Brief regering : Reactie op het rapport van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) ‘Het asbeststelsel. Gevangen door belangen?’
25 834 Problematiek rondom asbest
Nr. 171 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 juni 2020
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in de procedurevergadering
van 25 mei 2020 mij verzocht de Kamer te voorzien van een reactie op het rapport van
de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) «Het asbeststelsel. Gevangen door belangen?». Door middel van deze brief kom ik tegemoet aan dit verzoek.
De NSOB signaleert in haar essay een aantal knelpunten in het functioneren van het
asbeststelsel en schetst richtingen om de gesignaleerde knelpunten op te lossen. Het
gaat dan om knelpunten als meningsverschillen in het veld over risico’s, mogelijke
perverse prikkels, ontbreken van prikkels voor innovatie, uitgebreide regels met veel
lasten, en functiemenging. Het rapport signaleert een polarisatie van standpunten.
Oplossingsrichtingen die worden geschetst zijn onder meer duidelijker onderscheid
tussen private en publieke belangen en verantwoordelijkheden, consultatie van alle
partijen en transparantie over de inbreng, ontkoppelen van belangen en risico-indeling,
normen baseren op wetenschappelijke kennis, en stimuleren van innovatie.
Deze invalshoek onderschrijf ik en komt overeen met de uitgangspunten die ten grondslag
liggen aan de beleidsreactie op het asbeststelsel die ik u in september 2018 heb doen
toekomen1. In de beleidsreactie is een aantal substantiële maatregelen aangekondigd om het
asbeststelsel te verbeteren. Deze maatregelen komen voort uit de in mijn opdracht
extern uitgevoerde evaluatie van het asbeststelsel2 en de daaropvolgende gesprekken met de belanghebbenden en betrokkenen bij asbestverwijdering
(2017).
Bij de totstandkoming én uitvoering van deze maatregelen is bijzondere aandacht voor
handhaafbaarheid en eenduidigheid van regels, ruimte voor innovatie en kostenbeheersing.
Hierbij moeten werkelijke risico’s centraal staan, het mag niet zo zijn dat risico’s
gebagatelliseerd worden. Bescherming van werknemers staat voorop, maar daar waar er
op een verantwoorde manier ruimte is om goedkoper en efficiënter asbest te verwijderen,
wil ik die ook geven. Zo is zeer recent het Validatie- en Innovatiepunt (VIP) van
start gegaan, een onafhankelijk orgaan om innovatieve werkwijzen te beoordelen3. Daarnaast ben ik op dit moment bezig met de ontwikkeling van een nieuw instrument
voor vaststellen van de risicoklassen (werktitel SMArt-nieuwe stijl). Daarbij hoort
ook een herverdeling van de rollen die daarbij spelen. SZW zal finaal zeggenschap
hebben over de inhoud van SMArt-nieuwe stijl. TNO adviseert, naast VIP, op het wetenschappelijk
vlak. Ascert heeft op dat moment geen rol meer in of invloed op de inhoud van SMArt.
Ascert heeft dan slechts een rol in het beheer. In de periode tot dit instrument gereed
is en nu het VIP geopend is, is er ook behoefte aan een duidelijke route voor het
verwerken van VIP-adviezen in het huidige SMArt. Daartoe heb ik een convenant gesloten
met Ascert als huidig beheerder van SMArt. In dit convenant wordt geregeld dat Ascert
in opdracht van SZW SMArt aanpast als gevolg van een door het VIP uitgebracht advies.
Daarmee wordt uitvoering gegeven aan de nader gewijzigde motie van de leden Stoffer
en Von Martels4.
Ten slotte zijn recent door SZW de convenanten opgezegd met alle schemabeheerders,
waaronder Ascert. In het verleden bepaalde SZW in verband met de wettelijk verplichte
arbocertificatie wie het schemabeheer uitvoerde en heeft zij met alle schemabeheerders,
en dus ook met Ascert, juridisch niet-bindende convenanten afgesloten. Dit convenant
is recent opgezegd naar aanleiding van Europese regelgeving, waardoor alle certificerende
instellingen (CI’s) geaccrediteerd moeten zijn. Het is de verantwoordelijkheid van
de CI’s om een schemabeheerder aan te wijzen voor het schema dat zij uitvoeren. Tot
dusver is gebleken dat CI’s op alle terreinen van arbocertificatie gebruik blijven
maken van de reeds bestaande schemabeheerders, waaronder Ascert. Een nadere toelichting
over de overgang van certificatie naar accreditatie vindt u in de Kamerbrief van 13 februari
20205.
Met deze en de overige maatregelen zet ik dan ook in op veranderingen die aansluiten
bij de meeste van de door de NSOB gesignaleerde oplossingsrichtingen. Mijn maatregelen
zullen leiden tot essentiële veranderingen in de status quo van het asbestveld. Ik
zal mij dan ook onverminderd inzetten om de aangekondigde maatregelen verder tot uitvoering
te brengen. Een fundamenteel herontwerp van het stelsel, waar het NSOB voor pleit,
is op dit moment dan ook niet aan de orde.
Ten slotte wil ik nog aangeven dat ik herken dat in het asbestveld veel uiteenlopende
en soms grote belangen een rol spelen. Ik overleg met de stakeholders en luister daarbij
goed naar alle invalshoeken en kennis van de stakeholders, zodat ik een gebalanceerde
afweging kan maken waarbij het maatschappelijk belang steeds voorop staat. Daarbij
moet ik aanmerken dat in een veld waar tegengestelde belangen een rol spelen, het
niet altijd haalbaar is dat ieder voorstel door elke partij gedragen zal worden.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid