Brief regering : Kwaliteitskader spoedzorgketen
29 247 Acute zorg
Nr. 313
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 juni 2020
De partijen in de acute zorgketen hebben de afgelopen jaren gewerkt aan de totstandkoming
van het Kwaliteitskader Spoedzorgketen. Op verschillende momenten in de afgelopen
jaren bent u geïnformeerd over de stand van zaken, laatstelijk in de brieven van 21 juni
2019 (Kamerstukken 27 295 en 29 247, nr. 173) en 20 december 2019 (Kamerstuk 35 300 XVI, nr. 150). Bij deze laat ik u graag weten dat het Kwaliteitskader Spoedzorgketen inmiddels
is vastgesteld. Daar ben ik blij mee, want het betekent een belangrijke stap in het
continue blijven verbeteren van de spoedzorgketen in Nederland.
In deze brief informeer ik u nader over het proces dat sinds mijn brief van 20 december
2019 is doorlopen, de inhoud van het Kwaliteitskader Spoedzorgketen, en over de implementatie
en doorontwikkeling van het kwaliteitskader. Met deze brief doe ik ook mijn toezegging
om uw Kamer op de hoogte te houden van de stand van zaken van de totstandkoming van
het Kwaliteitskader Spoedzorgketen af.
Proces vaststelling kwaliteitskader
Zoals u weet heeft het Zorginstituut in mei 2019 gebruik gemaakt van de wettelijke
bevoegdheid om doorzettingsmacht in te zetten om twee normen uit het Kwaliteitskader,
waar partijen geen overeenstemming over hebben bereikt, nader in te vullen en definitief
vast te stellen (Kamerstukken 27 295 en 29 247, nr. 173). Het betrof de normen met betrekking tot de expertise van de arts op de SEH, en
de geriatrische expertise op de SEH.
De Kwaliteitsraad heeft in december 2019, na gesprekken met betrokken partijen en
individuele deskundigen in het veld, beide normen opgesteld en deze ter consultatie
aan alle betrokkenen voorgelegd. Na ontvangst en verwerking van de reacties uit de
consultatie heeft de Kwaliteitsraad de definitieve versie van het Kwaliteitskader
Spoedzorgketen (met inbegrip van de twee normen) opgesteld en deze ter vaststelling
aan de Raad van Bestuur van het Zorginstituut aangeboden.
Op 19 februari jongstleden heeft het Zorginstituut bekend gemaakt dat het Kwaliteitskader
Spoedzorgketen is vastgesteld en is opgenomen in het register.1
Inhoud van het kwaliteitskader
Het Kwaliteitskader2 bevat landelijke afspraken over de organisatie van, en eisen aan, de spoedzorgketen.
Het Kwaliteitskader beschrijft hoe partijen in de zorg met elkaar samenwerken om iedere
patiënt met een spoedzorgvraag goede kwaliteit van zorg te bieden, 24 uur per dag
en 7 dagen per week. Het kwaliteitskader is een landelijk kader met ruimte voor ontwikkeling
en regionale invulling. Het beschrijft de minimale vereisten voor de regionale organisatie
van de spoedzorg.
Het kwaliteitskader is opgesteld door partijen in de spoedzorgketen: het Landelijk
Netwerk Acute Zorg (LNAZ), de Nederlandse Federatie van UMC’s (NFU), het Nederlands
Huisartsen Genootschap (NHG), Ambulancezorg Nederland (AZN), de Federatie Medisch
Specialisten (FMS), de organisatie voor de eerste lijn InEen, de Nederlandse Vereniging
van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ),
Patiëntenfederatie Nederland, de beroepsvereniging van zorgprofessionals V&VN, en
Zorgverzekeraars Nederland (ZN). De Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen (SAZ) en Samenwerkende
Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ) zijn via de NVZ bij dit proces betrokken.
Twee normen zijn, zoals ik al aangaf, onder «doorzettingsmacht» opgesteld door de
Kwaliteitsraad van het Zorginstituut, omdat partijen hierover geen overeenstemming
kon bereiken. Met betrekking tot deze twee normen kan ik u het volgende mededelen:
• De expertise van de arts op de SEH
De Kwaliteitsraad is van oordeel dat met de norm van 1 jaar klinische ervaring voor
de arts op de SEH een goede balans is gevonden tussen kwaliteit en toegankelijkheid
van zorg, en heeft de norm zoals die in de conceptversie van het kwaliteitskader stond
gehandhaafd. Uiterlijk op 1 januari 2022 moeten alle ziekenhuizen aan deze norm voldoen.
De Kwaliteitsraad acht deze uiterste implementatiedatum haalbaar. Tegelijkertijd heeft
de Kwaliteitsraad geconcludeerd dat ervaringsduur slechts een beperkte maat is voor
de inschatting van bekwaamheid. Entrusted Professional Activities (EPA’s) zijn ontwikkeld
voor opleidingsdoeleinden en lijken veelbelovende instrumenten om bekwaamheid beter
in te schatten, ook in de spoedzorg. Daarom heeft de Kwaliteitsraad aan de Federatie
Medisch Specialisten (FMS) en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) de
opdracht gegeven om in goede afstemming met de andere partijen de komende twee jaren
te experimenteren met EPA’s in de spoedzorg, en deze bij gebleken meerwaarde en met
tripartiete3 instemming in een addendum op te nemen (voor 1 juli 2022).
• Geriatrische expertise op de SEH
De Kwaliteitsraad heeft vastgesteld dat de specialistische geriatrische expertise
op de SEH op het niveau van de klinisch geriater of internist ouderengeneeskunde moet
zijn belegd. Deze moet bereikbaar zijn voor telefonische consultatie, en beschikbaar
zijn om de patiënt te zien voor het nemen van belangrijke beslissingen. De beschikbaarheid
kan ook regionaal worden georganiseerd.
Daarnaast is in het Kwaliteitskader een aanbeveling opgenomen, die luidt: «Aanvullend
op de expertise van de dienstdoende arts op de SEH kan bij geriatrische problematiek
een Verpleegkundig Specialist (VS)/Physician Assistant (PA)/Arts met geriatrische
expertise ingezet worden. Deze functionaris heeft tenminste aantoonbare geriatrische
expertise opgedaan via bij- en nascholing. De VS kan ook een aanvullende verpleegkundige
opleiding tot geriatrie-verpleegkundige hebben gevolgd.»
Implementatie en doorontwikkeling van het Kwaliteitskader
De Kwaliteitsraad heeft de betrokken partijen een aantal aanbevelingen en opdrachten
voor doorontwikkeling gegeven, zoals het instellen van een landelijke «Spoedzorgtafel».
Deze Spoedzorgtafel zou zich niet alleen bezig moeten houden met de implementatie
en doorontwikkeling van het Kwaliteitskader, maar neemt ook de regie over de volgende
stappen in het gezamenlijk en in de volle breedte organiseren van goede spoedzorg
voor iedere burger.
Het Zorginstituut wil de komende periode samen met de betrokken partijen verkennen
hoe een dergelijke landelijke tafel vorm kan krijgen en welke taken en verantwoordelijkheden
landelijk belegd worden en welke in de regio. De verantwoordelijkheid voor de implementatie
van het kwaliteitskader ligt uiteraard bij de zorgverleners en hun organisaties. Ik
zal mij uiteraard op de hoogte laten houden van de voortgang van de implementatie
en doorontwikkeling van het kwaliteitskader de komende tijd.
Tot slot
Ik ben blij met de totstandkoming van het eerste landelijke kwaliteitskader voor de
spoedzorgketen, waarin betrokken partijen met elkaar hebben vastgelegd hoe zij samen
goede spoedzorg vormgeven. Een goed functionerende spoedzorgketen is van groot belang.
Ik wil alle partijen die een constructieve bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming
van dit kwaliteitskader hiervoor hartelijk danken, en ik wens de zorgverleners en
hun organisaties succes toe bij de implementatie van het kwaliteitskader in de dagelijkse
praktijk.
De Minister voor Medische Zorg, M.J. van Rijn
Indieners
-
Indiener
M.J. van Rijn, minister voor Medische Zorg