Brief regering : Jaarverslag Inspecteur Militaire Gezondheidszorg 2019
35 300 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2020
Nr. 67
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 mei 2020
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister, het jaarverslag 2019 van de Inspectie
Militaire Gezondheidszorg (IMG) aan1. De IMG houdt als onafhankelijk orgaan toezicht op de kwaliteit van de gezondheidszorg
voor Nederlandse militairen in binnen- en buitenland. De IMG stelt naar eigen inzicht
onderzoeken in, doet voorstellen voor verbetermaatregelen en doet interventies indien
nodig. Hij spreekt vele medewerkers in alle lagen en op alle onderdelen van Defensie
en kan zich zo een beeld vormen van de kwaliteit van de militair geneeskundige zorg
alsmede de benodigde capaciteit en inzet om deze te verbeteren. Daarmee heeft hij
bij uitstek inzicht in de bestaande uitdagingen en knelpunten in deze dienstverlening
die essentieel is voor het welzijn en de inzetbaarheid van onze medewerkers. Ik hecht
dan ook veel waarde aan deze jaarlijkse rapportage en ik herken zijn constateringen.
Deze rapportage heeft betrekking op 2019 en dat is dan ook waar deze brief zich op
richt. Op dit moment gaat onze aandacht uit naar de bestrijding van COVID-19. Ik ben
er trots op dat medewerkers van Defensie op verschillende plekken in het land een
waardevolle bijdrage leveren. Dit geldt bijvoorbeeld voor het leveren van beademingsapparatuur
aan diverse ziekenhuizen en de inzet van zorgpersoneel in civiele zorginstellingen.
Defensie staat klaar, juist nu. De inzet van onder meer medisch personeel van Defensie
heeft juist het belang laten zien van goed gekwalificeerd, eigen personeel. De IMG
zorgt ervoor dat we hier als Defensie scherp op blijven. Het COVID-19 virus heeft
ook invloed op het behalen van de doelstellingen van Defensie. Zo konden keuringen
en opleidingen van personeel niet of beperkt doorgang vinden. Bij de keuringen die
wel doorgang vonden is prioriteit gegeven aan medisch personeel. Op deze manier zijn
de achterstanden bij deze groep beperkt gebleven. Inmiddels zijn ook de opleidingen
en trainingen bij functies die onmisbaar zijn voor de inzetbaarheid van de krijgsmacht,
waaronder de medische staf, op een veilige manier hervat. Er is echter nog geen sprake
van dat de oorspronkelijke capaciteit op dit vlak weer hersteld is. Deze ontwikkelingen
kunnen daarom wel van invloed zijn op de bredere instroom van medisch personeel en
mogelijk het oplossen van het al bestaande personeelstekort bemoeilijken.
De IMG constateert een aantal positieve ontwikkelingen maar noemt ook punten van zorg
die noodzakelijke aandacht behoeven. In deze brief ga ik in op de belangrijkste bevindingen
en aandachtspunten van de IMG en licht ik daarnaast enkele openstaande toezeggingen
op het gebied van de militaire gezondheidszorg toe. Ik doe dit langs de lijnen van
de Defensienota waarbij ik achtereenvolgens inga op effecten voor mensen, middelen
en manieren.
Mensen
Binnen Defensie kampen we met een tekort aan personele vulling en dat geldt helaas
ook nog steeds voor de militaire gezondheidszorg. De IMG constateert dat dit op verschillende
plekken tot knelpunten leidt. De tekorten van verpleegkundigen en bedrijfsartsen blijven
aandacht vragen, maar ook bij het Defensie Gezondheidszorg Opleidings- en Trainingscentrum,
waar (nieuw) zorgpersoneel geschoold wordt, zijn personele tekorten geconstateerd.
Een belangrijke oorzaak hiervan is de krapte op de arbeidsmarkt. In september 2019
is de proeftuin gestart die onderzoekt of meer maatwerk op contracten kan worden geleverd
zodat deze beter aansluiten bij de behoeften van het personeelsleden en de vormgeving
van hun loopbaan. Verder verwacht ik vanaf het eind van dit jaar de eerste positieve
effecten te zien van het project personeel van het programma MGZ 2020, dat zich richt
op het tegengaan van de tekorten. In dat kader wordt een strategische personeelsplanning
ontwikkeld, die moet voorzien in de juiste capaciteiten en kwaliteiten voor de militaire
gezondheidszorg. Er wordt hierbij gewerkt aan loopbaanpaden voor artsen en verpleegkundigen,
waardoor Defensie een aantrekkelijke werkgever blijft en de uitstroom van deze groepen
hopelijk wordt teruggedrongen. Er is helaas geen eenvoudige en snelle oplossing, gelet
ook op de totale vraag naar zorgpersoneel, maar het heeft de blijvende aandacht.
De IMG trekt ook conclusies uit zijn onderzoek naar het uitvoeren van de aanstellingskeuringen.
Hij roept op tot een evaluatie, omdat zowel protocollen en faciliteiten moeten worden
herzien. Ook signaleert hij een probleem in de bewaartermijn van dossiers door een
te strikte interpretatie van de Wet op de medische keuringen. Defensie heeft sinds
maart dit jaar een Adviescommissie Keuring & Selectie Defensie ingesteld, die onder
leiding van een externe deskundige, advies uitbrengt over de governance en uitvoering
van de aanstellingskeuring en selectie. De bewaartermijn van keuringsdossiers wordt
daarin ook meegenomen.
De IMG constateert eveneens achterstanden bij de eerste beoordelingen en periodieke
herbeoordelingen van post-actieve veteranen ten behoeve van hun militair invaliditeitspensioen.
De lange duur van deze procedures bij ABP/Sociaal Medisch Onderzoek (SMO) zijn ons
bekend en hierop zijn al acties ondernomen. Zo beschikt ABP/SMO per 1 augustus aanstaande
over vier nieuwe artsen, waarvan er twee inmiddels al begonnen zijn. Daarnaast is
in 2019 in overleg met Defensie besloten dat verzekeringsartsen van Defensie het ABP/SMO
zowel in 2019 als in 2020 zullen ondersteunen bij het wegwerken van achterstanden.
Er zijn echter ook externe oorzaken voor de lange doorlooptijd van medische onderzoeken.
Dit betreft bijvoorbeeld de lange aanlevertijd van opgevraagde informatie bij artsen
(behandelaars). Voorts is in eerdere brieven aangegeven dat Defensie de ambitie heeft
om het uitkerings- en voorzieningenstelsel voor veteranen te herzien, zodanig dat
het toekomstbestendig is en vooral ook de veteraan beter ondersteunt (Kamerstuk 30 139, nrs. 225 en 230).
De zware belasting die de uitrusting van de KMar met zich meebrengt voor het personeel
is een bekend probleem dat mijn aandacht heeft. Het werk van de KMar vraagt een fysiek
zware beveiligingsuitrusting. Deze uitrusting bestaat uit verschillende onderdelen
waarvan een aantal direct op het lichaam worden gedragen en een aantal «voor handen
moeten zijn» op strategische punten. Dit laatste betekent dat deze delen van de uitrusting
snel ingezet kunnen worden indien de situatie daarom vraagt. Hiermee kan het niveau
van de beveiliging snel en adequaat worden afgestemd op de omstandigheden. Er wordt
gekeken naar een betere verdeling van de uitrusting waardoor minder op het lichaam
hoeft te worden gedragen. Tevens is volgend jaar de aanschaf van een nieuwe heupband
en een nieuw vest voorzien die meer comfort bieden zonder afbreuk te doen aan de veiligheidseisen.
De fysieke en mentale gezondheid van de medewerkers is een speerpunt voor Defensie en wordt via diverse maatregelen
gemonitord, bijvoorbeeld via zogenoemde ISA teams (interdisciplinair team voor Signaleren
en Adviseren). In deze zijn o.a. een fieldlabmanager, psycholoog, leidinggevenden
en medewerkers vertegenwoordigd. Dit is een onderdeel van het nieuwe programma KMar
Fit en Vitaal dat de KMar op dit moment aan het ontwikkelen is.
Middelen
Op het gebied van infrastructuur erken ik de belangrijke aandachtspunten die de IMG
noemt. Er zijn gelukkig ook positieve ontwikkelingen te melden. De IMG markeert in
zijn jaarverslag enkele belangrijke mijlpalen, zoals de nieuwbouw van het gezondheids-
en tandheelkundig centrum in Stroe en de bouw van een nieuw gezondheidscentrum in
Ermelo, dat inmiddels in gebruik is genomen. Daarnaast heeft Koningin Maxima in juni
2019 het verbouwde Centraal Militair Hospitaal feestelijk heropend. Aan deze projecten
is door velen zeer hard gewerkt en het resultaat levert, zoals de IMG ook constateerde,
een belangrijke kwaliteitsimpuls op voor de militaire gezondheidszorg.
Er staan echter ook nog belangrijke uitdagingen open ten aanzien van de vernieuwing
van infrastructuur. Op een aantal locaties, waar nieuwbouw is voorzien, lopen activiteiten
vertraging op door de stikstofproblematiek, zoals ’t Harde en Schaarsbergen. Hier
worden alternatieven voor de ver- en/of nieuwbouw gezocht, bijvoorbeeld de voorzieningen
naar andere locaties overbrengen, waar ver- en/of bouwplannen niet door deze stikstofnormen
worden gehinderd.
Een ander aandachtspunt dat de IMG terecht benoemt zijn de onderwijs- en leermiddelen
van het Defensie Gezondheidszorg Opleidings- en Trainingscentrum (DGOTC); goede scholing
is een belangrijke basis voor kwaliteit. Onderwijsvernieuwing staat hoog op de agenda.
Zo zijn we onlangs een project gestart om de lesruimtes met technische middelen aan
te kleden. Het doel daarvan is de leerlingen in een militaire omgeving brengen, zodat
zij in een meer realistische situatie kunnen oefenen Tevens wordt er op dit moment
hard gewerkt om de wifi op deze locaties te verbeteren, dit zal voor de zomer nog
verbeterd zijn.
De IMG constateert een verbetering in de voedselveiligheid. Goed, gezond en veilig
voedsel is de brandstof voor de fysieke en mentale inzetbaarheid van ons personeel.
Ik ben dan ook blij dat de inspanningen van Defensie op dit onderwerp tot resultaten
leiden en Defensie blijft hieraan werken, onder andere door het voorziene managementsysteem
dat op dit moment ontwikkeld wordt. Dit systeem wordt, mede door het CEAG, specifiek
ontwikkeld voor Defensie en voldoet aan de ISO 22000 norm. Dit proces loopt enige
vertraging op door de COVID-19 crisis, maar zal dit jaar worden afgerond en implementatie
volgt zo spoedig mogelijk. De IMG doet ook nader onderzoek op een aantal specifieke
locaties, hiervan zal Defensie nauwgezet volgen hoe de voorgestelde verbeterpunten
kunnen worden gerealiseerd.
Manieren
De IMG benoemt dat er belangrijke stappen zijn gezet in de (her)certificering van
verschillende eenheden en bedrijven van de militaire gezondheidszorg. Ik sluit me
aan bij de woorden van waardering voor de geleverde inspanningen door het personeel.
Dit is een goede stap in het doorlopend verbeteren van de militaire gezondheidszorg.
Het in de praktijk testen en oefenen met procedures is hier ook een belangrijk onderdeel
van. Daarnaast heeft de IMG belangrijke bevindingen met betrekking tot drie grote
oefeningen en missies waar ik hieronder kort bij stilsta.
In februari 2020 werd een simulatieoefening gehouden waarin bestaande documenten (zoals
protocollen) in samenhang werden beoordeeld door betrokkenen uit de diverse onderdelen
van de operationele keten, van werkveld tot commandant. De oefening omvatte de gehele
geneeskundige keten van verwonding naar behandeling. Zoals de IMG in zijn verslag
noteerde gaf dit een belangrijk inzicht in waar winst te behalen is ten aanzien van
de vindbaarheid, actualiteit en samenhang van protocollen en richtlijnen. Als onderdeel
van het programma MGZ 2020 wordt een publicatieportaal ingericht, zodat deze documenten
op een centrale locatie vindbaar en toegankelijk zijn. De overige resultaten van deze
oefening worden de komende periode verder uitgewerkt.
De IMG beoordeelt de geneeskundige voorzieningen voor de «enhanced Forward Presence»
-missie in Litouwen in grote lijnen als voldoende. Aandachtspunten betreffen onder
meer de voorbereiding van het uit te zenden medisch personeel, hetgeen door capaciteitstekorten
niet optimaal verloopt. Wat betreft de genoemde taalproblemen geldt dat de NAVO afspraken
het uitgangspunt zijn. Er wordt een basisniveau van Engels of Frans vereist waaraan
artsen altijd moeten voldoen. Evenwel kan het op het niveau van de individuele patiënt
zo zijn dat niet altijd volledig aan de taalniveaus wordt voldaan.
De bemerkingen van de IMG over de oefening Medic Diamond helpen bij het scherper in
beeld krijgen van de verschillende mogelijkheden van de Role 2 Basic configuraties.
De oefening had als doel om twee mogelijke configuraties van een Role 2 Basic te testen.
Deze oefening heeft verbeterpunten opgeleverd voor de normering, uitrusting en materiële
capaciteit. De medisch inhoudelijke protocollen worden ontwikkeld. De tekortkoming
in de ketenregie die de IMG constateert is mij bekend. Dit is grotendeels ontstaan
door de bezuinigingen in het verleden en de toen ontstane versnippering van taken
over de eenheden in de keten. Het is een belangrijk aspect, daarom voert CLAS, in
single service management2, momenteel een studie uit om (mede) de sturing van de geneeskundige keten te verbeteren,
deze wordt naar verwachting eind dit jaar afgerond. Tegelijkertijd wordt op dit moment
binnen het project «Role 1&2 onderkomens voor landoptreden» een verbetering van de
onderkomens en medische uitrusting gerealiseerd. Daarnaast wordt vanuit de bandbreedte
CLAS klein geneeskundig materiaal aangeschaft.
Lopende zaken
Ik benut deze brief om u ook te informeren over een aantal lopende zaken.
Te beginnen met het kader voor eenduidige normen voor operationele gezondheidzorg,
waarover ik u in 2018 per brief informeerde (Kenmerk 34 775 X, nr. 108). De verwachting is dat in 2020 met dit kader kan worden gewerkt en deze in 2021
kan worden vastgesteld. Dit proces heeft vertraging opgelopen doordat met veel partijen moest worden afgestemd en dit vervolgens
beperkt werd door de ontwikkelingen rondom COVID-19.
Het programma MGZ 2020 heeft als doel de randvoorwaarden te scheppen om de kwaliteit
van militaire geneeskundige zorg en dienstverlening te bewaken en beheersen, hierover
heb ik u geïnformeerd op 22 oktober 2019 (Kamerstuk 35 300 X, nr. 14). Binnen dit programma zijn acht projecten gestart. Zoals ook aan u wordt gemeld
in het beleidsjaarverslag, heeft het project Opleiden, Trainen en Certificeren vertraging
opgelopen vanwege de omvang van het project en de complexiteit van de governance.
Onlangs is ook gebleken dat het project operationeel geneeskundige keten een vertraging
zal oplopen van meerdere maanden, deze vertraging was bij het schrijven van het beleidsjaarverslag
nog niet bekend. Daarmee lopen zes van de acht projecten volgens planning. Naar verwachting
kunnen beide vertraagde projecten binnen de looptijd van het programma MGZ 2020 worden
afgerond.
Een constatering uit een vorig jaarverslag van de IMG betrof het ontbreken van geschikte
gewondenafvoermiddelen. Zoals u weet heb ik me ingezet voor de invoering van de zogenoemde
Bushmaster-gewondentransport (Kamerstuk 35 000 X, nr. 6). Vanwege uitloop van contractonderhandelingen en de hieruit voortvloeiende consequenties
worden de Bushmasters niet in 2020, maar medio 2021 ingevoerd. De vertraging heeft
geen consequenties voor de geneeskundige ondersteuning van de lopende missies. Er
zijn diverse projecten voor vervanging van operationele wielvoertuigen. Tot die tijd
zijn alle inspanningen erop gericht de huidige vloot aan geneeskundige transportmiddelen
inzetbaar te houden tot dat de nieuwe, reeds bestelde, middelen binnen zullen stromen.
Tenslotte informeer ik u over de voortgang van het project «Delight»: de vervanging
van het verouderde elektronisch patiëntendossier voor de eerstelijns gezondheidszorg.
Er zijn ontwikkelingen geweest waardoor de planning zoals ik die in mijn eerdere brief
22 oktober 2019 (Kamerstuk 35 300 X, nr. 14) noemde, waarschijnlijk niet wordt gehaald. Het proces om tot een contract met een
marktpartij te komen is complexer dan verwacht. Dit leidt tot enige vertraging in
de planning. Gezien het belang van goede ICT-ondersteuning, zoals ook de IMG meermaals
onderkende in zijn verslagen, zal ik uw Kamer informeren over de voortgang.
Tot slot
Ten slotte wil ik vanaf deze plek de IMG feliciteren met zijn 30-jarig jubileum en
danken voor het belangrijke werk dat hij met zijn medewerkers verricht. De constateringen
en aanbevelingen die hij in zijn rol als toezichthouder doet, helpen Defensie om de
kwaliteit van de militaire gezondheidszorg op niveau te houden, juist nu.
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, staatssecretaris van Defensie