Brief regering : Cijfers geweldsaanwending politie 2019
29 628 Politie
Nr. 965 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2020
Conform mijn toezegging in het notaoverleg van 8 juni jl. doe ik u hierbij de cijfers
van het aantal geweldsaanwendingen door politie in 2019 toekomen. In het verlengde
van onderstaande cijfers over 2019 wijs ik u ook op de vandaag verschenen analyse
van Politie en Wetenschap over de cijfers van 2016.1
De politie is in 2019 overgegaan op een nieuwe meer uitgebreide manier van registreren.
Dit doet zij vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Ambtinstructie eerste tranche2 op 1 juli aanstaande. De gewijzigde registratie zorgt voor een zichtbare trendbreuk,
waardoor een vergelijking van de cijfers van geweldgebruik door de politie over 2019
met die van voorgaande jaren niet goed mogelijk is.
Gewijzigd registratiesysteem
Door de gewijzigde manier van registreren worden landelijk meer gegevens op uniforme
wijze geregistreerd. In het oude bestel deed iedere eenheid dit zelf en in verschillende
systemen. Door deze uiteenlopende manieren van registeren en archiveren binnen de
politieorganisatie was het in het verleden ook al moeilijk om de cijfers van verschillende
jaren op een goede manier met elkaar te vergelijken. In het eerdergenoemde rapport
van Politie en Wetenschap – dat de cijfers over 2016 vergelijkt met die van eerdere
jaren en concludeert dat er een verklaarbare verschuiving van toepassing van fysiek
geweld naar geweldmiddelen plaatsvond – komt ook naar voren dat de cijfers lastig
te vergelijken zijn.3
Voorheen werd doorgaans incidentgericht geregistreerd. Het kan echter zijn dat bij
één en hetzelfde incident door verschillende politieambtenaren geweld wordt gebruikt.
Ook kan het zijn dat bij een incident meerdere geweldmiddelen worden toegepast. In
het verleden werd alleen het zwaarst toegepaste geweld opgenomen in de registratie.
Nu wordt per geweldsaanwending geregistreerd.
Ten slotte wordt nu ook meer consequent geweldgebruik geregistreerd dat niet tegen
personen is gericht, maar betrekking heeft op goederen, zoals bijvoorbeeld het forceren
van een deur.
De cijfers
In totaal hebben politieagenten in 2019 in 14.507 incidenten geweld moeten gebruiken.
Daarbij zijn 23.939 meldingen gedaan van enigerlei vorm van dreiging dan wel daadwerkelijk
gebruik van één van de ter beschikking staande geweldmiddelen. Zoals gezegd kan het
zo zijn dat een politieambtenaar bij één incident meerdere geweldmiddelen moest inzetten.
Op de 23.939 geweldsaanwendingen zijn daarom in totaal 27.574 geweldmiddelen geregistreerd.
Per organisatorische eenheid
Eenheid Amsterdam
3.203
Eenheid Den Haag
3.352
Eenheid Limburg
1.281
Eenheid Midden-Nederland
2.414
Eenheid Noord-Holland
1.664
Eenheid Noord-Nederland
1.467
Eenheid Oost-Brabant
2.512
Eenheid Oost-Nederland
3.121
Eenheid Rotterdam
3.032
Eenheid Zeeland-West-Brabant
1.596
Landelijke Eenheid
297
Eindtotaal
23.939
Per soort
Fysiek geweld (zonder geweldsmiddelen)
16.328
59%
Anders (nadere toelichting onder tabel)
2.912
11%
Vuurwapen
2.225
8%
Uitschuifbare wapenstok
1.728
6%
Pepperspray
1.400
5%
Handboeien (als geweldsmiddel gebruikt)
1.173
4%
Korte wapenstok
739
3%
Diensthond
357
1%
Lange wapenstok
345
1%
Dienstvoertuig
191
1%
Stroomstootwapen
124
0%
Inzet beredenen
29
0%
Onbekend
12
0%
Elektrische wapenstok
7
0%
CS-traangas
4
0%
Eindtotaal
27.574
100%
De categorie «anders» is een vrij tekstveld in de registratie dat wordt gebruikt wanneer
middelen die niet tot de standaarduitrusting behoren worden gebruikt. Denk bijvoorbeeld
aan een stormram als een woning geforceerd moet worden. Ook het dreigen met geweld
wordt onder deze categorie geregistreerd. Tevens valt hier nu ook nog de registratie
van het uit voorzorg ter hand nemen van een vuurwapen onder. Het richten en gericht
houden en het daadwerkelijk gebruik van een vuurwapen staat onder de categorie vuurwapen.
Leren en transparante verantwoording
De vernieuwde manier van registreren geldt nu sinds januari 2019 en lijkt goed te
werken. Daardoor is er nu beter zicht op het totaal aantal geweldsaanwendingen en
hoe zich dat verdeelt over de geweldmiddelen. Dit draagt eraan bij dat meer dan vroeger
lering getrokken kan worden uit alle incidenten waarbij geweld gebruikt is. En een
heldere en complete verantwoording is daarnaast van groot belang voor het vertrouwen
in de politie.
Ik heb de politie gevraagd om vanaf volgend jaar ook te rapporteren over het aantal
burgers dat jaarlijks overlijdt. Het gaat daarbij om die zaken die conform de aanwijzing
«Taken en inzet Rijksrecherche» door de Rijksrecherche worden onderzocht. Daarmee
is voldaan aan de wens van uw Kamer. Tevens zal de politie rapporteren over de interne
afdoening van de geweldsaanwendingen.
De politie zal al deze cijfers jaarlijks publiceren door ze op te nemen in het jaarverslag
politie. Uw Kamer ontvangt dit jaarverslag altijd tegelijk met het jaarverslag van
mijn ministerie. Ten aanzien van de cijfers in deze brief en in het bijzonder binnen
de subcategorieën geldt dat deze worden gegenereerd met het oog op de operationele
werkprocessen; niet met het oog op gedetailleerde verantwoordingsrapportages aan de
TK. Met ingang van 2021 zal de politie de registratie daarbij zodanig aanpassen dat
in het jaarverslag het gebruik van het vuurwapen wordt opgesplitst in het ter hand
nemen van het vuurwapen, het richten en gericht houden en het daadwerkelijk gebruik
van het vuurwapen. Dit is in overeenstemming met de aangenomen gewijzigde motie van
de leden Groothuizen en Den Boer.4
Het openbaar ministerie zal ik vragen om te rapporteren over het aantal agenten dat
is vervolgd vanwege geweldstoepassing. Dit is in lijn met de motie van de leden Buitenweg
en Azarkan.5
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid