Brief regering : Nederlandse inzet in de Europese grens- en kustwacht in 2020
32 317 JBZ-Raad
Nr. 619 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 mei 2020
Hierbij informeer ik u, mede namens de Ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie,
over de voorgenomen Nederlandse inzet aan personeel en materieel voor de operaties
van het Europese grens- en kustwacht agentschap (Frontex) in 2020, afhankelijk van
de ontwikkelingen met betrekking tot COVID-19. Elk jaar wordt de inzet vastgesteld
tijdens de bilaterale gesprekken tussen Frontex en Nederland. Vanwege de ontwikkelingen
aan de Grieks-Turkse grens is, na de bilaterale gesprekken voor 2020, besloten tot
extra inzet vanuit Nederland via de Rapid Border Intervention in Griekenland. Daarnaast is inzet op andere plaatsen waar nodig verminderd in verband
met de recente situatie rondom COVID-19. Aanvullend informeer ik u over de ondersteuning
van Frontex aan Nederland.
Inleiding
Op 4 december 2019 is de nieuwe Europese grens- en kustwacht verordening (2019/1896)
in werking getreden. Desondanks vindt de inzet van personeel en materieel dit jaar
nog plaats conform de voorgaande Europese grens- en kustwacht verordening (2016/1624).
Conform de nieuwe verordening wordt Frontex vanaf 2021 namelijk uitgerust met meer
operationele capaciteit en bevoegdheden, zoals een permanent korps bestaande uit personeel
van Frontex en van de lidstaten. Het permanent korps wordt vanaf 2021 operationeel
en zal de jaren erna in capaciteit trapsgewijs toenemen.
Nederlandse inzet in Frontex operaties in 2020
De gemeenschappelijke operaties van Frontex en de lidstaten zijn erop gericht om de
buitengrenzen effectiever te beheren en ervoor te zorgen dat een veilig Schengengebied
kan worden gewaarborgd. Dit komt overeen met de beleidsdoelen van het kabinet in het
regeerakkoord en de integrale migratieagenda1. Het kabinet vindt het van belang dat Nederland hier met personeel en materieel aan
bijdraagt. De effectiviteit van de operaties is voor een groot deel afhankelijk van
de capaciteit die lidstaten beschikbaar stellen aan Frontex. In de bilaterale gesprekken
met Frontex worden in gezamenlijkheid afspraken gemaakt over de periode en duur van
de inzet.
In 2020 bedraagt de Nederlandse personele inzet in de reguliere Frontex-operaties
ongeveer 27 VTE. De personele inzet in de reguliere Frontex-operaties bestaat dit
jaar uit grenswachters van de Koninklijke Marechaussee (KMar), personeel van de Dienst
Vervoer en Ondersteuning (DV&O), de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) en de Nationale
Politie (district Zeehaven van de eenheid Rotterdam). De Immigratie en Naturalisatiedienst
(IND) is daarnaast als intermediair betrokken bij het beschikbaar stellen van ongeveer
55 tolken per rotatieronde aan Frontex. Deze tolken worden voor een periode van circa
twee maanden zes dagen per week ingezet. Vanaf 1 augustus 2020 stopt de IND met het
beschikbaar stellen van deze tolken aan Frontex, omdat Frontex zelf tolken gaat aanbesteden.
In 2020 draagt Nederland ook bij aan Frontex operaties met materieel. Het betreft
twee patrouillevoertuigen van de KMar en een KMar-vaartuig (RHIB). In de bilaterale
gesprekken met Frontex werd de afspraak gemaakt dat een van de twee Nederlandse Kustwachtvliegtuigen
in het voor- en najaar in totaal dertig dagen werd ingezet. Vanwege het uitlopen van
onderhoudswerkzaamheden en de situatie rondom COVID-19, is het echter niet mogelijk
om het vliegtuig in het voorjaar in te zetten. In het najaar wordt het vliegtuig voor
een periode van vijftien dagen ingezet.
Afhankelijk van de beschikbare nationale capaciteit kan Nederland daarnaast personeel
en/of materieel leveren naar aanleiding van eventuele uitvragen die Frontex in de
loop van het jaar kan doen, zoals recent het geval was voor de Rapid Border Intervention in Griekenland. De voorgenomen Nederlandse inzet kan hierdoor in de loop van 2020
wijzigen.
Rapid Border Intervention
Op 4 maart jl. ontving Nederland van Frontex het verzoek om ondersteuning te leveren
aan de Rapid Border Intervention in Griekenland. Als onderdeel van het bredere Europese actieplan werden er op verzoek
van Griekenland twee grensoperaties opgezet om de opgelopen migratiedruk aan de Grieks-Turkse
grens aan te kunnen. De uitvraag van Frontex aan Nederland bedroeg in totaal vier
grenswachters. Nederland heeft conform dit verzoek twee grenswachters van de KMar,
een van de DV&O en een van de Nationale Politie ingezet in de Rapid Border Intervention. Hierover is uw Kamer eerder geïnformeerd via het verslag van de JBZ-Raad van 13 maart
jl.2
In het AO over de Extra JBZ-Raad van 3 maart jl. heb ik aangegeven te onderzoeken
of het mogelijk is om een schip in te zetten in de maritieme Rapid Border Intervention in Griekenland. In overleg met de Ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken
is geconcludeerd dat het, vanwege een tekort aan inzetbare middelen en de huidige
inzet van materieel in het Caribische gebied ten behoeve van de bestrijding van COVID-19,
niet mogelijk is om op dit moment een schip in te zetten.
COVID-19
In overleg met de lidstaten monitort Frontex constant de ontwikkelingen van COVID-19
en mogelijke implicaties voor de operaties en de inzet van de lidstaten. Hoge prioriteit
wordt gegeven aan de operaties in Griekenland en vooralsnog geeft Frontex aan dat
deze activiteiten op een veilige manier doorgang kunnen blijven vinden. Inzet in andere
operaties wordt vaak geannuleerd. Dit heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat twee personeelsleden
van de KMar van de luchthavens in Portugal en Georgië terug zijn gekomen naar Nederland.
Daarnaast zijn alle tolken die werkzaam waren in Spanje, Italië, Bulgarije, Albanië,
Cyprus en Griekenland voortijdig teruggekomen. De reden hiervoor is dat de tolken
niet in dienst zijn van de IND en daarom hierin hun eigen afweging maken. Buiten de
ontwikkelingen in de operaties, worden veel van de reguliere activiteiten van Frontex,
zoals trainingen, geannuleerd of uitgesteld. De situatie rondom COVID-19 kan de geplande
inzet voor dit jaar ook de komende tijd verder beïnvloeden.
Waar vindt de geplande Nederlandse inzet plaats?
Nederlandse inzet vindt voor het belangrijkste gedeelte plaats aan de Europese buitengrenzen
waar de druk van irreguliere migratie het grootst is, namelijk in Griekenland, Italië
en Spanje. Daarnaast vindt de Nederlandse inzet plaats in delen van de Westelijke
Balkan, zoals in Albanië, en het (zuid)oosten van de EU, zoals in Polen en Bulgarije.
Nederlandse experts worden tevens ingezet op (lucht)havens in derde landen waar risico’s
bestaan op het gebied van irreguliere migratie richting de EU, bijvoorbeeld in Georgië,
Roemenië en Moldavië, maar ook op luchthavens van lidstaten, zoals in Hongarije, Frankrijk
en België.
In het najaar van 2020 draagt de KMar met een RHIB inclusief bemanning bij aan de
operatie Themis in Italië. Daarnaast draaien de Nationale Politie (district Zeehaven
van de eenheid Rotterdam) en de KMar elk jaar mee in een Joint Crew Project met de Duitse Bundespolizei op het eiland Samos in Griekenland.
Inzet in de terugkeerpools
Nederland levert in 2020 ook capaciteit voor de terugkeerpools van Frontex. De terugkeerpool
bestaat uit terugkeermonitors, -escorts en -experts. Zij hebben als taak het ondersteunen
van lidstaten bij het organiseren van terugkeeroperaties, het inrichten van een terugkeerproces
of het verkrijgen van reisdocumenten en het inspecteren van de door lidstaten georganiseerde
terugkeeroperaties. De KMar zet twee terugkeerescorts in. De Inspectie Justitie en
Veiligheid levert met acht terugkeermonitors een bijdrage. Daarnaast heeft de DT&V
tot vier VTE beschikbaar voor internationale inzet. De precieze inzet wordt nader
bepaald in reactie op de uitvraag vanuit Frontex.
Inzet in trainingen
Nederland stelt in 2020 in totaal ongeveer tien trainers ter beschikking aan Frontex
voor trainingen aan Europese grenswachters. Daarnaast heeft Nederland een Partnership
Academy op Schiphol waar de KMar trainingen van Frontex faciliteert. Vanwege COVID-19
zijn fysieke trainingen geannuleerd of uitgesteld.
Financiering van de inzet
De operationele kosten voor de inzet van personeel en eventueel materieel worden grotendeels
door Frontex vergoed. Kosten zoals salaris en buitenlandtoelages komen ten laste van
de zendende lidstaten. Daarnaast kunnen er voor lidstaten (extra) kosten ontstaan
bij de inzet van materieel die ze zelf moeten bekostigen. De kosten voor de inzet
van de tolken worden geheel door Frontex vergoed.
Ondersteuning van Frontex aan Nederland
Behalve de bijdrage van Nederland aan Frontex operaties en activiteiten, ontvangt
Nederland ook ondersteuning van het agentschap. Een voorbeeld is de personele ondersteuning
van Frontex aan de KMar op de luchthaven Schiphol. In 2020 zal het naar verwachting
gaan om ongeveer twintig grenswachters. Personeel van onder andere de KMar neemt ook
deel aan diverse trainingen georganiseerd door Frontex. Ook heeft het agentschap,
vanuit de Europese grens- en kustwacht verordening (2019/1896), de mogelijkheid om
verbindingsfunctionarissen te plaatsen in lidstaten. Nederland wordt in dat kader
ondersteund door een verbindingsfunctionaris van Frontex om onder andere de communicatie
tussen Frontex en Nederland te bevorderen, en bijstand te verlenen in het verzamelen
van informatie op het gebied van grensbeheer.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid