Brief regering : Beleidsreactie op rapport Raad voor de rechtshandhaving 'Bijdragen justitiële partijen aan de aanpak huiselijk geweld in Caribisch Nederland’
28 345 Aanpak huiselijk geweld
Nr. 232
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 mei 2020
Met deze brief bied ik uw Kamer, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming en
in overeenstemming met artikel 30 van de Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving, het
rapport van de Raad voor de rechtshandhaving «Bijdragen van de justitiële partijen
aan de aanpak van huiselijk geweld in Caribisch Nederland» aan1. In deze brief benoem ik de aanbevelingen en ga ik in op de maatregelen die zijn
en worden getroffen. Voor een weergave van de feiten verwijs ik u naar het rapport.
De Raad voor de rechtshandhaving (hierna: de Raad) is op grond van de Rijkswet Raad
voor de rechtshandhaving belast met de algemene inspectie van de organisaties van
de justitiële keten in Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba), in Curaçao
en in Sint Maarten. De Raad heeft vanaf eind 2019 onderzocht hoe het er in Caribisch
Nederland met de aanpak van huiselijk geweld voorstaat en welke bijdragen de justitiële
partijen daaraan leveren. Het onderzoek is uitgevoerd op Bonaire, Saba en Sint Eustatius.
Aanbevelingen
De Raad heeft in zijn onderzoek gekeken naar zowel de repressieve aanpak door de politie
en het openbaar ministerie (OM) als naar de rol van de justitiële partijen bij de
aanpak die het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in het kader
van een bestuursakkoord heeft afgesproken met de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba (BES). Op basis van het onderzoek doet de Raad de volgende aanbevelingen.
1 Ten aanzien van het Ministerie van JenV:
a. Treed in overleg met het Ministerie van VWS over de wenselijkheid van een wettelijke
meldcode huiselijk geweld voor Caribisch Nederland.
b. Onderzoek de wenselijkheid van een wettelijke regeling voor een tijdelijk huisverbod
in Caribisch Nederland.
2 Ten aanzien van het OM BES:
a. Leg werkafspraken met de ketenpartners Korps Politie Caribisch Nederland (KPCN) en
Stichting Reclassering Caribisch Nederland (SRCN) over de aanpak van huiselijk geweld
schriftelijk vast, overeenkomstig de aanwijzing van de Procureur-Generaal (PG).
b. Rapporteer ten minste eenmaal per jaar aan de PG over de samenwerking met het KPCN
en de SRCN, overeenkomstig de aanwijzing van de PG.
3 Ten aanzien van het KPCN:
a. Neem in gevallen waarin een slachtoffer van huiselijk geweld geen aangifte wenst te
doen altijd contact op met het OM BES, zoals voorgeschreven in de aanwijzing van de
PG.
b. Treed in gevallen waarin een strafrechtelijke aanpak vérgaande consequenties kan hebben
voor het slachtoffer altijd in overleg met het OM BES.
4 Ten aanzien van de justitiële partijen KPCN, Voogdijraad en SRCN:
Verbeter de informatie-uitwisseling met de ketenpartners en maak daarbij gebruik van
de Juridische Handreiking BES van het Ministerie van VWS.
Beleidsreactie
Huiselijk geweld en kindermishandeling vormen niet alleen in het Europese deel van
het Koninkrijk een ernstig probleem, maar ook in Caribisch Nederland. Huiselijk geweld
en kindermishandeling hebben grote en vaak levenslange gevolgen. Kinderen en volwassenen
die worden mishandeld, ondervinden daarvan vaak medische, sociale en psychische gevolgen.
De inzet van betrokken departementen en lokale overheden is om huiselijk geweld en
kindermishandeling terug te dringen en de schade te beperken, zodat volwassen en kinderen
in een veilige omgeving kunnen leven en opgroeien.
De Raad constateert in zijn onderzoek dat de aanpak van huiselijk geweld in Caribisch
Nederland een veelbelovende start heeft gemaakt. Zo hebben justitiële partijen, met
name KPCN, positieve bijdragen geleverd aan voorlichtings- en bewustwordingsactiviteiten
in Caribisch Nederland. Ook heeft het pilotproject huiselijk geweld van mijn ministerie
gezorgd voor een belangrijke impuls voor de uitvoering van de afspraken van het Bestuursakkoord
2017–2020, dat tussen VWS en de openbare lichamen is gesloten. De Raad constateert
ook dat er op een aantal punten verbetering nodig is. Alle betrokken organisaties
en ministeries omarmen de aanbevelingen die de Raad heeft gedaan. Hieronder ga ik
er nader op in.
Wettelijke meldcode huiselijk geweld voor Caribisch Nederland
De verantwoordelijkheid voor de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling
in Caribisch Nederland is bij VWS, de lokale overheden en mijn ministerie belegd.
De betrokken overheden werken op dit belangrijke onderwerp nauw samen. In het Bestuursakkoord
2017–2020 aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling, dat VWS met de openbare lichamen
Bonaire, Saba en Sint Eustatius heeft gesloten, is opgenomen dat er gekeken wordt
naar eventuele hiaten in de huidige wetgeving in Caribisch Nederland omtrent huiselijk
geweld en kindermishandeling. VWS heeft naar aanleiding hiervan een juridische handreiking
laten maken waarin de wettelijke bevoegdheden van professionals in Caribisch Nederland
ten aanzien van het melden van huiselijk en kindermishandeling beschreven staan. In
de handreiking staat eveneens een stappenplan beschreven voor het handelen bij een
vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling. VWS en mijn ministerie zullen
in 2020 een analyse maken van de wijze waarop en de mate waarin de aanpak huiselijk
geweld en kindermishandeling van een verdere wettelijke basis kan worden voorzien.
Wij zullen daarnaast ook de wenselijkheid onderzoeken van een wettelijke meldcode
huiselijk geweld voor Caribisch Nederland.
De Wet tijdelijk huisverbod
De invoering van de Wet tijdelijk huisverbod kan mogelijk bijdragen aan de aanpak
van huiselijk geweld en kindermishandeling in Caribisch Nederland. In Europees Nederland
is een meerjarig voorbereidingstraject uitgevoerd, alvorens de Wet tijdelijk huisverbod
van kracht ging. Tijdens dit traject is onder andere een uitvoeringsadvies opgesteld
en zijn er pilots (in vrijwillig kader) uitgevoerd. Aan de openbare lichamen op de
BES-eilanden is eind 2018 voorgesteld om op dezelfde wijze invoering van de Wet tijdelijk
huisverbod voor te bereiden en met hen gezamenlijk een uitvoeringsadvies op te stellen.
Ik zal bij de openbare lichamen om een spoedige reactie op dit voorstel vragen.
Werkafspraken OM BES
Het OM BES zal de aanbeveling in samenwerking met KPCN en SRCN nog dit jaar oppakken
in het Strategisch Overleg Justitieketen, waarin de aanpak van huiselijk geweld zal
worden geagendeerd en werkafspraken gemaakt zullen worden.
Rapportage OM BES
Het OM BES zal samen met bovengenoemde ketenpartners vanaf augustus dit jaar jaarlijks
rapporteren aan de PG over de aanpak van huiselijk geweld, conform de aanwijzing van
de PG. De voorbereidingen hiervoor zijn reeds gestart.
Geen aangifte bij huiselijk geweld
Uitgangspunt voor KPCN is dat gewerkt wordt volgens de aanwijzing van de PG. Het kan
echter voorkomen dat niet direct contact opgenomen kan worden met het OM. Daar waar
dit het geval is, is de afspraak dat zo spoedig mogelijk dit overleg tussen KPCN en
OM alsnog plaatsvindt.
Overleg KPCN-OM BES
Conform de huidige werkwijze worden casussen waarin een strafrechtelijke aanpak vergaande
consequenties kan hebben voor het slachtoffer, in het wekelijkse overleg met het OM
besproken. Als de situatie erom vraagt, vindt er altijd spoedoverleg plaats tussen
KPCN en het OM.
Justitiële partijen KPCN, Voogdijraad en SRCN:
In geval er sprake is van een strafrechtelijke zaak, heeft het OM BES een centrale
rol bij de informatieverstrekking. Het OM BES bepaalt of en zo ja met welke ketenpartners
contact gezocht moet worden en welke informatie gedeeld kan worden. Indien er sprake
is van een zwaarwegend algemeen belang kan KPCN zelfstandig besluiten om informatie
te delen met instellingen en organisaties. Daarbij gaat het, zoals de Juridische Handreiking
BES aangeeft, in de meeste gevallen om instanties zoals Slachtofferhulp en, voor zover
er minderjarigen betrokken zijn, de Voogdijraad. Op korte termijn wordt een informatie-medewerker
bij KPCN aangetrokken. In de komende anderhalf jaar moet deze medewerker de informatievoorziening
van KPCN verder vorm gaan geven. De informatieverstrekking in het kader van dit onderzoek
maakt daar deel van uit.
Tot slot
Ik ben verheugd dat er een veelbelovende start is gemaakt met de aanpak van huiselijk
geweld en kindermishandeling in Caribisch Nederland. Het rapport van de Raad is duidelijk
over datgene wat er moet gebeuren om de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling
in Caribisch Nederland verder te verbeteren. Het is nu zaak om door te zetten en de
aanbevelingen voortvarend op te pakken. Tijdens mijn reguliere overleggen met de justitiepartners
wordt ook de voortgang op het terrein van de aanpak van huiselijk geweld besproken.
Hier zullen ook de punten als genoemd in deze reactie worden meegenomen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid