Brief regering : Advies Onderwijsraad ‘Vooruitzien voor jonge generaties’
35 300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 188 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VOOR BASIS- EN VOORTGEZET
ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 juni 2020
De afgelopen tijd hebben wij samen met de vertegenwoordigers van het onderwijs op
diverse manieren scholen en instellingen ondersteund bij het omgaan met de uitdagingen
die Covid-19 opwerpt. Zo heeft het kabinet onlangs € 500 miljoen aanvullend geïnvesteerd.
Met deze investering is € 200 miljoen beschikbaar gekomen voor studenten in het mbo
en ho om gecompenseerd te worden voor eventuele vertragingen. Daarnaast wordt van
de € 500 miljoen, € 244 miljoen euro uitgetrokken om de achterstanden weg te werken
die kinderen en studenten in een kwetsbare positie tijdens de corona-lockdown in het
funderend onderwijs en het mbo hebben opgelopen.
Om sterker uit de coronacrisis te komen hebben wij ook de Onderwijsraad gevraagd mee
te denken over wat we kunnen doen om de gevolgen van Covid-19 voor het onderwijs zoveel
mogelijk te ondervangen. Op 16 april hebben wij daarover een eerste advies ontvangen.
Dit advies is gebruikt bij het uitwerken van de maatregelen waarover we uw Kamer op
15 mei hebben geïnformeerd.1
Inmiddels hebben wij ook een tweede advies ontvangen. In dit vervolgadvies adviseert
de Onderwijsraad over de gevolgen van de coronacrisis voor het onderwijs in het nieuwe
school- en collegejaar. Hier zijn in tegenstelling tot het vorige advies ook het middelbaar
beroepsonderwijs en hoger onderwijs meegenomen.
Kernpunten advies Onderwijsraad
De drie belangrijkste punten uit het advies van de Onderwijsraad zijn:
1. Investeren in onderwijs loont: onderwijs is cruciaal om Nederland uit deze crisis
te leiden en jongere generaties perspectief te bieden.
De raad concludeert dat er gerichte investeringen nodig zijn om de kwaliteit en toegankelijkheid
van het Nederlandse onderwijs te borgen. Ook zijn investeringen nodig om mogelijke
financiële consequenties van de crisis voor onderwijsinstellingen te ondervangen en
om te voorkomen dat waardevolle opleidingen moeten stoppen of zelfs hele instellingen
in de problemen komen.
2. Koesteren van elan en bevorderen van leren brengt onderwijs verder: bouw voort op
de nieuwe ervaringen die zijn opgedaan en de creatieve oplossingen die zijn gevonden.
De raad wijst er op dat in de coronacrisis veel nieuwe ervaringen zijn opgedaan, creatieve
oplossingen zijn gevonden en vaardigheden zijn ontwikkeld. Daarop kan worden voortgebouwd
om het onderwijs te verbeteren. Tegelijk heeft de crisis knelpunten en kwetsbaarheden
nadrukkelijker aan het licht gebracht. De raad adviseert dat de overheid leren binnen
het onderwijs stimuleert door (wetenschappelijk) onderzoek te laten doen, onderwijsinstellingen
en -professionals kennis en goede praktijken aan te reiken en kennisdeling te bevorderen.
3. De school en universiteit hebben een sociale functie: persoonlijk contact en interactie
zijn essentieel voor het onderwijsproces en om aan brede onderwijsdoelen te werken.
De raad wijst erop dat een school of universiteit meer is dan een instituut voor kennisoverdracht.
De pedagogische band tussen leraar/docent en leerling/student en het contact met medeleerlingen/-studenten
zijn cruciaal voor het onderwijsproces. De raad acht het van belang dat die functie
goed voor ogen wordt gehouden bij afwegingen over hoe vaak leerlingen en studenten
weer naar hun school of opleiding kunnen gaan.
Daarnaast identificeert de Onderwijsraad vijf vraagstukken, die hoewel ze al vóór
de coronacrisis speelden, leidend zouden moeten zijn voor onderwijsbeleid om de gevolgen
van de coronacrisis te ondervangen: investeer in leraren en schoolleiders, gelijke
kansen en leesvaardigheid, investeer in arbeidsmarkttoeleiding en een leven lang ontwikkelen
en waarborg de functies van toetsing en examinering op overgangen.
Huidige aanpak voortzetten en vooruit kijken
Wij zijn dankbaar dat de Onderwijsraad ons op zo korte termijn twee keer van advies
heeft kunnen voorzien. We stellen vast dat het advies van de Onderwijsraad aansluit
bij veel van het door ons ingezette beleid en lopende maatregelen. Nog voor het zomerreces
zullen we uitgebreider ingaan op de samenhang tussen het advies en reeds ingezet en
voorgenomen beleid.
Thuiszitters en afstandsonderwijs
Via deze brief adresseren wij nog een ander thema, namelijk de thuiszittersaanpak.
In de afgelopen periode, waarin wij te maken hadden met corona, hebben scholen samengewerkt
met leerplicht, jeugd- en gezinscoaches, jeugdhulp en wijkteams om alle leerlingen
in beeld te krijgen en ze naar school te laten komen. Er is veel werk verzet om alle
kinderen afstandsonderwijs te geven. Deze periode heeft laten zien dat er veel lessen
te trekken zijn voor het geven van afstandsonderwijs aan kinderen en specifiek ook
voor thuiszitters.
Nu is het moment aangebroken om hiermee versneld aan de slag te gaan. We gaan met
een kerngroep bestaande uit de VO-raad, PO-Raad, Vereniging Nederlandse Gemeenten,
Algemene Vereniging Schoolleiders, Inspectie van het Onderwijs, LAKS en organisaties
van ouders de komende weken de mogelijkheden rondom afstandsonderwijs in kaart brengen.
We zien namelijk mogelijkheden voor het benutten van afstandsonderwijs als tijdelijk
instrument om thuiszitters weer op de weg terug naar school te helpen. Ook wordt verkend
of voor de lange termijn een hybride vorm van afstandsonderwijs met fysiek onderwijs
voor thuiszitters een mogelijkheid is. Hierbij wordt ook het traject om meer mogelijkheden
voor meer maatwerk te creëren voor onderwijszorgarrangementen betrokken. Deze kerngroep
moet kort na de zomer de eerste bevindingen opleveren. Vooruitlopend op deze eerste
bevindingen roepen we scholen en ouders van thuiszittende kinderen op samen het gesprek
tot stand te laten komen over wat er nodig is voor een terugkeer naar het onderwijs
op school en of afstandsonderwijs daarbij als tijdelijke oplossing kan helpen.
Na de zomer informeren wij u, tegelijkertijd met onze reactie op de evaluatie passend
onderwijs, over het vervolg van de bredere thuiszittersaanpak en de opbrengsten van
deze kerngroep.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media