Brief regering : Beschikbaarheidsbijdrage bij postmortale orgaanuitname
28 140 Evaluatie orgaandonatie
Nr. 110 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Ontvangen ter Griffie op 11 mei 2020.
Het besluit tot het doen van een aanwijzing kan niet eerder worden genomen dan op 11 juni 2020.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 mei 2020
Deze brief bevat de zakelijke inhoud van de aanwijzing die ik van plan ben op grond
van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg (WMG) aan de Nederlandse Zorgautoriteit
(hierna: NZa) te geven. Overeenkomstig artikel 8 van de WMG ga ik tot het geven van
de aanwijzing niet eerder over dan nadat dertig dagen zijn verstreken na verzending
van deze brief. De reden voor het geven van deze aanwijzing is om te komen tot een
aangepaste beschikbaarheidbijdrage voor post mortem orgaanuitname bij donoren (PMD).
De uitname van organen bij een geschikte donor vindt plaats in de operatiekamer van
het ziekenhuis waar de donor is overleden. Dat betekent dat alleen als een potentiële
donor in een ziekenhuis overlijdt, hij ook daadwerkelijk organen kan doneren. Het
proces van uitname en transport van organen vanuit het donatieziekenhuis naar het
transplantatiecentrum waar de ontvangende patiënt de transplantatie zal ondergaan,
moet zo snel en efficiënt mogelijk verlopen. Alles wordt eraan gedaan om de conditie
van de organen zo goed mogelijk te krijgen en te houden, zodat de transplantatie goed
kan verlopen en het orgaan na de operatie zo lang en zo goed mogelijk functioneert.
Dankzij nieuwe technieken op het gebied van perfusie is het mogelijk organen beter
te bewaren voor, tijdens en na uitname en tijdens het vervoer van donorziekenhuis
naar transplantatieziekenhuis. De afgelopen jaren is hier veel ervaring mee opgedaan
en heeft onderzoek afdoende aangetoond dat perfusie leidt tot verbetering van de kwaliteit
van transplantatiezorg. Vanaf 2016 is machinale preservatie standaard bij nieren.
Uitname van een of meerdere organen is een complexe procedure waarbij alle stappen
tijdens de operatie efficiënt moeten verlopen en goed op elkaar afgestemd zijn. Deze
werkzaamheden worden verricht door speciale teams die 7 x 24 uur beschikbaar zijn
en zorgen dat de solide organen worden uitgenomen.
Het aansluiten van een nier op een perfusiemachine gebeurt door de chirurg uit dat
team. De bediening van de machine wordt gedaan door een speciaal opgeleide perfusie
medewerker. Deze taak kan niet door een ander persoon uit het uitnameteam worden uitgevoerd
omdat alle andere leden van het uitnameteam een eigen taak hebben om het proces zo
goed mogelijk te laten verlopen.
Het opleidingsniveau van de perfusiemedewerker moet aansluiten op zijn werkzaamheden.
Vooreerst concentreren de werkzaamheden zich op perfusie van nieren. Daarvoor is geen
opleiding nodig op het niveau van klinisch perfusionist, waarvoor het College zorgopleidingen
opleidingseisen heeft vastgesteld. Er kan worden volstaan met een perfusiemedewerker
die binnen een universitair medisch centrum (umc) wordt opgeleid en een externe training
van de fabrikant heeft gevolgd. De medewerker handelt onder de verantwoordelijkheid
van de gecertificeerde uitnamechirurg die ook deel uitmaakt van dat team. De aanwijzing
schept de mogelijkheid het opleidingsniveau en daarmee ook de kosten die door de NZa
kunnen worden betrokken bij de berekening van de beschikbaarheidbijdrage bij brief
te wijzigen als verdere ontwikkelingen en kwaliteit van zorg dat vergen.
Financiering
De afgelopen vier jaar hebben verzekeraars de kosten van deze vorm van nierperfusie
gefinancierd via een projectsubsidie als onderdeel van de orgaanbegroting van de Nederlandse
Transplantatie Stichting. Jaarlijks gaat het om € 1,2 miljoen, waarvan € 996.000 variabele
kosten (materiaalkosten, personeelskosten voor de perfusiemedewerker, variabele vervoerskosten
van de apparaten) en € 204.000 vaste kosten (apparatuur).
Voor een structurele financiering is opname van de perfusiekosten in de bestaande
beschikbaarheidbijdrage voor de zelfstandig uitnameteams (ZUT’s) noodzakelijk. De
perfusiemedewerker is met ingang van 2021 onderdeel van het zelfstandig uitnameteam.
De drie ZUT’s ontvangen voor hun werkzaamheden een beschikbaarheidbijdrage van jaarlijks
in totaal € 14,5 miljoen. De kosten van de perfusie worden hieraan toegevoegd, voor
zover die betrekking hebben op de materiaalkosten van de machines en personeelskosten
van de perfusiemedewerker. Aan de beschrijving van de samenstelling van het team wordt
de perfusiemedewerker toegevoegd. De materiaallijst zal worden aangevuld met de materialen
die nodig zijn voor de perfusie.
De vervoerskosten (€ 146.000) vallen buiten de beschikbaarheidbijdrage en lopen via
de orgaanbegroting onder de post transportkosten.
De verandering gaat in per 1 januari 2021. In 2021 kan het bedrag van de projectsubsidie
leidraad voor de NZa zijn voor de aanvulling van de beschikbaarheidbijdrage. In de
loop van 2021 zal een kostenonderzoek plaatsvinden zodat in 2022 de kosten integraal
meegenomen kunnen worden.
De Minister voor Medische Zorg,
M.J. van Rijn
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.J. van Rijn, minister voor Medische Zorg