Brief regering : Warmtefonds
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
32 813
Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
R/ nr. 646
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op
13 mei 2020.
De wens om over de voorgenomen privaatrechtelijke rechtshandeling nadere inlichtingen
te ontvangen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden
van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven
en uiterlijk op 12 juni 2020.
De privaatrechtelijke rechtshandeling kan niet eerder worden gedaan dan op 13 juni
2020 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de in de vorige volzin bedoelde
inlichtingen.
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 mei 2020
In mijn brief van 17 december 2019 (Kamerstuk 32 847, nr. 585) heb ik u geïnformeerd over de wijze waarop ik woningeigenaren beter in staat wil
stellen om hun woning te verduurzamen. In de nu voorliggende brief ga ik nader in
op de financiering van het Warmtefonds voor woningeigenaren die niet in aanmerking
komen voor reguliere financiering.
Breed palet financieringsmogelijkheden voor woningeigenaren
Aantrekkelijke en toegankelijke financiering voor woningeigenaren is een voorwaarde
voor een succesvolle energietransitie in de gebouwde omgeving. Dit vraagt gezien de
uiteenlopende situaties van woningeigenaren om een breed palet van aantrekkelijke,
toegankelijke en verantwoorde financieringsmogelijkheden. In de brief van december
heb ik dit palet geschetst. Woningeigenaren kiezen vaak voor de inzet van spaargeld,
het meefinancieren in de hypotheek bij de aankoop van een woning en het ophogen van
de bestaande hypotheek als financieringsmogelijkheden.
Het Warmtefonds is een belangrijke aanvulling op dit palet. Het Warmtefonds verstrekt
sinds februari 2020 financiering met een looptijd van maximaal 20 jaar voor woningeigenaren
en maximaal 30 jaar voor Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) vanaf acht appartementen.
De looptijd moet passen bij de levensduur van de duurzaamheidsmaatregelen. De rente
voor de financiering varieert momenteel, afhankelijk van de looptijd, van 1,6% (7
jaar) tot 2,1% (20 jaar) voor woningeigenaren en van 2,0% (10 jaar) tot 2,8% (30 jaar)
voor VvE’s. Deze financiering maakt het voor meer woningeigenaren en VvE’s mogelijk
om woonlastenneutraal te verduurzamen.
Financiering Warmtefonds voor bijzondere doelgroepen
Er zijn woningeigenaren die nu op de markt niet terecht kunnen voor financiering,
ook niet voor de bovengenoemde financiering van het Warmtefonds. Dit kan onder meer
komen doordat zij hun maximale leenruimte al benutten. De extra maandlasten van financiering
zijn te hoog in verhouding tot hun inkomsten en overige maandelijkse uitgaven. In
de brief van december heb ik aangegeven voor deze doelgroep met een financieringsproduct
te komen om op verantwoorde wijze financiering beschikbaar te stellen als in hun buurt
sprake is van een wijkaanpak voor verduurzaming. Datzelfde geldt wanneer hun koopwoning
onderdeel is van een aaneengesloten rij woningen of een appartementencomplex met veel
corporatiewoningen, het zogeheten gespikkeld bezit, en de woningcorporatie de huurwoningen
wil gaan verduurzamen. In dit soort gevallen wil ik ook mensen met een koopwoning
die normaal gesproken niet in aanmerking komen voor financiering, in staat stellen
om mee te doen en hun woning te verduurzamen.
Bij de vormgeving van deze financiering is geborgd dat woningeigenaren niet in de
problemen komen door de financiering. De financiële positie van de aanvragers bepaalt
in welke mate de financiering maandelijks terugbetaald kan worden (financiering naar
draagkracht). Dit betekent dat zij maandelijks rente en aflossing betalen voor zover zij daar nog ruimte voor hebben op basis van de leennormen zoals opgenomen in de
Regeling hypothecair krediet. Het deel van de aflossing dat niet in hun leenruimte
past, blijft onderdeel van de uitstaande schuld. Daarover wordt geen rente berekend.
Voor deze vorm is gekozen omdat overkreditering altijd moet worden voorkomen, maar
het wel wenselijk is dat deze groep aan financiering kan komen.
Een aanpassing van de Regeling hypothecair krediet is in voorbereiding om het onder
voorwaarden mogelijk te maken om bij deze maatwerkfinanciering meer te lenen dan de
maximale Loan-to-Value van 100%, hierdoor mag er meer geleend worden dan de waarde
van de woning. Het maximale financieringsbedrag is 25.000 euro. De kosten van het
aanvragen en het afsluiten van de financieringsovereenkomst, zoals voor de toetsing
en administratie, worden voor deze doelgroep gedragen door het Warmtefonds. In hoeverre
een dergelijke financiering voldoet aan de voorwaarden voor een eigenwoningschuld
en recht geeft op fiscale aftrek van het deel van de rente dat wel wordt betaald bij
de maatwerkfinanciering, is in dit stadium nog niet duidelijk. Dit wordt getoetst
door de Belastingdienst.
Met deze financieringsvorm kan ook voor de bijzondere doelgroepen een interessant
aanbod ontstaan. Het gaat om een investering in de verduurzaming van de eigen woning,
zodat de woningeigenaar zijn investering mogelijk kan terugverdienen via de energierekening
of via waardevermeerdering van de woning. De woningeigenaar kan de financiering van
het Warmtefonds ook combineren met beschikbare generieke subsidies, zoals de Investeringssubsidie
duurzame energie en de Subsidie energiebesparing eigen huis of met gemeentelijke regelingen,
bijvoorbeeld vanuit het budget voor de proeftuinen aardgasvrije wijken.
Een concreet voorbeeld van hoe het Warmtefonds kan werken: een gemeente organiseert
met bewoners en bouwbedrijven een wijkaanpak waarbij in woningen isolatie en een aansluiting
op een warmtenet worden gerealiseerd. Een woningeigenaar in dit voorbeeld wil, na
aftrek van subsidiebijdragen, nog een bedrag van 9.000 euro financieren via het Warmtefonds.
Op basis van de in Nederland geldende leennormen kijkt het Warmtefonds of de woningeigenaar
in aanmerking komt voor een reguliere financiering via het Warmtefonds: sinds februari
2020 verstrekt het Warmtefonds consumptief krediet dat met een looptijd tot 20 jaar
beschikbaar is. Wanneer de woningeigenaar niet in aanmerking komt voor reguliere financiering,
kan hij wel de hypothecaire maatwerkfinanciering bij het Warmtefonds afsluiten om
de isolatie en aansluiting op het warmtenet te financieren. Als de woningeigenaar
zijn maximale leenruimte al geheel heeft benut, hoeft hij maandelijks geen rente en
aflossing aan het Warmtefonds te betalen. Het bedrag van 9.000 euro blijft dan een
uitstaande schuld aan het Warmtefonds. Periodiek wordt gekeken of de situatie van
de woningeigenaar ten opzichte van de geldende leennormen is verbeterd en er inmiddels
wel (gedeeltelijk) rente en aflossing betaald kan worden. Wanneer de woningeigenaar
gedurende de looptijd van de financiering zijn woning verkoopt, wordt de uitstaande
schuld aan het Warmtefonds, na de betaling van hypotheekverstrekkers die voorgaan,
voor zover mogelijk voldaan uit de opbrengst van de woningverkoop. Wanneer dit niet
mogelijk blijkt, wordt de restschuld kwijtgescholden. Op deze manier blijft een woningeigenaar
niet met een restschuld aan het Warmtefonds zitten.
Het is ook mogelijk dat een woningeigenaar op basis van de leennormen uit de Regeling
hypothecair krediet en gezien zijn concrete financiële situatie bijvoorbeeld wel de
maandlast kan dragen die behoort bij financiering van 4.500 euro via het Warmtefonds
(maandlast 23 euro), maar het overige deel niet. In dat geval krijgt de woningeigenaar
voor 4.500 euro een financiering waarover wel rente en aflossing wordt betaald en
voor de overige 4.500 euro de maatwerkfinanciering die in het eerdere voorbeeld is
beschreven.
Ook woningeigenaren uit de betreffende wijk die voldoende leenruimte hebben om het
gehele bedrag te financieren, kunnen tegen aantrekkelijke voorwaarden terecht bij
het Warmtefonds.
De Ministeries van Financiën en BZK, het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) en het
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten hebben de maatwerkfinanciering
voor woningeigenaren in overleg uitgewerkt. Tevens is regelmatig met de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten besproken hoe een verantwoorde en effectieve financieringsvorm
in het kader van de wijkaanpak eruit zou moeten zien.
Er zijn, naast het hebben van onvoldoende leenruimte, andere redenen waarom sommige
woningeigenaren nu niet in aanmerking komen voor reguliere financiering. Zo wil ik
het Warmtefonds vanaf januari 2021 openstellen voor senioren die op grond van hun
leeftijd bij een marktpartij geen financiering (meer) kunnen krijgen. Ook wordt gekeken
naar een financieringsaanbod voor VvE’s met minder dan acht appartementen. Wanneer
de maatwerkfinanciering van het Warmtefonds beschikbaar is, kunnen woningeigenaren
in een kleine VvE in ieder geval individueel gefinancierd worden. In zeer kleine VvE’s
van 2 of 3 appartementen is dat vermoedelijk ook aantrekkelijker dan een financiering
op VvE-niveau.
Start maatwerkfinanciering Warmtefonds
Naar verwachting zal het Warmtefonds in juli 2020 de precieze voorwaarden van de maatwerkfinanciering
publiceren, zodat woningeigenaren en gemeenten helderheid hebben over het product.
Kort daarna wordt een voorinschrijving voor de maatwerkfinanciering mogelijk gemaakt
in de proeftuinen aardgasvrije wijken.
Het Warmtefonds kan in januari 2021 starten met het verstrekken van de maatfinanciering
aan woningeigenaren in wijkaanpakken en aan individuele woningeigenaren met een koopwoning
in gespikkeld bezit van een woningcorporatie dat wordt verduurzaamd.
Voor gespikkeld bezit in een VvE bestaat overigens meestal de mogelijkheid om bij
het Warmtefonds VvE-financiering aan te vragen. Deze mogelijkheid wordt in het kader
van de Urgenda-aanpak in 2020 voor gemengde VvE’s met veel corporatiewoningen verder
verruimd.
De verwachting is dat de eerste jaren de maatwerkfinanciering van het Warmtefonds
in beperkte mate zal worden gebruikt, omdat het aantal koopwoningen dat daadwerkelijk
met een wijkaanpak van het gas af wordt gehaald nog beperkt is. Wanneer conform het
Klimaatakkoord steeds meer woningen wijksgewijs van het gaf af gaan, zal de maatwerkfinanciering
richting 2030 steeds vaker worden gebruikt en kunnen uiteindelijk tienduizenden financieringen
worden verstrekt.
Warmtefonds bouwt voort op structuur Nationaal Energiebespaarfonds
Net als bij de eerste stap van het Warmtefonds in februari 2020 zal ik voor de bijzondere
doelgroepen van het Warmtefonds zoveel mogelijk de structuur van het huidige NEF benutten.
Het bestuur van het NEF zal dit voorbereiden. De naam van het fonds wordt stap voor
stap omgezet naar Warmtefonds.
Omdat er nog ervaring moet worden opgebouwd met het verstrekken van financiering aan
woningeigenaren zonder leenruimte en omdat het waarschijnlijk nog om lage aantallen
financieringen gaat, zal de bekostiging voor deze doelgroepen in de eerste jaren plaatsvinden
met publieke middelen. Een deel van de door het kabinet voor het Warmtefonds beschikbaar
gestelde reeks van 900 miljoen euro tot en met 2030 wordt hiervoor ingezet. Een deel
van het budget voor de bijzondere doelgroepen zal revolveren (terugkeren naar het
Warmtefonds om meerdere malen ingezet te worden) en een deel zal opgaan aan kosten.
In welke verhouding is nu nog niet met zekerheid te zeggen. De bedoeling is om, zodra
meer ervaring is opgedaan met deze financieringsvorm en deze doelgroep, ook privaat
geld in te zetten. Het budget van 900 miljoen euro wordt ingezet voor de financiering
van het Warmtefonds voor zowel woningeigenaren die over leenruimte beschikken en VvE’s
als voor de bijzondere doelgroepen.
Voor het verstrekken van budget aan het Warmtefonds voor al deze doelgroepen doe ik
bij deze, op grond van artikel 4.7 eerste lid, onderdeel b van de Comptabiliteitswet,
een kennisgeving aan de Eerste Kamer en Tweede Kamer van het verstrekken van eigen
vermogen en leningen met wezenlijke kenmerken van eigen vermogen aan een privaatrechtelijke
rechtspersoon.
Bij de vormgeving van de monitoring en informatievoorziening aan uw Kamer over het
Warmtefonds zal ik, gelet op het rapport «Zicht op revolverende fondsen van het Rijk»
van de Algemene Rekenkamer (Kamerstuk 31 865, nr. 133), bijzondere aandacht besteden aan een goed inzicht in de inzet van en de verantwoording
over de publieke middelen in het Warmtefonds, inclusief de daarmee bereikte maatschappelijke
resultaten. Eind 2020 zal ik u informeren over de periodieke monitoring en informatievoorziening
over het Warmtefonds.
Met de financieringsmogelijkheden van het Warmtefonds voor woningeigenaren en VvE’s
zoals beschreven in de brief van december en de nu voorliggende brief, voldoe ik aan
de oproep uit de motie van het lid Yesilgöz-Zegerius c.s. (Kamerstuk 32 813, nr. 349) om bij de vormgeving van het Warmtefonds de subsidie- en leenvoorwaarden zo aantrekkelijk
mogelijk te maken voor alle bewoners en huiseigenaren. Bij de eerste evaluatie van
het Warmtefonds in 2022 zal ik voldoen aan de oproep in de motie van het lid Yesilgöz-Zegerius
c.s. om regelmatig na te gaan of het huidige budget toereikend is en of er voldoende
privaat kapitaal aangetrokken kan worden. Tot op heden is het aantrekken van voldoende
privaat geld voor VvE’s en woningeigenaren met leenruimte voor het NEF geen probleem
geweest.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties