Brief regering : Geannoteerde agenda van de Informele Onderwijs-, Jeugd, Cultuur- en Sportraad (OJCS-Raad) voor het onderdeel Jeugd van 19 mei 2020
21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport
               25 295 Infectieziektenbestrijding
         
Nr. 330 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 mei 2020
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
                  de geannoteerde agenda van de Informele Onderwijs-, Jeugd, Cultuur- en Sportraad (OJCS-Raad)
                  aan voor het onderdeel Jeugd, onder het Kroatische voorzitterschap van de Raad van
                  de Europese Unie. Deze Raad zal op 19 mei a.s. via een videoconferentie plaatsvinden.
                  De Sportraad is door het voorzitterschap tot een nader te bepalen datum uitgesteld,
                  daar er recent een Informele Sportraad heeft plaatsgevonden (21 april jl.). Uw Kamer
                  zal te zijner tijd middels een geannoteerde agenda op de hoogte worden gesteld van
                  de onderwerpen op de voorziene Sportraad.
               
Het Kroatisch voorzitterschap heeft slechts een aantal stukken voor de Jeugdraad gepubliceerd.
                  De voorliggende geannoteerde agenda is derhalve onder voorbehoud en gebaseerd op de
                  laatste versie van de in de Europese Raadswerkgroep besproken Raadsconclusies en achtergronddocumentatie
                  voor het beleidsdebat.
               
In de bijlage worden de onderwerpen nader toegelicht en treft u per onderwerp het
                  doel van de Raadsbehandeling, de inhoud van het onderwerp, de voorlopige inzet van
                  Nederland en een voorlopige indicatie van het krachtenveld aan.
               
Nederland zal tijdens de Informele Raad worden vertegenwoordigd door de directie Jeugd.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
                  P. Blokhuis
GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE OJCS-RAAD – ONDERDEEL JEUGD
               
Jeugd – Dinsdag 19 mei
Voor het Jeugddeel tijdens de Raad zijn op het moment van schrijven de volgende onderwerpen
                     voorzien:
                  
– Raadsconclusies: Kansen voor jongeren vergroten in landelijke en afgelegen gebieden
– Beleidsdebat: de gevolgen van COVID-19 voor de jeugdsector
Raadsconclusies: Kansen voor jongeren vergroten in landelijke en afgelegen gebieden
Doel en Inhoud Raadsbehandeling
Doel van de raadsbehandeling is het vaststellen van de Raadsconclusies over het vergroten
                     van de kansen van jongeren in landelijke en afgelegen gebieden in de EU. De Raadsconclusies
                     benadrukken het belang van steun aan deze jongeren op onder meer het gebied van onderwijs,
                     arbeidsmarkt, bereikbaarheid en samenwerking door het uitwisselen van kennis en ervaringen.
                  
Ook worden bestaande programma’s – zoals Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps
                     – gezien als belangrijke manieren om kansen te bieden aan jongeren in landelijke en
                     afgelegen gebieden. De voorliggende Raadsconclusies sluiten aan bij de ambities van
                     de EU Jeugd Strategie 2019 – 2027 en de Europese Jeugddoelen.
                  
Achtergrond
In de Raadsconclusies worden lidstaten onder meer uitgenodigd om de kansen voor jongeren
                     in landelijke en afgelegen gebieden te verbeteren. Dit kan onder andere door het perspectief
                     van jongeren in rurale gebieden mee te nemen bij het opstellen van relevante strategieën,
                     beleid en actieplannen voor deze gebieden. In het verlengde hiervan is het ook zaak
                     jongeren meer te betrekken bij lokale besluitvormingsprocessen over zaken die hen
                     aan gaan. Daarnaast is het wenselijk jongeren te stimuleren actief te worden en blijven
                     in hun gemeenschap, de digitale infrastructuur te verbeteren en jongerenwerk in die
                     gebieden te ondersteunen.
                  
De Europese Commissie wordt, in samenwerking met de lidstaten, gevraagd om de synergie
                     tussen diverse EU-programma’s (o.a. Erasmus+, Europees Solidariteitskorps, Europees
                     Sociaal Fonds en EU Interreg) te bevorderen en deze ook op jongeren in rurale gebieden
                     te richten. Daarnaast nodigen de Raadsconclusies uit tot het promoten van de aantrekkelijkheid
                     van landelijke gebieden en het aanmoedigen van jongeren om hier agrarische en economische
                     activiteiten te ondernemen. Dit kan onder meer met behulp van startersbeurzen, jongeren-initiatieven
                     en onderwijs- en trainingsactiviteiten die kennis van ondernemerschap vergroten. Het
                     is wenselijk hierbij ook aandacht te besteden aan veranderingen op het gebied van
                     klimaat, milieu en duurzaamheid. Tot slot, wordt de Jeugdsector gevraagd om jongeren
                     en mensen in landelijke en afgelegen gebieden te informeren over de mogelijkheden
                     binnen hun gemeenschap. Hierbij moet optimaal gebruik worden gemaakt van de kansen
                     die programma’s als Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps bieden.
                  
Inzet Nederland
Nederland vindt het stimuleren van gelijke kansen voor alle jongeren belangrijk.
Daaronder valt ook aandacht voor het aanpakken van specifieke uitdagingen voor jongeren
                     in landelijke en afgelegen gebieden. Nederland vindt het belangrijk dat hieraan gewerkt
                     wordt samen met jongeren. Ook vraagt Nederland aandacht voor grensoverschrijdende
                     situaties en bilaterale samenwerking tussen landelijke gebieden in grensregio’s. Vaak
                     zijn het rurale en afgelegen gebieden dicht bij de grens die van grensoverschrijdende
                     samenwerking kunnen profiteren.
                  
Nederland pleit ervoor dat de Raadsconclusies zich dienen te houden aan het subsidiariteitsbeginsel
                     en vraagt rekening te houden met de rol van de lokale autoriteiten, mede omdat de
                     verantwoordelijkheid van het jeugdbeleid in Nederland en diverse andere lidstaten
                     op dat niveau geregeld is.
                  
Nederland kan op basis van het voorliggende, niet definitieve, voorstel instemmen
                  met de Raadsconclusies.
               
Indicatie krachtenveld Raad
Voor veel lidstaten is de toekomst van jongeren in landelijke en afgelegen gebieden
                  een belangrijk onderwerp. Alle lidstaten geven aan, op basis van de beschikbare, niet
                  definitieve, versie dit voorstel voor de Raadsconclusies te willen steunen.
               
Beleidsdebat: de gevolgen van COVID-19 voor de jeugdsector
Doel en Inhoud Raadsbehandeling
Tijdens de Raad zal er een informele uitwisseling van ervaringen en ideeën plaatsvinden
                     tussen de lidstaten en de Europese Commissie over de gevolgen van COVID-19 voor de
                     jeugdsector en de manier waarop hiermee wordt omgegaan.
                  
Er zal onder meer gesproken worden over de effecten van COVID-19 voor jongeren met
                     het oog op de toegankelijkheid van diensten, digitale middelen, en deelname aan en
                     kansen op de arbeidsmarkt. Daarnaast zal worden bediscussieerd welke maatregelen getroffen
                     kunnen worden op nationaal en EU-niveau om de jeugdsector te ondersteunen op de gebieden
                     die zijn geraakt door de COVID-19 pandemie.
                  
Achtergrond
Het Kroatisch voorzitterschap stelt dat ook jongeren en jongerenorganisaties hard
                     getroffen worden door COVID-19.
                  
Projecten en programma’s zijn uitgesteld of, in het beste geval, online beschikbaar
                     gesteld. Ook zijn de reguliere activiteiten van Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps
                     veelal stil komen te liggen. Veel jongeren hebben te maken met mogelijk verlies van
                     werk, salarisverminderingen en onzekere werkomstandigheden.
                  
Zelf-isolatie en social distancing hebben de dagelijkse routine van jongeren drastisch
                     veranderd en vormen een risico voor hun gezondheid. Het is van belang dat adequate
                     psychosociale diensten en begeleiding toegankelijk is voor jongeren die hier behoefte
                     aan hebben.
                  
De wereldwijde crisis biedt echter ook kansen voor jongeren om creatieve en innovatieve
                     ideeën te ontwikkelen en bij te dragen aan de gemeenschap. Het is noodzakelijk jongeren
                     te motiveren deel te nemen aan gemeenschapsactiviteiten en solidariteitsprojecten
                     en hen uit te nodigen om hun kennis en vaardigheden te delen. Tevens is het essentieel
                     om jongeren bewust te maken van intergenerationele solidariteit en hen aan te moedigen
                     mensen te helpen die het grootste risico lopen om ziek te worden.
                  
Jongerenorganisaties hebben veel weerbaarheid getoond in de huidige situatie. Zij
                     zijn in staat gebleken zich aan te passen aan de nieuwe werkomstandigheden en hebben
                     nieuwe methoden gevonden om met de pandemie-maatregelen om te gaan, zoals virtuele
                     formats en mobiliteit activiteiten, Webinars voor jongerenwerkers, het lanceren van
                     online portalen en het betrekken van jongeren bij diverse educatieve, culturele, bewustwordings-
                     en vrijetijdsactiviteiten.
                  
Het voorzitterschap geeft aan dat het belangrijk is dat lidstaten jongerenorganisaties
                     en hun werk blijven ondersteunen. Lidstaten en de Europese Commissie hebben hiertoe
                     al maatregelen getroffen, onder meer binnen Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps.
                  
Inzet Nederland
Nederland onderkent dat diverse groepen en sectoren in de maatschappij worden geraakt
                     door de COVID-19 pandemie, waaronder jongeren en de jeugdsector. Nederland zal tijdens
                     de Raad delen hoe er wordt omgegaan met COVID-19 in de Jeugdsector, onder meer aan
                     de hand van een aantal praktijkvoorbeelden.
                  
Nederland erkent de zorgen van jongeren. Voor jongeren in kwetsbare situaties hebben
                     gemeenten met onder andere het onderwijs noodopvang gerealiseerd.
                  
Zorg vindt zoveel mogelijk doorgang, waar nodig in alternatieve vorm (digitaal). Kinderen
                     in een pleeggezin of in een residentiele instelling worden zo goed mogelijk ondersteund
                     om contact met hun ouders te houden. Inmiddels is een start gemaakt met het (gedeeltelijk)
                     heropenen van de basisscholen, speciaal onderwijs en kinderopvang. Het sporten en
                     bewegen is weer voorzichtig opgestart. Via een website van het Nederlands Jeugdinstituut
                     wordt alle informatie voor zorgverleners, ouders en jeugdigen gepubliceerd, zoals
                     een handreiking over dagopvang, dagbesteding en dagbehandeling, en over mentale gezondheid.
                  
Er zijn zorgen over het (verergeren) van huiselijk geweld en kindermishandeling nu
                     gezinnen dicht op elkaar zitten en spanningen en zorgen soms toenemen. Daarom is er
                     een nationale campagne huiselijk geweld en kindermishandeling met het thema Coronatijd
                     gelanceerd.
                  
Ook jongeren zelf zetten zich in voor de maatschappij via vrijwilligerswerk. Dit doen
                     zij onder meer via Maatschappelijke Diensttijd-projecten. Deze extra inzet tijdens
                     COVID-19 richt zich bijvoorbeeld op hulp bij boodschappen, het versturen van kaarten
                     naar eenzame ouderen en telefoonmaatjes.
                  
Tot slot, hoort Nederland hoe de andere lidstaten met de huidige situatie omgaan en
                     tot welke ideeën en initiatieven dit heeft geleid.
                  
Indicatie krachtenveld Raad
Het merendeel van de lidstaten heeft behoefte aan de uitwisseling van kennis en kunde
                  tussen lidstaten en de Europese Commissie.
               
Indieners
- 
              
                  Indiener
 P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
