Brief regering : Verslag informele videoconferentie van de leden van de Raad van Buitenlandse Zaken 15 mei 2020
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2162 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 mei 2020
Hierbij bied ik u het verslag van de informele videoconferentie van de leden van de
Raad van Buitenlandse Zaken van 15 mei 2020.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
VERSLAG INFORMELE VIDEOCONFERENTIE VAN DE LEDEN VAN DE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN
15 MEI 2020
Introductie
Op vrijdag 15 mei jongstleden vond een informele Raad Buitenlandse Zaken plaats per
videoconferentie waaraan de Minister van Buitenlandse Zaken deelnam. De Raad sprak
over het Midden-Oosten Vredesproces (MOVP) en de impact van de COVID-19 pandemie op
het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Tevens kwamen, onder Current Affairs, kort de Westelijke Balkan top van 6 mei jongstleden, Venezuela, de Sudan Partnership Conference, Libië, Jemen en de overeengekomen EU27-verklaring over Turkse booractiviteiten in
het Oostelijk Middellandse zeegebied aan de orde.
Current Affairs
Westelijke Balkan top
De Raad blikte terug op de – per videoconferentie gehouden – top tussen de EU en de
Westelijke Balkan-landen op 6 mei jongstleden. De top stond onder meer in het teken
van de COVID-19 pandemie en de samenwerking van de EU met en tussen de Westelijke
Balkan-landen. De impact van de COVID-19 pandemie voor de landen van de Westelijke
Balkan is fors en de top was daarmee een stevig signaal van solidariteit en betrokkenheid
van de EU bij de regio. Het verslag van deze top kwam uw Kamer reeds toe (Kamerstukken
21 501-20 en 25 295, nr. 1540). Een aantal Lidstaten greep deze mogelijkheid aan om het belang te onderstrepen
om een zelfde gewicht te geven aan het Oostelijk Partnerschap en pleitte er daarom
voor ook op korte termijn een top – per videoconferentie – met het Oostelijk Partnerschap
te organiseren.
Venezuela
Hoge Vertegenwoordiger Borrell kondigde aan dat de EU en Spanje – in samenwerking
met de UNHCR en het IOM – op 26 mei aanstaande een donorconferentie organiseren en
riep de leden van de Raad op tot deelname. Hij benadrukte daarbij dat COVID-19 een
extra reden is om te streven naar een politieke oplossing en stelde tevens voor om
op korte termijn de International Contact Group
bijeen te roepen, eerst op hoogambtelijk niveau en vervolgens op ministerieel niveau.
Sudan Partnership Conference
De Raad stond kort stil bij de Sudan Partnership Conference, die Hoge Vertegenwoordiger Borrell samen met Duitsland en de VN voorbereidt. Doel
van deze conferentie is om steun te betuigen aan de democratische transitie in Soedan,
inclusief pledges. Externe financiering is van belang om de urgente hervormingen te ondersteunen. Indien
de transitie in Soedan faalt, zal dat ook zijn weerslag hebben op de regio en de EU.
Turkse proefboringen
In navolging van de vorige bespreking tijdens de Raad Buitenlandse Zaken en de Europese
Raad van 22 en 23 april jongsleden (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2157 en Kamerstuk 21 501-20, nr. 1536) kwamen de leden van de Raad een verklaring overeen omtrent de Turkse proefboringen
in het Oostelijk deel van de Middellandse Zee.1 In deze verklaring heeft de Raad solidariteit met Cyprus uitgesproken en heeft Turkije
opnieuw opgeroepen de Cypriotische soevereiniteit te respecteren, waarbij de Raad
betreurt dat Turkije geen opvolging heeft gegeven aan eerdere oproepen.
Jemen
De Raad stond kort stil bij de ontwikkelingen in Jemen. Ondanks oproepen van de SGVN
aan de partijen om mede t.b.v. een gezamenlijke COVID-19 aanpak hun strijd te staken
en de aankondiging van een eenzijdige wapenstilstand door Saudi-Arabië, gaan de gevechten
tussen de partijen onverminderd door. Nederland heeft ervoor gepleit dat de EU zich
eensgezind in blijft zetten voor politieke oplossingen die tot duurzame stabiliteit
in de regio leiden. Tevens heeft Nederland nogmaals gepleit om in de EU te komen tot
een gezamenlijk, restrictief wapenexportbeleid voor de bij het conflict in Jemen betrokken
partijen.
Libië
De Raad sprak kort over de verslechterende situatie in Libië. Lidstaten, waaronder
Nederland, spraken hun brede zorg uit voor de oplaaiende gevechtshandelingen en de
mogelijke gevolgen van COVID-19 voor de humanitaire situatie. Nederland riep op schendingen
van het internationaal humanitair recht te veroordelen en de schenders verantwoordelijk
te stellen voor hun daden.
Ontwikkelingen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika
Midden-Oosten Vredesproces (MOVP)
De Raad heeft gesproken over de ontwikkelingen in Israël en de Palestijnse gebieden.
Aanleiding hiervan was onder meer het regeerakkoord tussen Likud en Kahol-Lavan waarin
gesproken wordt over stappen richting annexatie van delen van de Palestijnse gebieden.
Lidstaten, waaronder Nederland benadrukten het belang van het voorkomen van unilaterale
stappen die de tweestatenoplossing ondermijnen en de noodzaak tot het respecteren
van internationaal recht. De Raad benadrukte derhalve het belang van preventie onder
meer door het intensiveren van de diplomatieke contacten met de betrokken partijen.
Nederland heeft daarbij nogmaals aangegeven in te zetten op het aansporen van beide
partijen om af te zien van negatieve stappen die de twee-statenoplossing moeilijker
maken, en het stimuleren van positieve stappen die een terugkeer naar de onderhandelingstafel,
met het Kwartet en Arabische partners, bevorderen. Daarbij benadrukte Nederland ook
het belang van democratische verkiezingen in de Palestijnse gebieden en het stopzetten
van betalingen aan gevangenen in Israëlische detentie op basis van duur van de detentie.
Impact van de COVID-19 pandemie op het Midden-Oosten en Noord-Afrika
De Raad stond stil bij de impact van de COVID-19 pandemie op het Midden-Oosten en
Noord-Afrika. In de Raad bestond brede consensus dat COVID-19 de sociaaleconomische
weerbaarheid van diverse landen in deze regio verder onder druk zet, met name in de
focuslanden Irak, Libanon en Jordanië, maar ook in een land als Tunesië. Tegelijkertijd
blijven conflicten in Syrië, Jemen en Libië voortduren ondanks oproepen internationale
gemeenschap tot wapenstilstand en hervatting politieke dialoog. De Raad benadrukte
het strategische belang van deze regio voor Europa, gezien de nabijheid, de directe
impact op Europa en de verwevenheid van gedeelde belangen en uitdagingen, waaronder
migratie, terrorisme, klimaat en nu COVID-19. Tegelijkertijd sprak de Raad zorgen
uit over tendensen om juist nu – ten tijde van de COVID-19 pandemie – vrijheden aan
banden te leggen worden. Mensenrechten en democratie dienen scherp in het oog gehouden
te worden. Nederland sloot zich aan bij het beeld van de Raad dat COVID-19 bestaande
breuklijnen en problemen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika nog sterker zichtbaar
maakt. Een blijvende inzet op sociaaleconomische en politieke stabiliteit, veiligheid
en welvaart is daarom noodzakelijk. Hierbij dienen mensenrechten en de Rule of Law hoog in het vaandel gehouden worden. In dat kader heeft Nederland nogmaals het belang
van het EU-mensenrechtensanctieregime benadrukt en de Raad nogmaals aangemoedigd snel
tot overeenstemming te komen over de uitwerking van het politieke akkoord van december
jongstleden. Evenals andere Lidstaten, heeft Nederland ten slotte het belang benadrukt
om juist ook aandacht te besteden aan de situatie van extra kwetsbare groepen als
vluchtelingen.
Overig
Oostelijk Partnerschap
In reactie op het verzoek2 op de hoogte te worden gehouden van de totstandkoming van het Oostelijk Partnerschap-beleid
(OP) post-2020, informeert het kabinet u bij dezen als volgt. Volgend op het openbare
consultatietraject dat plaatsvond in de tweede helft van vorig jaar, schetsten de
Commissie en Hoge Vertegenwoordiger de contouren van het nieuwe beleid reeds in een
mededeling die 18 maart verscheen. Daarover ontving uw Kamer een BNC-fiche.3
In reactie op de mededeling onderhandelden de lidstaten over Raadsconclusies waarover
op 11 mei akkoord werd bereikt.4 Het kabinet verwelkomt de conclusies en onderstreept de noodzaak om in het licht
van de COVID-19-crisis solidariteit richting de OP-partners te tonen. De inzet van
het kabinet voor de Raadsconclusies was overeenkomstig de bijdrage van Nederland aan
het openbare consultatietraject. Het kabinet drong aan op 1) sterke taal op het gebied
van rechtstaat en anticorruptie, 2) conditionaliteit (zowel positief als negatief)
als voorwaarde voor een effectief OP, 3) vergroening van het OP, en 4) het belang
van zo veel mogelijk concrete resultaten voor burgers in OP-landen.
Vanwege de COVID-19-uitbraak is het onzeker of de OP-top, die gepland staat voor 18 juni,
doorgang kan vinden. EDEO en Commissie overleggen momenteel met de lidstaten en OP-partners
of de top moet worden uitgesteld dan wel per videoverbinding dient plaats te vinden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken