Brief regering : Maatregelen doorbouwen tijdens de coronacrisis
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 650 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 mei 2020
Het is belangrijk dat de bouw ten tijde van de coronacrisis op gang wordt gehouden.
De bouw ondervindt, net als vele sectoren, hinder van de contactbeperkende maatregelen.
Daarnaast heeft de economische neergang een potentieel grote impact op de bouwproductie
en werkgelegenheid in de sector. Dit komt in een tijd waarin het woningtekort met
3,8% historisch hoog is en we voor een uitdagende klimaatdoelstelling voor de gebouwde
omgeving staan. Voor kwetsbare groepen zoals daklozen en arbeidsmigranten is de urgentie
van goede huisvesting nog verder toegenomen vanwege het besmettingsgevaar van corona.
Op dit moment zien we al dat de contactbeperkende maatregelen tot vertraging leiden
in de woningbouw en dat bedrijven en particulieren terughoudender zijn met onderhoud
en daarmee ook met de verduurzaming. Door de grote onzekerheid over de diepte van
de economische crisis is er bovendien het risico dat mensen terughoudender worden
bij het kopen van een woning en beleggers en ontwikkelaars terughoudender worden met
investeringen. Tijdens de vorige crisis hebben we gezien dat de effecten van een economische
neergang op de bouw groot kunnen zijn en lang kunnen doorwerken. De gevolgen van een
crisis zijn niet direct heel duidelijk zichtbaar in de bouwsector, maar kunnen op
termijn hard aankomen. In de analyse naar de cycliciteit van de woningmarkt, die ik
u separaat doe toekomen (Kamerstuk 32 847, nr. 649), ga ik verder in op deze effecten. Een belangrijke les uit deze analyse is dat het
van groot belang is om niet te wachten met maatregelen totdat de bouwproductie stilvalt.
Ik presenteer daarom nu een pakket aan maatregelen dat er op gericht is dat er in
2020 zoveel mogelijk wordt doorgebouwd en dat investeringen, aanbestedingen en opdrachten
voor nieuwbouw, verbouw en verduurzaming niet worden uitgesteld. Dit doe ik door het
laten doorgaan en zo mogelijk versnellen van investeringen vanuit verschillende overheidspartijen,
het wegnemen van obstakels bij procedures en planvorming door in te zetten op extra
capaciteit bij gemeenten, het naar voren halen van middelen van de woningbouwimpuls
en door de bouw van huisvesting voor kwetsbare groepen te versnellen. Ook maak ik
bestuurlijke afspraken met gemeenten en woningcorporaties om te zorgen dat er wordt
doorgebouwd. Daarnaast geef ik een extra stimulans opdat particulieren verduurzamingsmaatregelen
niet uitstellen. Hoewel de situatie in Caribisch Nederland niet één op één vergelijkbaar
is met Europees Nederland, bezien we ook maatregelen voor Caribisch Nederland, met
als uitgangspunt dat Caribisch Nederland zoveel mogelijk meeloopt met de inzet in
Europees Nederland. Dit geldt in het bijzonder voor de anticyclische investeringen
van overheidspartijen. De vormgeving van het pakket en de maatregelen wordt in de
volgende paragrafen nader toegelicht.
Deze maatregelen zijn aanvullend op het beleid gericht op versnellen aanpak woningtekort1, de stikstofaanpak, het Klimaatakkoord en de Urgenda-maatregelen. Het pakket aan
maatregelen is gericht op de problematiek voor de korte termijn. Het is onzeker hoe
gevolgen van de coronacrisis voor de economie als geheel en de bouw in het bijzonder
zich verder zullen ontwikkelen. Naast de maatregelen die met deze brief worden aangekondigd
ga ik daarom ook onderzoeken of en zo ja welke verdere maatregelen nodig zijn om de
bouw te kunnen laten doorbouwen.
Het op gang houden van de bouw is een gezamenlijke opgave. Ik sta daarom in nauw contact
met de partijen in het veld. Samen monitoren we de ontwikkelingen en spreken we over
aanpassing van de crisisaanpak als de situatie daarom vraagt. De bereidheid in de
sector is groot en een gezamenlijke aanpak wordt door partijen uit de sector zeer
gewaardeerd. Met het protocol «Samen veilig doorwerken»2 hebben we allereerst gezorgd dat de bouw op een veilige manier kan doorgaan. Daarna
heb ik met de medeoverheden, bouw- en technieksector, banken en brancheverenigingen
de verklaring «Samen doorbouwen aan Nederland» opgesteld3. De partijen spreken hierin af om alles op alles te zetten om aan de grote vraag
naar woningen te voldoen, de verduurzamingsopgave van de bestaande bouw uit het klimaatakkoord
door te laten gaan en de structurele aanpak voor de stikstofproblematiek verder uit
te rollen. De partijen hebben afspraken gemaakt over het door laten gaan of versnellen
van investeringen, vergunningverlening en aanbestedingen. Zo willen zij voorkomen
dat bouwprojecten vertragen of stil komen te liggen.
Vormgeving pakket
Mijn aanpak is erop gericht om vanuit Rijk het samen doorbouwen te ondersteunen langs
twee pijlers:
1. Door laten gaan en zo mogelijk versnellen van investeringen vanuit overheidspartijen: Het Rijk en andere overheidspartijen zetten als opdrachtgever een stap naar voren,
om te borgen dat de hoge productie in de bouw van de afgelopen jaren ook de komende
jaren worden voortgezet. Bestaande plannen en projecten van het Rijksvastgoedbedrijf
en Rijkswaterstaat gaan door en worden zo mogelijk naar voren gehaald. Daarnaast zorgt
een investeringsimpuls voor maatschappelijk vastgoed ervoor dat renovatie en groot
onderhoud naar voren gehaald wordt en dat dit wordt gekoppeld aan verduurzaming en
energiebesparing.
2. De bouw moet kunnen doorbouwen: Woningbouwprojecten vanuit marktpartijen en corporaties en verduurzaming van woningen
moeten zoveel mogelijk door kunnen gaan. Ik zet daarom in op het weghalen van belemmeringen
bij procedures en realisatie van planvorming. Met extra flexpools worden gemeenten
ondersteund bij vergunningverlening en andere procedures en ik ga het gesprek aan
met gemeenten over de beschikbaarheid van grond voor nieuwbouw. Ik haal bestaande
middelen van de woningbouwimpuls naar voren, zodat gemeenten de prikkel krijgen sneller
bouwvergunningen af te geven, en er wordt met een tijdelijke impuls gericht ingezet
op het op korte termijn beschikbaar maken van betaalbare huisvesting voor kwetsbare
groepen. Daarnaast heb ik met VNG en AEDES afgesproken dat we de bouw gaan aanjagen
van 80.000 sociale huurwoningen die gebouwd worden met gebruik van de regeling vermindering
van verhuurderheffing nieuwbouw. Rond de zomer wil ik met hen verder bezien welke
afspraken nodig zijn zodat de woningbouwproductie van corporaties verder kan stijgen.
Daarbij krijgen verhuurders een verlenging van de termijn van de openstaande voorlopig
toegekende heffingsverminderingen als deze in 2020 verlopen. Verder is het stimuleren
van verduurzaming in laagconjunctuur een effectieve maatregel om de bouwcapaciteit
in crisis op peil te houden. Het voorkomt bovendien inhaalvraag als het economisch
beter gaat. Ik verhoog daarom tijdelijk de subsidies op isolatie zodat mensen de verduurzaming
van hun woning niet uitstellen. Ook wordt ingezet op een toekomstbestendige bouwsector
door innovaties gericht op verduurzaming van mobiele werktuigen, bouwlogistieke voertuigen
en gebouwen te ondersteunen. Zodoende kan de sector een bijdrage blijven leveren aan
de Nederlandse economie, de productie van woningen en de uitdagingen op het gebied
van emissies.
Toelichting van de maatregelen
Pijler 1 – Door laten gaan en zo mogelijk versnellen van investeringen van overheidspartijen
Onderhoud en investeringen Rijksvastgoedbedrijf
Het Rijksvastgoedbedrijf kan een deel van het onderhoud en investeringen naar voren
halen en versnellen, waaronder Defensie-vastgoed. Hiermee kan circa 15 miljoen euro
aan onderhoud en investeringen in 2020 plaatsvinden.
Versnelling projecten infrastructuur
In een gezamenlijke «Taskforce Infra» van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
en brancheorganisaties wordt gekeken naar maatregelen die direct uitvoerbaar zijn,
naar maatregelen voor over een half jaar en voor 2021. Dit is reeds gecommuniceerd
naar de Kamer4. Rijkswaterstaat en Prorail laten de reeds geplande aanbestedingen voor aanleg en
onderhoud aan infrastructuur doorgaan. Samen met de brancheorganisaties onderzoekt
Rijkswaterstaat de mogelijkheden om werkzaamheden die voor latere jaren gepland stonden,
naar voren te halen. Een dergelijke mogelijke versnelling komt bovenop het impulspakket
en versnelling van Beheer en Onderhoud in 2020 en 2021 van respectievelijk circa 100
miljoen euro en circa 165 miljoen euro – waartoe vorig jaar besloten is. Ook aan ProRail
is verzocht om te kijken naar de mogelijkheden om werkzaamheden naar voren te halen.
Zo heeft ProRail werkzaamheden aan de Willemstunnel en de Schipholtunnel naar voren
gehaald.
Investeringsimpuls maatschappelijk vastgoed
Medeoverheden zijn een belangrijke opdrachtgever voor maatschappelijk vastgoed. Met
een impuls in 2020 van 50 miljoen euro vanuit het Rijk kan voor 150 tot 250 miljoen
euro aan investeringen worden ondersteund in maatschappelijk vastgoed van scholen
en sportgebouwen. Het meest effectief is om natuurlijke momenten voor renovatie en
groot onderhoud te benutten en daar verduurzaming en energiebesparende maatregelen
aan te koppelen. Dat levert efficiencywinst op en voorkomt kapitaalvernietiging. Renovatie
en groot onderhoud is arbeidsintensief en levert daarmee een bijdrage aan behoud van
werkgelegenheid. Om snel te starten zal gebruik worden gemaakt van de sectorale routekaarten
maatschappelijk vastgoed. Om te borgen dat deze subsidie op korte termijn de bouw
ondersteunt, zal nog dit jaar een subsidieregeling worden opengezet met als uitgangspunt
dat projecten in 2020 starten en in 2021 zijn gerealiseerd.
Pijler 2 – De bouw moet kunnen doorbouwen
Doorbouwlocaties
Sommige regio’s hebben de afgelopen jaren ervaring opgedaan met flexibel inzetbare
capaciteit tussen gemeenten in een regio, waarmee capaciteit en kennis over de plan-
en bouwfase wordt gedeeld. Eén van de eerste fases waarin vertraging kan optreden
in de woningbouw en gebiedsontwikkeling is in de planfase en in de voorbereiding op
de bouwfase. Ik zie dat gemeenten en provincies prioriteit blijven geven aan het behouden
van de voortgang in de planvorming en gebiedsontwikkelingen maar dat de beschikbaarheid
van voldoende capaciteit en expertise regelmatig een probleem is. De inzet van gemeenten
versterk ik daarom door zeker 20 regio’s financieel te ondersteunen om flexibele pools
van ambtenaren op te zetten met (technische) kennis over planvorming en vergunningverlening,
om zo de voortgang in de bredere lokale bouwfase te behouden en versnellen. Zo wordt
de fase waar lokaal de eerste vertragingen kunnen ontstaan in gebiedsontwikkelingen
aangepakt en vervolgens voorkomen dat woningbouwopdrachten bij marktpartijen afnemen.
Met 20 miljoen euro extra in 2020 kunnen bestaande flexpools behouden blijven en verder
uitgerold worden over 20 regio’s.
Beschikbaar houden van grond
Woningbouwgrond (bouwrijp, onherroepelijk bestemmingsplan) blijft nog te vaak onnodig
ongebruikt. Juist nu we willen voorkomen dat de bouwproductie stilvalt wil ik zorgen
dat de woningbouwgrond ook daadwerkelijk tot ontwikkeling komt. Daarom ga ik hierover
het gesprek aan met gemeenten om te kijken hoe zij hun eigen grond tot ontwikkeling
kunnen brengen en hoe zij diverse privaat- en publiekrechtelijke mogelijkheden kunnen
inzetten om braakliggende gronden te voorkomen.
Naar voren halen van bestaande middelen woningbouwimpuls
Met de woningbouwimpuls wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het versnellen
van de woningbouw en de beschikbaarheid van voldoende betaalbare woningen voor starters
en mensen met een middeninkomen. Daarbij levert de woningbouwimpuls een bijdrage aan
de infrastructurele ontsluiting die daarvoor nodig is, het opvangen van de gevolgen
van de stikstofuitspraak voor de woningbouw en draagt het bij aan een kwalitatief
goede leefomgeving. Voor de woningbouwimpuls is er 1 miljard euro gereserveerd in
de periode tot en met 2023. Van veel regio’s hoor ik dat zij ondanks deze bijzondere
tijden prioriteit blijven geven aan de woningbouw en aanvragen klaarmaken voor een
Rijksbijdrage uit de woningbouwimpuls. Dit zijn belangrijke signalen die ik kracht
bij wil zetten om zo de bouw van betaalbare woningen voor starters en mensen met een
middeninkomen los te trekken. Daarvoor heb ik de afgelopen tijd bijna 50 zogenaamde
Impulskamers georganiseerd, dat zijn overleggen met gemeenten om te komen tot kwalitatief
goede aanvragen.
Ik zie dat gemeenten vooral in 2020/2021 een beroep willen doen op impulsgelden. Ik
zal daarom de laatste tranche van de woningbouwimpuls naar voren halen zodat daaruit
in 2020 50 miljoen extra beschikbaar is. Hierdoor krijgen gemeenten de prikkel om
bouwvergunningen spoedig af te blijven geven, snel te starten met de woningbouw, en
zo de impact van corona te mitigeren. Met het naar voren halen van het geld wordt
beoogd om meer woningen en gebiedsontwikkelingen te starten vanaf 2021.
Tijdelijke stimulans huisvesting kwetsbare groepen
Goede huisvesting van dak- en thuislozen, arbeidsmigranten, en overige spoedzoekers
is door de coronacrisis nog moeilijker en noodzakelijker geworden in verband met contactbeperkingen.
Bij slechtere huisvesting is het risico op verspreiding van het coronavirus groter.
Daarom wordt in 2020 50 miljoen euro beschikbaar gesteld vanuit de woningbouwimpuls
om de bouw van (flexibele) huisvesting voor deze groepen aan te jagen. De precieze
vormgeving onder de woningbouwimpuls zal nog verder worden uitgewerkt. De inschatting
is dat hiermee 10.000 woningen kunnen worden gerealiseerd. Hiervoor wordt aangesloten
bij de verschillende bestaande initiatieven die gericht zijn op de positie van kwetsbare
groepen, waarbij huisvesting een belangrijke pijler is. Het gaat dan onder meer om
het aanjaagteam arbeidsmigranten, de brede aanpak van dak- en thuisloosheid, de stimuleringsaanpak
flexwonen (waar de vrijstelling verhuurderheffing onderdeel van uitmaakt), maar ook
het actieplan studentenhuisvesting en de inzet om statushouders te huisvesten. Door
gebruik te maken van lopende trajecten, bestaand commitment van betrokken partijen
en het huidig instrumentarium en doordat ingezet wordt op innovatieve bouwmethoden
kan dit tot snelle realisatie leiden. Door bestaande plannen te versnellen levert
de stimulans nog dit jaar woningen op zodat de daklozenproblematiek en het tekort
aan goede huisvesting voor arbeidsmigranten effectief wordt bestreden. Op korte termijn
zal overleg plaatsvinden met provincies en gemeenten om gezamenlijk in kaart te brengen
waar met deze stimulans concreet en op korte termijn versnelling te bereiken is.
Innovatieregeling verduurzaming mobiele werktuigen Bouwsector
Met de structurele aanpak van de stikstofproblematiek is de innovatieregeling aan
de Kamer gecommuniceerd.5 Deze maatregel – die start in 2020 – ziet toe op gebiedsgerichte pilots voor de komende
drie jaar op het gebied van de inzet van schone bouwmachines (zero emissie mobiele
werktuigen) bij infrastructuur- en (woning)bouwprojecten. Met de regeling steunt het
kabinet de voor Nederland vitale sectoren, via een aantal projecten die anders vanwege
stikstof vertraging op zouden lopen of wellicht niet gerealiseerd kunnen worden. De
maatregel zal direct effect hebben op de pilotprojecten. Voor deze projecten kan het
betekenen dat door het gebruik van zero emissie mobiele werktuigen de bouw in de stad
dan wel rond een Natura 2000-gebied toch door kan gaan. De mate waarin de inzet en
opschaling van zero emissie werktuigen verder zal worden bevorderd, wordt op basis
van de uitkomsten van de pilots bepaald.
Bestuurlijke afspraken met VNG en woningcorporaties
De corporatiesector is een grote speler op de woningmarkt die een segment bedient
waar altijd vraag naar is. De vraag naar betaalbare huurwoningen zal door de coronacrisis
de komende tijd mogelijk verder toenemen. Dit maakt woningcorporaties uitermate geschikt
om door anticyclisch te investeren de bouwcapaciteit in de sector op peil te houden,
zoals ik ook nader toelicht in mijn brief over cycliciteit op de woningmarkt. Hiervoor
is wel noodzakelijk dat corporaties meer gaan bouwen. Een belangrijke stap hierin
zijn de dankzij de heffingsverminderingen geplande investeringen voor de bouw van
80.000 nieuwe woningen binnen de komende vijf jaar. Ik heb de Kamer geïnformeerd dat
met de reeds ingediende aanvragen voor de Regeling vermindering verhuurderheffing
nieuwbouw het beschikbare budget van 1 miljard voor de komende 10 jaar is overschreden
en het loket voor het indienen van aanvragen op 1 juli sluit.6 In het bestuurlijk overleg van 13 mei heb ik met AEDES en VNG afgesproken dat we
er gezamenlijk voor zorgen dat de bouw van deze woningen wordt aangejaagd, zodat deze
plannen ook zo snel mogelijk worden gerealiseerd en planuitval voorkomen wordt. Dit
doen we onder meer door het instellen van een taskforce die de voortgang bewaakt en
belemmeringen aanpakt. De focus ligt hierbij op de bouw van woningen in 2021 en 2022.
In het bestuurlijk overleg met VNG en AEDES van 13 mei hebben we afgesproken dat de
maatschappelijke opgave groter is en er daarom meer nieuwbouw nodig is om te zorgen
dat er voldoende woningen worden gebouwd. Aan de hand van de beschikbare inzichten
bezien we voor de zomer welke verdere afspraken hierbij wenselijk of noodzakelijk
zijn.
Verlenging van aflopende termijnen heffingsverminderingen verhuurderheffing
De contactbeperkende maatregelen leiden tot een knelpunt voor openstaande voorlopig
toegekende heffingsverminderingen in de verhuurderheffing. De wettelijke termijnen
voor afronding voor die projecten lopen af. Er zijn signalen dat sommige projecten
door de contactbeperkingen vertraging oplopen. Als de heffingsvermindering vervalt
zijn deze investeringen (sloop, verduurzaming, nieuwbouw, transformatie) niet meer
financieel haalbaar voor corporaties en kunnen projecten alsnog uitvallen. Om dit
op te lossen komt er een eenmalige verlenging (met één jaar) van de termijnen voor
de verplichte afronding van de aangevraagde heffingsverminderingen voor projecten
waarvan de wettelijke termijn verstrijkt in 2020.
Tijdelijke verhoging vergoeding van isolatiekosten
Doordat mensen nu meer onzeker zijn over de toekomst of omdat ze een verlies aan inkomen
hebben stellen ze soms beslissingen over verduurzaming uit terwijl ze nog wel van
plan zijn na de crisis alsnog te verduurzamen. Het stimuleren van verduurzaming in
laagconjunctuur helpt om de bouwcapaciteit in crisis op peil te houden en te voorkomen
dat straks de arbeidskosten voor verduurzaming onnodig oplopen omdat mensen nu uitstel
verdrag vertonen. Daarom verruim ik tijdelijk de regeling Stimulering energiebesparing
eigen huis (SEEH-regeling) die is gericht op isolatie. Deze regeling vergoedt nu ongeveer
20% van de kosten voor particulieren. Het subsidiepercentage wordt vanaf 1 juni tot
31 december 2020 tijdelijk verhoogd naar ongeveer 30%7. Een tijdelijke verhoging van de subsidie op isolatie kan mensen een extra prikkel
geven om verduurzaming niet uit te stellen, maar toch te treffen.
Tot slot
De woningbouw en de verduurzaming moeten ook onder de huidige omstandigheden door.
Dat vereist dat projecten nu zoveel mogelijk doorgaan, dat de aanvoer van nieuwe plannen
op peil blijft, en dat de capaciteit van de bouw beter op peil blijft dan in de vorige
crisis. Voor kwetsbare groepen is het bovendien nog belangrijker geworden dat er op
korte termijn goede huisvesting komt. Het is belangrijk om nu actie te ondernemen
zodat er in 2020 en verder doorgebouwd zal worden. Dat doe ik samen met de partijen
in het veld met dit pakket aan maatregelen en de afspraken die we hebben gemaakt in
de gemeenschappelijke verklaring «Samen doorbouwen aan Nederland». Ik blijf de situatie
samen met het veld monitoren en onderzoek of verdere maatregelen eventueel nodig zijn.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Indieners
-
Indiener
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties