Brief regering : Toezicht WSW 2019, strategisch programma WSW en governance corporatiesector
29 453 Woningcorporaties
Nr. 518 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2020
Met deze brief informeer ik uw Kamer over het toezicht op het Waarborgfonds Sociale
Woningbouw (WSW) door de Autoriteit woningcorporaties (Aw) voor wat betreft het jaar
2019 en de voortgang van het strategisch programma van WSW. Ook informeer ik uw Kamer
in de bijlage over enkele toezeggingen die verband houden met de governance van de
corporatiesector en over de uitvoering van de motie van het lid Koerhuis (VVD) en
Beckerman (SP) over het vervangen en aanpassen van gevaarlijke cv-ketels.1
Toezicht WSW 2019 en voortgang strategisch programma WSW
Vorig jaar heb ik u geïnformeerd over het rapport «Toezicht WSW 2018» van de Autoriteit
Woningcorporaties (Aw) over het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), de vervolgacties
van WSW naar aanleiding van dit rapport en de stand van zaken van de uitvoering van
het strategisch programma.2 In deze brief informeer ik u over het bijgevoegde rapport «Toezicht WSW 2019» van
de Aw3. Daarnaast ga ik in op de voortgang van het strategisch programma. Het WSW heeft
mij daarover een brief gestuurd die ik u als bijlage bij deze brief meestuur4. Hiermee geef ik tevens invulling aan mijn toezegging om uw Kamer in 2020 te informeren
over de stand van zaken rond de onzekerheid over de omvang van het achtervangrisico.5
Hoofdlijnen toezichtsrapport Aw
De Aw voert sinds 2016 het publiekrechtelijke toezicht uit op het WSW. Doel hiervan
is het financieel risico van de achtervang van het Rijk en de gemeenten te beheersen.
Het toezicht richt zich op de naleving van de beleidsregels en op een beheerste en
integere bedrijfsvoering. Vorig jaar concludeerde de Aw over het jaar 2018 dat het
onzeker is of het risicokapitaal van WSW toereikend is om met een aan zekerheid grenzende
waarschijnlijkheid verliezen van het waarborgfonds te kunnen dekken en geen beroep
te hoeven doen op de achtervang. Omdat WSW tijd heeft gekregen van het Rijk en de
VNG om de onzekerheid op te lossen met het strategisch programma, zag de toezichthouder
op dat moment geen aanleiding om maatregelen op te leggen aan WSW.
In het bijgevoegde rapport «Toezicht WSW 2019» beoordeelt de Aw de toereikendheid
van het risicokapitaal opnieuw als onzeker. De Aw stelt dat het door WSW berekende
inbare risicokapitaal groter is dan het berekende vereiste kapitaal. Hieruit kan volgens
de Aw echter nog niet geconcludeerd worden dat het risicokapitaal toereikend is. De
onzekerheid wordt voornamelijk veroorzaakt door de validatiebevindingen van Deloitte
over het huidige model waarmee WSW de toereikendheid van het risicokapitaal berekent.
Deze bevindingen zijn volgens de Aw door WSW met het strategisch programma voortvarend
opgepakt in 2019, maar de afronding en implementatie van de voorgenomen maatregelen
moeten nog plaatsvinden. Zolang dit niet heeft plaatsgevonden blijft de onzekerheid
volgens de Aw bestaan. Omdat het WSW voornemens is de maatregelen uit het strategisch
programma in 2020 te implementeren, ziet de Aw nu geen aanleiding om maatregelen aan
WSW op te leggen.
Naast de toetsing van de beleidsregel over de toereikendheid van het risicokapitaal
heeft de Aw ook de naleving van de andere twee beleidsregels en de bedrijfsvoering
getoetst. De tweede beleidsregel – over het kader voor borging van geldleningen –
wordt volgens de Aw voldoende nageleefd in 2019. De derde beleidsregel (die de informatieverstrekking
van WSW aan de Staat der Nederlanden, de Aw, de VNG en de gemeenten beschrijft) is
in 2019 voor het eerst van toepassing. Het proces omtrent de informatieverstrekking
is door de internal auditor in 2019 beoordeeld. Op basis van deze beoordeling heeft
WSW geconstateerd dat er geen beheersmaatregelen aanwezig zijn waarmee de volledigheid
en tijdigheid van de informatieverstrekking aan de «stakeholders» wordt gewaarborgd.
De internal auditor concludeert daarom dat het risico bestaat dat WSW niet voldoet
aan de vereisten van deze beleidsregel. De Aw concludeert daarop dat de processen
die de naleving van deze beleidsregel moeten waarborgen nog onvoldoende worden beheerst
door WSW in 2019. Daarom beoordeelt de Aw de naleving van de beleidsregel nog als
onzeker. Tot slot concludeert de Aw dat de bedrijfsvoering van WSW voldoende beheerst
en integer is, maar dat op onderdelen verbetering nodig zijn. Dit betreft bijvoorbeeld
de aanbeveling van de externe accountant om een meerjaren strategisch IT-plan op te
stellen.
Het WSW is met de bevindingen van de Aw aan de slag gegaan of gaat hier binnenkort
mee aan de slag, zie ook de reactie hieronder. De Aw zal de opvolging door WSW van
de bevindingen monitoren en de effecten daarvan beoordelen in het kader van het toezicht
op WSW in 2020.
Reactie WSW op toezichtsrapport Aw
WSW is eind 2018 een strategisch programma gestart om in de toekomst een voldoende
robuust borgstelsel te kunnen garanderen en het mogelijk te blijven maken dat corporaties
tegen zo laag mogelijke kosten financierbaar zijn. Onderdeel van dit strategisch programma
is de versterking van het kapitaalbeleid, zodanig dat er meer zekerheid komt dat het
risicokapitaal in de sector duurzaam blijft volstaan om ervoor te zorgen dat WSW nieuwe
leningen kan blijven borgen. In dit kader is ook gewerkt aan de mogelijkheid om eerder
obligo te kunnen innen om tijdig het risicovermogen aan te vullen, naar een dermate
niveau dat er geen twijfel ontstaat over de kredietwaardigheid en rating van WSW.
Indien nodig, voor het behoud van de kredietwaardigheid en rating van WSW, kan WSW
dit al implementeren voor afronding van het strategisch programma.
Gedurende 2019 stemde WSW intensief af met het Ministerie van BZK, VNG, Aedes, Deelnemersraad
en Aw om te komen tot uitwerking van het strategisch programma. Begin 2020 is afgesproken
dat op een aantal punten nader onderzoek plaatsvindt. Daarnaast is de documentatie
waarin de veranderingen van het strategisch programma zijn verwerkt in de periode
van 24 februari tot 1 april geconsulteerd bij de deelnemers van WSW en andere belanghebbenden.
De insteek van WSW was om het strategisch programma voor de zomer van 2020 af te ronden.
Er is echter enige vertraging opgetreden, onder meer vanwege de situatie rondom COVID-19.
De reacties uit de consultatie zijn inmiddels grotendeels verwerkt in de conceptdocumentatie
en WSW verwacht het overleg en besluitvorming met zijn belangenhouders de komende
maanden te kunnen afronden. Implementatie is voorzien in de tweede helft van het jaar.
WSW verwijst ten aanzien van de bevindingen uit het toezichtrapport naar de voortgang
en planning van het strategisch programma (zie hiervoor) en naar zijn reactie in de
bijlage van het toezichtrapport. In deze reactie geeft WSW onder meer aan dat het
de aanbevelingen van de interne auditor over het proces omtrent informatieverstrekking
op zal volgen waarmee aantoonbaar kan worden gemaakt dat de beleidsregel over informatieverstrekking
wordt nageleefd. Ook onderkent WSW dat op onderdelen verbeteringen nodig zijn in de
bedrijfsvoering en wordt hier in 2020 verder aan gewerkt.
Reactie Rijk en VNG op toezichtsrapport Aw
Voor het Rijk en de gemeenten als achtervang is het van groot belang dat de Aw als
onafhankelijke toezichthouder toetst of het WSW aan de afspraken met de achtervang
voldoet om te voorkomen dat er onvoldoende zekerheid is voor de achtervang.
Hoewel de Aw dit jaar constateert dat het door WSW berekende inbare kapitaal groter
is dan het berekende vereiste kapitaal, acht de Aw de toereikendheid van het risicokapitaal
toch onzeker. Deze onzekerheid hangt vooral samen met de validatiebevindingen van
Deloitte. Het Rijk en VNG delen deze bevindingen. In een brief die ik eerder aan uw
Kamer stuurde6 gaf ik aan dat het rapport van Deloitte laat zien dat er verbeteringen noodzakelijk
zijn voor de zekerheden van het WSW, het obligobeleid en de manier waarop het risico
voor de achtervang nu berekend wordt. Het is van belang dat de risico’s voor de achtervang
goed in beeld zijn zodat daarop gestuurd kan worden.
Naar het oordeel van het Rijk en de VNG zet het WSW met het strategisch programma
de juiste stappen om de door de Aw geconstateerde onzekerheid weg te nemen en de risico’s
voor de achtervang te beperken. Het programma moet leiden tot een nieuwe methodiek
die beter inzicht biedt in de omvang van het achtervangrisico en het kapitaal waarover
WSW moet beschikken, een versterking van de beschikbare maatregelen om het risicokapitaal
zo nodig aan te vullen en een versterking van de zekerheden op het onderpand. Hierbij
adresseert het WSW de verschillende bevindingen van externe partijen zoals Deloitte.
Aangezien de verbeteringen van het strategisch programma nog geïmplementeerd moeten
worden, is het goed dat het WSW al geregeld heeft dat het indien nodig zelfstandig
eerder obligo kan ophalen bij zijn deelnemers.
Het Rijk en VNG hebben begrip voor de vertraging die het strategisch programma heeft
opgelopen. Hoewel het strategisch programma nog niet is afgerond, zien Rijk en VNG
dat er grote voortgang wordt geboekt door WSW. Tegelijkertijd is het van belang dat
onzekerheden niet te lang blijven voortbestaan. Het is daarom goed dat besluitvorming
en implementatie door WSW in de tweede helft van het jaar is voorzien. Uiteraard zullen
het Rijk en de VNG samen met andere betrokken partijen de voortgang nauwlettend blijven
monitoren en daarbij aansturen op verdere maatregelen om risico’s te verkleinen voor
de achtervang als dat noodzakelijk is. In de tweede helft van 2020 zal ik uw Kamer
informeren over de stand van zaken van het strategisch programma en de onzekerheid
rond het achtervangrisico.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Bijlage Toezeggingen en motie governance corporatiesector
Verzoek om toezending afschrift van brief aan de heer E.B. te D.
Op 12 december 2019 heeft uw Kamer verzocht om een reactie op een e-mail van 25 november
2019 van de heer E.B. te D.7 Het bericht had betrekking op de toewijzingsregels voor het verkrijgen van een huurwoning
van een woningcorporatie. In een telefoongesprek dat het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties op 20 december 2019 met betrokkene voerde, bleek de problematiek
die aan de orde was gesteld reeds opgelost, en kon de behandeling van de e-mail worden
afgerond. De commissie vroeg mij om een afschrift toe te sturen van de afrondende
brief aan de heer E.B. Ter voldoening aan dat verzoek stuur ik u hierbij een geanonimiseerd
afschrift van de schriftelijke reactie aan de heer E.B.
Toezegging om in overleg te gaan met woningcorporaties over de mogelijkheden van «Huurpaspoort»
In het algemeen overleg over Woonfraude van 27 juni 2019 deed ik u de toezegging in
overleg te gaan met de woningcorporaties over de mogelijkheden van een «Huurpaspoort»
en uw Kamer daarover te informeren.8 Op 25 mei 2020 vond een online voorlichtingssessie plaats voor en door woningcorporaties,
georganiseerd door Aedes, over de verschillende initiatieven voor het digitaliseren
van de inkomenstoets door woningcorporaties. Mijn ministerie heeft in die sessie de
deelnemende corporaties geïnformeerd over de verkenning die samen met Aedes en de
Belastingdienst wordt uitgevoerd voor de digitalisering van de inkomenstoetsing. In
de sessie is met de woningcorporaties gesproken over de verschillende mogelijkheden.
Ook het initiatief «Huurpaspoort» kwam hierbij aan bod. De verschillende initiatieven
voor de digitalisering van de inkomenstoets verkeren deels nog in een experimentele
fase, deels zijn zij in voorbereiding. De initiatieven zijn kansrijk, en bieden elk
verschillende voordelen. Het is aan woningcorporaties om een keuze te maken of zij
overstappen op een digitale inkomenstoets en, zo ja, of zij gebruikmaken van één van
de bestaande initiatieven, zoals «Huurpaspoort».
Bezwaarzaak Mijande en bezoldiging van de interim bestuurder
Ik heb uw Kamer twee toezeggingen gedaan aangaande woningcorporatie Mijande. De eerste
toezegging betreft de uitkomsten van de bezwaarprocedure inzake misstanden bij woningcorporatie
Mijande.9 De tweede toezegging is u te informeren over de bezoldiging van de interim-bestuurder,
opgenomen in de jaarrekening van 2018 van Mijande.10 Onderstaand informatie is afgestemd met de Autoriteit Woningcorporaties Aw.
De uitkomsten van de bezwaarprocedure inzake misstanden bij woningverkoop
Mijande heeft eind 2016 bij de Aw het verzoek ingediend om enkele woningen te verkopen.
De Aw heeft dit verzoek begin 2017 goedgekeurd. Na een vermoeden van integriteitschending(en),
is er in opdracht van de Raad van Commissarissen van Mijande een onderzoek gedaan
naar mogelijke onregelmatigheden onder andere bij de genoemde verkoop. Uit het rapport
van bevindingen heeft de Aw de conclusie getrokken dat de koper uiteindelijk niet
de minimaal vereiste taxatiewaarde had betaald, en dat daarmee niet meer aan het goedkeuringsvereiste
vanuit de wet werd voldaan. De Aw heeft daarom begin november 2018 de verstrekte vergunning
voor de verkoop ingetrokken (middels een intrekkingsbesluit). Het besluit en de reeds
gesloten koopovereenkomst waren ingevolge art. 27 lid 4 Woningwet daarom nietig. Mijande
is vervolgens een procedure gestart tot ontbinding van de koopovereenkomst. De koper
is tegen de ontbinding van de koopovereenkomst in beroep gegaan en heeft bezwaar gemaakt
tegen het besluit van de Aw, waarna het bezwaarproces in gang is gezet. In 2019 is
er intensief overleg geweest tussen Mijande en de koper en is in afstemming met de
Aw bepaald welk bedrag als aanvullende betaling door de koper nodig was om aan het
goedkeuringsvereiste, het betalen van de taxatiewaarde, te komen. Begin september
2019 is de Aw in kennis gesteld van de vaststellingsovereenkomst tussen Mijande en
de koper over het doen van een aanvullende betaling om aan het goedkeuringsvereiste
te voldoen. De Aw heeft vastgesteld dat het bedrag van de aanvullende betaling overeenkwam
met het tekort zoals dat door de Aw was berekend. Daarmee is de grond voor het intrekkingsbesluit
komen te vervallen en heeft de Aw dit besluit herroepen. Met het vervallen van het
intrekkingsbesluit is automatisch ook de grond voor bezwaar op het intrekkingsbesluit
vervallen. Hiermee was de casus afgerond.
De bezoldiging van de interim-bestuurder
In de tweede plaats heb ik toegezegd u te informeren over de bezoldiging van de interim-bestuurder.
Begin juni 2018 is de interim bestuurder bij Mijande gestart. Uit de jaarrekening
2018 valt op te maken dat deze in de periode van 4 juni tot 31 december 2018 een totaal
bezoldiging van € 87.360,– heeft ontvangen. Deze bezoldiging is door de accountant
als passend beoordeeld binnen de WNT. De Aw, als toezichthouder op de WNT voor wat
betreft de corporatiesector, heeft met betrekking tot de interim bestuurder en de
jaarrekening van 2018 geen onregelmatigheden geconstateerd ten aanzien van de toepassing
van de WNT. Alle corporaties worden door de Aw onderzocht op de WNT. Als dit voor
een corporatie leidt tot een negatief oordeel, dan zal dit onderdeel zijn van de openbare
oordeelsbrief die wordt gepubliceerd op de site van de Aw.
Reactie op het rapport «informatiebeveiliging woningcorporaties»
Op 19 december 2016 heeft uw Kamer mij gevraagd om een reactie op het rapport «Informatiebeveiliging
woningcorporaties 2016: code oranje corporaties, maak werk van informatiebeveiliging»
van BDO Audit & Assurance.11
Bij brief van 20 januari 2017 heb ik u aangegeven dat ik mijn reactie op het rapport
van BDO graag in het bredere verband van de vraagstukken die spelen op het terrein
van de professionalisering van de woningcorporatiesector op het gebied van de informatievoorziening
wil plaatsen.12 Onlangs is mij gebleken dat ondanks deze intentie tot op heden een reactie specifiek
op dit rapport helaas is uitgebleven. Graag maak ik van deze gelegenheid gebruik om
dit alsnog te doen.
BDO schetst een naar mijn mening een herkenbaar beeld waaruit blijkt dat er een serieuze
opgave ligt voor de corporatiesector op het informatiebeveiligingsvraagstuk. Tegelijkertijd
zijn er vraagtekens te stellen bij de representativiteit van het BDO-rapport, door
slechts 31 corporaties (minder dan 10% van de sector) is de enquête ingevuld. De enquêtes
zijn ingevuld door interne controllers, waarmee wellicht informatiemanagement-medewerkers
zijn gepasseerd.
Het rapport biedt een aantal interessante handvatten voor bestuurders om met dit onderwerp
aan de slag te gaan. Ik heb gezien dat bestuurders van corporaties hun verantwoordelijkheid
op dit dossier hebben opgepakt. Zo is binnen de sector de Baseline Informatiebeveiliging
(woning)Corporaties (BIC) ontwikkeld waarvan in 2016 een eerste versie is gepresenteerd.
In 2019 is derde versie opgeleverd. De BIC is gebaseerd op de Nederlandse norm voor
informatiebeveiliging die ook door gemeentes wordt gebruikt als baseline (BIG), aangevuld
met corporatie-specifieke zaken. De BIC wordt in de sector naar verluidt breed omarmd.
Om nog meer (met name kleinere) woningcorporaties de BIC succesvol te laten gebruiken
zijn de zogenaamde BIC Building Blocks (BBB) ontwikkeld. Dit geeft corporaties handvatten
(voorbeelden, formats, best practices) om met de BIC aan de slag te gaan om zo de
informatiebeveiliging naar een hoger plan te tillen. Rond een zestal thema’s zijn
whitepapers en best-practice documenten beschikbaar. De BIC en de BBB zijn initiatieven
uit de branche zelf (CorpoNet).
Ook de komst van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) heeft geleid tot
actie bij corporaties. De AVG stelt namelijk dat organisaties passende maatregelen
dienen te nemen om persoonsgegevens te beveiligen. Om woningcorporaties te helpen
heeft Aedes de AVG Routeplanner ontwikkeld. Deze routeplanner bevat allerlei praktische
informatie en handreikingen om corporaties te helpen te voldoen aan de AVG. Deze routeplanner
is oktober 2017 opgeleverd en veelvuldig opgevraagd bij Aedes. Nadien heeft de routeplanner
nog enkele aanvullingen gehad. Corporaties zijn veelvuldig met de AVG Routeplanner
aan de slag gegaan, zo bleek uit een enquête onder +/- 60 corporatiemedewerkers die
deze routeplanner hebben opgevraagd.
Tenslotte komen Informatiebeveiligings- en privacy-experts uit de sector regelmatig
bij elkaar in de Aedes klankbordgroep AVG & Informatiebeveiliging om kennis te delen
en te ontwikkelen en is er op de website van Aedes een actieve online community met
veel deelnemers rondom dit thema.
Deze initiatieven onderstrepen dat informatiebeveiliging binnen de sector serieus
wordt opgepakt. Ik heb dan ook geen signalen ontvangen dat op dit moment zich kwetsbaarheden
voordoen binnen de corporatiesector op dit thema. Ik blijf de relevante ontwikkelingen
volgen en zal indien daar aanleiding toe is gesprekken voeren met de sector over dit
onderwerp.
Uitvoering motie Koerhuis en Beckerman
Tot slot heeft uw Kamer op 11 februari 2020 middels de aangenomen motie Koerhuis (VVD)
en Beckerman (SP) de regering verzocht om de corporaties te vragen de ketels die over
de technische levensduur zijn te vervangen en de noodzakelijke aanpassingen te plegen
bij de andere ketels en de Kamer daarover voor de zomer te informeren. Het betreft
ketels van fabrikant AGPO Ferroli. Ik heb via Aedes dit aan de corporaties gevraagd.
Aedes heeft hierop contact opgenomen met de woningcorporaties; zowel Aedes als de
betreffende woningcorporaties hebben uitvoering (online) gecommuniceerd over de bevindingen
van de NVWA. De corporaties hebben actie ondernomen ten aanzien van de ketels. Aedes
heeft mij laten weten dat corporaties onverminderd aandacht hebben voor noodzakelijke
aanpassingen van ketels of vervanging daarvan. Er zijn geen signalen van problemen
bij de uitvoering van de door de corporaties genomen maatregelen of de voortgang daarvan.
Indieners
-
Indiener
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.