Brief regering : Rapportage bestuurlijk regisseur inzake Vestiagemeenten
29 453 Woningcorporaties
Nr. 517 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 mei 2020
Met deze brief bied ik u het rapport van de Bestuurlijk Regisseur inzake de overname
van Vestia-bezit in de Vestia maatwerkgemeenten aan1. De bestuurlijk regisseur is er in geslaagd om in zes van de zes maatwerkgemeenten
een coalitie van corporaties te vormen en in vijf van de zes maatwerkgemeenten zijn
de coalities in principe bereid de gehele Vestia portefeuille over te nemen. Alleen
in Brielle heeft de gevormde coalitie een enigszins afwijkende oplossingsrichting
voor de volkshuisvestelijke opgave en wordt de mogelijkheid verkend om slechts een
deel van de Vestia portefeuille over te nemen. Met het afronden van de opdracht van
de bestuurlijk regisseur is een belangrijke stap gezet in het vinden van een oplossing
voor de volkshuisvestelijke uitdagingen in de Vestia maatwerkgemeenten. Graag geef
ik u in deze brief nog eens een overzicht van de resultaten tot nu toe. Ook informeer
ik u over mijn inzet om tot werkbare maatwerkoplossingen te komen.
Opdracht
Begin 2019 heb ik de heer Hamit Karakus gevraagd om als bestuurlijk regisseur concrete,
werkbare oplossingsrichtingen te verkennen in zes maatwerkgemeenten. Dat zijn de gemeenten
waar Vestia meer dan 20% van de sociale woningvoorraad bezit en een beleid voert om
haar aandeel te verkleinen: Brielle, Barendrecht, Pijnacker-Nootdorp, Westland, Zuidplas
en Bergeijk. Hamit Karakus heeft in zijn eerder opgeleverde rapport geadviseerd om,
conform de ingezette strategie van Vestia, het Vestiabezit in deze maatwerkgemeenten
aan lokale corporaties over te dragen. In juli 2019 heb ik u hier per brief (Kamerstuk
29 453, nr. 490) over geïnformeerd.
Vervolgens heb ik in september 2019 Hamit Karakus verzocht om per maatwerkgemeente
een (coalitie van) lokale corporatie(s) aan Vestia aan te dragen, die het bezit van
Vestia in de betreffende maatwerkgemeente kan en wil kopen tegen minimaal marktwaarde-in-verhuurde-staat
en die tevens invulling kan en wil geven aan de volkshuisvestelijke opgave in de betreffende
maatwerkgemeente. Daarbij heb ik aan de regio aangegeven welke faciliterende maatregelen
uit het rapport van Hamit Karakus (vrijstelling overdrachtsbelasting, vrijstelling
saneringsheffing, vrijstelling markttoets en ophoging interne financiering niet- DAEB-tak)
ik hiervoor kan nemen binnen huidige wet- en regelgeving ten behoeve van de lokale
afspraken.
Intentieovereenkomsten
Deze opdracht heeft er inmiddels toe geleid dat in zes van de zes maatwerkgemeenten
een coalitie van corporaties is gevormd en in vijf van de zes maatwerkgemeenten zijn
de coalities in principe bereid de gehele Vestia portefeuille over te nemen. In Brielle
wordt de mogelijkheid verkend om slechts een deel van de Vestia portefeuille over
te nemen. Ter bekrachtiging van de gemaakte afspraken in de maatwerkgemeenten zal
ik op 12 mei met Hamit Karakus, de provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant, Aedes,
de saneerder, Vestia, de zes maatwerkgemeenten en de vijftien beoogde overnemende
corporaties per maatwerkgemeente een intentieovereenkomst tekenen, waarin de inzet
van alle partijen is verwoord.
Mijn inzet
In deze intentieovereenkomst heb ik aangegeven nadere uitwerking te geven aan de faciliterende
maatregelen die zijn benoemd in het rapport van de bestuurlijk regisseur van 4 juli
2019. Daarbij heb ik aangegeven de mogelijkheden voor een vrijstelling van de overdrachtsbelasting
te onderzoeken of, indien dit niet mogelijk blijkt, beleidsalternatieven ter compensatie
van de overdrachtsbelasting bij de transacties in de maatwerkgemeenten.
Daarnaast heb ik aangegeven dat er een mogelijkheid bestaat voor een (gedeeltelijke)
kwijtschelding van saneringsheffing, op grond van artikel 118 van het Besluit toegelaten
instellingen volkshuisvesting 2015 (BTiV). Ook heb ik aangegeven om in samenwerking
met de toezichthouder Autoriteit woningcorporaties te kijken naar de markttoets en
de interne lening, mocht dit bij de transacties tot problemen leiden.
Tot slot is opgenomen dat bij het onderzoek naar de motie van het lid Ronnes (Kamerstuk
35 000 VII, nr. 52), waarbij wordt gekeken of alle corporaties in alle woningmarktregio’s voldoende
financiële middelen hebben om de toekomstige opgaven (nieuwbouw, renovatie en verduurzaming)
te kunnen betalen, ook de aankoop van Vestia-bezit in de maatwerkgemeenten als variant
bij de opgave zal worden gevoegd. Bij dit onderzoek zullen, indien noodzakelijk, ook
beleidsmogelijkheden worden onderzocht om de opgave beter haalbaar te maken.
Tot slot
Ik spreek mijn grote waardering uit voor de inzet van de heer Karakus, Vestia, de
lokale corporaties, de gemeenten, de provincies en de andere betrokkenen die constructief
met elkaar in dialoog zijn getreden over de overname van het bezit van Vestia in de
maatwerkgemeenten. Ik ben daarbij trots dat bij zoveel bestuurders de drive bestaat
om deze volkshuisvestelijke uitdaging zo snel op te pakken.
Met de ondertekening van intentieovereenkomsten in zes van de zes maatwerkgemeenten,
is een belangrijke stap gezet richting een oplossing voor de volkshuisvestelijke uitdagingen
in de maatwerkgemeenten. Ik realiseer me dat er nog een aantal nadere stappen gezet
moeten worden om de transacties in deze gemeenten ook daadwerkelijk te formaliseren.
In dit kader zal ik de aanbeveling van Hamit Karakus ter harte nemen om een onafhankelijke
procesbegeleider aan te stellen die betrokken blijft bij het proces in de zes maatwerkgemeenten
om de voortgang van de transacties te borgen. Ik zal de Kamer over de voortgang blijven
informeren.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties