Kabinet 150 miljoen euro beschikbaar
voor de grootschalige renovatie (inclusief asbestsanering) van het Vredespaleis, te
weten 50 miljoen uit de algemene middelen en 100 miljoen uit de leenfaciliteit bij
het Ministerie van Financiën (die zal worden afbetaald lastens de begroting van het
Ministerie van Buitenlandse Zaken). Dit besluit vloeide voort uit de verantwoordelijkheid
die Nederland als gastland heeft voor de huisvesting van het Internationaal Gerechtshof
(IGH) en het Permanente Hof van Arbitrage (PHA). De Nederlandse regering en in het
bijzonder de Minister van Buitenlandse Zaken is op basis van zetelverdragen verantwoordelijk
voor adequate huisvesting van IGH en PHA.
De Carnegie Stichting, opgericht in 1904, is eigenaar en beheerder van het Vredespaleis,
het bijbehorende terrein en de andere opstallen. De Carnegie Stichting beschikt niet
over de middelen die nodig zijn voor de renovatie. Het Kabinet heeft als voorwaarde
voor de genoemde financiering gesteld dat de Carnegie Stichting het eigendom van het
Vredespaleis overdraagt aan de staat. Niet alleen omdat eigendom voorwaarde is voor
toegang tot de leenfaciliteit, maar ook omdat het belangrijk is dat de staat zeggenschap
heeft over de wijze waarop de financiële middelen ten behoeve van de renovatie worden
ingezet, alsmede over adequaat beheer en onderhoud na renovatie.
Het bestuur van de Stichting gaat hier (vooralsnog) niet mee akkoord en stelt de statuten
en het statutaire doel van de stichting zich verzetten tegen eigendomsoverdracht.
Op mijn verzoek heeft de Landsadvocaat zich gebogen over deze kwestie. De conclusie
luidt dat tegen overdracht van het eigendom van het Vredespaleis geen juridische bezwaren
bestaan.
Mijn medewerkers en ikzelf hebben het afgelopen anderhalf jaar veelvuldig overlegd
met het bestuur van de Stichting. Tevergeefs verzocht ik daarbij met een voorstel
te komen langs de lijnen van het kabinetsbesluit.
Het Vredespaleis kampt met de gevolgen van langjarig achterstallig onderhoud, die
een grootschalige renovatie noodzakelijk maakt. Daarnaast heeft het Rijksvastgoedbedrijf
(RVB) vastgesteld dat de veiligheid van de gebruikers van het Vredespaleis niet langer
kan worden gewaarborgd m.b.t. brand, asbest en beveiliging. In opdracht van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken wordt nu door het RVB een pakket noodmaatregelen uitgevoerd
om de meeste urgente problemen aan te pakken.
Ondanks de noodmaatregelen voor de korte termijn is het vanwege de genoemde risico’s
niet verantwoord de gerechtshoven nog voor langere tijd in het Vredespaleis te laten
werken. Daarom heb ik in goed overleg met beide hoven besloten tot hun uithuizing
per zomer 2022 teneinde een veilige en gezonde werkomgeving van alle medewerkers te
kunnen garanderen.
Het is de bedoeling de renovatie na de uithuizing zo spoedig mogelijk ter hand te
nemen. Beide hoven hebben aangegeven graag zo snel mogelijk na renovatie terug te
keren naar het Vredespaleis. Ik ondersteun die wens en hoop dan ook tot spoedige overeenstemming
te komen met de Carnegie Stichting zodat onnodige vertraging wordt voorkomen.
Het gaat mij er primair om de internationale gerechtshoven adequaat en veilig te huisvesten,
bij voorkeur in het Vredespaleis. Dat vergt professioneel duurzaam beheer en onderhoud
door het RVB, in overleg met en tot tevredenheid van alle betrokkenen: IGH, PHA, gemeente
Den Haag, het Rijk en de Carnegie Stichting.
De Carnegie Stichting heeft mij recent geïnformeerd in ernstige financiële problemen
te verkeren, mede ten gevolge van het wegvallen van inkomsten door de COVID pandemie.
In mijn gesprek met de voorzitter van de Stichting heb ik aangeven serieus te willen
kijken naar een tijdelijke verhoging van het jaarlijkse subsidiebedrag teneinde de
Stichting in staat te stellen haar acute financiële problemen het hoofd te bieden.
Daar staat tegenover dat goede en constructieve afspraken worden gemaakt om recht
te doen aan de kabinetsvoorwaarden voor de financiering van de renovatie.
Ik wil benadrukken dat ik ook in de toekomst een belangrijke rol zie voor de Carnegie
Stichting. Ook bij eigendomsoverdracht van het Vredespaleis aan het Rijk resteert
een aantal belangrijke taken: het beheer van de internationale juridische bibliotheek
(conform de wens van Andrew Carnegie), het gastheerschap in het Vredespaleis ten behoeve
van beide hoven, een publieksfunctie en het uitdragen van het gedachtengoed van Andrew
Carnegie op het gebied van vrede en recht.
Ik spreek nogmaals de wens uit spoedig tot een overeenkomst met de Carnegie Stichting
te komen en houd Uw Kamer hiervan op de hoogte.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Indieners
-
Indiener
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.