Brief regering : Herbeoordeling Syrische asielzaken op 1F-indicaties
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 2640 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 juni 2020
Inleiding
In het voorjaar van 2018 is de IND gestart met de herbeoordeling van een groot aantal
ingewilligde Syrische asielzaken, met als doel deze zaken opnieuw te beoordelen op
indicaties van mogelijk gepleegde oorlogsmisdrijven en gelijksoortige uitsluitingsgronden
(het 1F-beleid). Dit project is inmiddels zo goed als afgerond. Met deze brief informeer
ik uw Kamer over de uitkomsten.
Aanleiding voor de herbeoordeling
Tijdens de begrotingsbehandeling in 2017 heeft de toenmalig Staatssecretaris van Justitie
en Veiligheid uw Kamer toegezegd de IND opdracht te geven om een deel van de ingewilligde
Syrische asielzaken opnieuw te beoordelen op potentieel gemiste 1F-indicaties. Aanleiding
waren de zorgen bij kabinet, Tweede Kamer en de IND, dat 1F-indicaties mogelijk gemist
zouden zijn tijdens de periode waarin Nederland en Europa werden geconfronteerd met
een hoge instroom van Syrische asielzoekers (Handelingen II 2017/18, nr. 29, item 8). Asielaanvragen van deze groep kennen gezien het conflict aldaar een hoog inwilligingspercentage.
De zorgen dat 1F-indicaties mogelijk gemist zouden zijn, kwamen onder meer voort uit
het feit dat de IND voor 2015 nog niet de praktijk had om personen die asiel aanvragen
voorafgaand aan de asielprocedure te screenen op 1F-indicaties via internetbronnen,
waaronder social media. De beoordeling op 1F-indicaties werd tot dan toe gedaan op
basis van de gehoren en de overige informatie in het departementale dossier. Daarnaast
was in 2017 meer informatie bekend geworden over de aard van het Syrische conflict,
de wijze waarop strijdende partijen handelen, de omvang van de potentiële doelgroep
van Syrische asielzoekers met 1F-indicaties, het gebruik van social media door deze
groep en de specifieke aard van 1F-indicaties bij Syriërs.
Aldus bestonden redenen en mogelijkheden om zaken van ingewilligde Syrische asielzoekers
opnieuw tegen het licht te houden. Het uitgangspunt van het 1F-beleid is immers dat
Nederland straffeloosheid van plegers van internationale misdrijven wil tegengaan
en geen vluchthaven wil zijn voor personen die zich schuldig hebben gemaakt aan ernstige
internationale misdrijven. Voor het 1F-beleid is in het regeerakkoord dan ook extra
financiering beschikbaar gesteld. Met de herbeoordeling van een deel van de Syrische
asielzaken heeft de IND invulling gegeven aan deze afspraak uit het regeerakkoord.
Projectopzet
De herbeoordeling is uitgevoerd door de unit 1F van de IND. Deze unit bestaat uit
medewerkers die gespecialiseerd zijn in het onderzoek naar en de toepassing van artikel
1F van het Vluchtelingenverdrag. De tegenwerping van artikel 1F wordt gebaseerd op
verklaringen van de vreemdeling – waaronder uitingen die de vreemdeling op internet
en sociale media heeft gedaan – en informatie uit openbare bronnen, al dan niet in
samenhang met informatie uit een algemeen of individueel ambtsbericht van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken.
De unit 1F heeft door middel van twee pilotonderzoeken de doelgroep van de herbeoordeling
vastgesteld. Uit die pilotonderzoeken bleek onder meer dat 1F-indicaties vooral voorkomen
binnen een specifieke leeftijdscategorie. Ook bleek dat bij asielzaken van Syrische
vrouwen geen 1F-indicaties werden gevonden. Op basis van de pilotonderzoeken is gekomen
tot de volgende doelgroep: mannen met de Syrische nationaliteit, die een asielaanvraag
hebben gedaan in de periode januari 2011 tot januari 2016 en die op het moment van
de asielaanvraag tussen de 17 en 35 jaar oud waren. Met deze afbakening betrof de
herbeoordeling in totaal 12.570 ingewilligde asielzaken.
Project herbeoordeling Syrische dossiers
De unit 1F van de IND is op 1 april 2018 gestart met de herbeoordeling van de 12.570
zaken. Hiervoor is een projectteam opgezet met medewerkers van binnen en buiten de
IND. De projectmedewerkers bekeken bij iedere zaak of er indicaties waren die reden
vormden voor een aanvullend onderzoek. Die indicaties werden gezocht aan de hand van
het zaaksdossier, waaronder stukken en gehoorverslagen behorende bij de asielprocedure.
Daarnaast vond internetonderzoek plaats, zowel in openbare bronnen als op social media.
Resultaten van de herbeoordeling en opvolging van de signalen
De herbeoordeling op 1F-signalen in de 12.570 zaken is in het najaar van 2019 afgerond.
In 63 zaken zijn één of meerdere 1F-signalen geconstateerd en door de unit 1F in onderzoek
genomen. Die onderzoeken verlopen volgens de gebruikelijke werkwijze, waarbij de vreemdeling
in beginsel wordt gehoord en de normale 1F-besluitvorming volgt.
Op moment van schrijven zijn 55 van de 63 onderzoeken afgesloten, omdat het onderzoek
onvoldoende aanleiding gaf voor een 1F-tegenwerping. In één zaak is aan de vreemdeling
een voornemen tot een 1F-tegenwerping uitgebracht en in zeven zaken is het onderzoek
nog gaande. Het betreft in deze acht zaken asielaanvragen die gedaan zijn tussen 2014
en 2015. Ter vergelijking kan worden vermeld dat de IND in diezelfde periode (januari
2011-januari 2016) in zeven zaken (mannen tussen de 17 en de 35 jaar van Syrische
nationaliteit) artikel 1F heeft tegengeworpen. Dit betroffen allemaal aanvragen uit
2013 en 2014.
Van de 63 onderzoeken die zijn opgestart naar aanleiding van 1F-signalen uit het herbeoordelingsproject,
is bekeken aan de hand van welke informatie de zaak alsnog of opnieuw in onderzoek
is genomen. Hieruit blijkt dat het overgrote deel van de signalen is gebaseerd op
nog niet eerder bekende informatie afkomstig van social media.
Bron informatie
Aantal signalen
Status onderzoek
Bij asielaanvraag niet bij de IND bekende informatie. Informatie tijdens project verkregen
via internetonderzoek
51
1 voornemen uitgebracht
5 lopende onderzoeken
45 zaken afgesloten
Informatie na inwilliging asielaanvraag verkregen door meldingen van derden
6
2 lopende onderzoeken
4 zaken afgesloten
Informatie bij asielaanvraag bekend, maar destijds niet onderkend als 1F-indicatie
5
Afgesloten
Informatie bij asielaanvraag deels bekend, maar indicatie destijds onvoldoende voor
onderzoek
1
Afgesloten
Daarnaast lopen er momenteel nog twee 1F-onderzoeken naar Syrische ingewilligde asielzaken
die niet gerelateerd zijn aan het project, maar wel binnen de criteria van de herbeoordeling
vallen. Deze zaken zijn echter in onderzoek genomen naar aanleiding van arrestaties
(en inmiddels strafrechtelijke veroordelingen) op grond van 1F-gedragingen. In deze
zaken waren de 1F-signalen bij de asielaanvraag niet eerder bij de IND bekend. In
één van deze zaken is de beschikking onlangs uitgereikt, waarin 1F is tegengeworpen
en de asielvergunning is ingetrokken. In deze twee zaken gaat het om asielaanvragen
gedaan in 2015.
Naast 1F-indicaties werden er ook andersoortige signalen in de herbeoordeelde zaken
geconstateerd. In 223 zaken zijn intrekkings- en/of fraudesignalen opgemerkt, die
nog niet eerder bij de IND bekend waren. In ongeveer driekwart van die zaken was de
aanleiding het vervallen van de verleningsgrond en/of verplaatsing van het hoofdverblijf,
in bijna een kwart van de zaken ging het om het verstrekken van onjuiste (nationaliteits)gegevens
en in een enkel geval betrof het openbare orde-signalen. Inmiddels zijn 46 van de
223 zaken afgehandeld. Dit heeft 29 keer tot een intrekking van de vergunning geleid.
Verder zijn in de herbeoordeelde zaken in 7 gevallen signalen van mensenhandel geconstateerd.
In die zaken bleek na nader onderzoek het signaal echter zo zwak, dat daar geen opvolging
aan is gegeven.
Daarnaast zijn er in de herbeoordeelde zaken signalen m.b.t. nationale veiligheid
geconstateerd. Omwille van de nationale veiligheid, kan over het aantal en de opvolging
hiervan geen verdere informatie worden gedeeld.
Conclusie
Het doel van deze herbeoordeling was te bezien of mogelijk 1F-signalen zijn gemist
bij een deel van de Syrische asielzoekers waarvan de asielaanvraag is ingewilligd
ten tijde van de hoge asielinstroom. Van de 12.570 onderzochte zaken bleek dat in
een klein deel nader onderzoek nodig was. Om uw Kamer een beeld te geven; jaarlijks
worden door de 1F-unit – op basis van de gehele asielinstroom – gemiddeld ongeveer
100 onderzoeken gestart, waarbij in zo’n 20 zaken een 1F-tegenwerping volgt.
Voor de onderzochte doelgroep kan worden geconcludeerd dat grondig internetonderzoek,
met name op social media, van groot belang is voor het vaststellen van 1F-indicaties.
Daarnaast wordt geconcludeerd dat alertheid op 1F-signalen van belang is in elke fase
van de asielaanvraag, met name bij de gehoren en in het dossieronderzoek. Die alertheid
geldt ook na de asielaanvraag, waarbij het essentieel is dat de IND in nauw contact
staat met politie en het OM over internationale en terroristische misdrijven. In dit
kader verwijs ik naar de rapportagebrief Internationale Misdrijven 2019, die uw Kamer
recentelijk heeft ontvangen. De resultaten van deze herbeoordeling tonen het nut en
de noodzaak aan van de screening van asielzoekers op social media voorafgaand aan
de asielprocedure. Dit wordt sinds 2016 door IND als standaardmethode bij alle asielaanvragen
gebruikt. De herbeoordeling is daarmee een nuttig onderdeel gebleken in het 1F-beleid,
waarbij voorop staat dat Nederland geen vluchthaven wil zijn voor oorlogsmisdadigers
en straffeloosheid van deze groep tegengaat.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol
Indieners
-
Indiener
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid